De Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801
der Staten-Generaal 2509 LV Den Haag
Anna van Hannoverstraat 4
Binnenhof 1 A Telefoon (070) 333 44 44
2513 AA S GRAVENHAGE Fax (070) 333 40 33
www.szw.nl
2513AA22XA
Contactpersoon Ons kenmerk BSG/BAS/08/24
Doorkiesnummer Datum 17 januari 2008
Onderwerp Moties en amendementen begroting SZW 2008
Hierbij bied ik u, mede namens de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, een
overzicht aan van onze reacties op de aangenomen moties en amendementen die zijn ingediend
bij de behandeling van de begroting Sociale Zaken en Werkgelegenheid voor 2008.
Motie Karabulut over het sneller verstrekken van uitkeringen ( nr. 30 )
Dictum:
verzoekt de regering om de betreffende instanties op te dragen uitkeringen sneller te
verstrekken en het verstrekken van voorschotten te versoepelen
Reactie:
Een snelle uitbetaling van uitkeringen is voor de staatssecretaris en mij en ook voor de
uitvoeringsorganisaties een belangrijk aandachtspunt. In de aanbiedingsbrief bij de jaarplannen
2008 en derde kwartaalverslagen 2007 van de SUWI-organisaties (brief d.d. 20 december 2007
met kenmerk UB/A/2007/38816) zijn de staatssecretaris en ik, mede naar aanleiding van de
zogenaamde wachtkamerenquête van de vakcentrale FNV, ingegaan op de tijdige betaling van
uitkeringen door het UWV. In het derde kwartaal 2007 voldoet het UWV voor alle wetten aan
de in het jaarplan 2007 afgesproken tijdigheidsnormen. Voor de tijdigheid WW wordt sinds
2007 gestuurd op het percentage eerste definitieve betalingen binnen vier weken. Over de
eerste negen maanden van 2007 bedroeg de score 79% (norm 70%). Met ingang van 2008 zal
ook bij de tijdigheid WIA en ZW gestuurd worden op een eerste definitieve betaling binnen
vier weken (norm respectievelijk 65% en 75%) . De norm voor de tijdige betaling WW is voor
2008 verhoogd naar 75%. Voor situaties waarin het niet lukt om tijdig een eerste definitieve
betaling te verrichten hanteert het UWV, mede naar aanleiding van de motie Verburg c.s.,
sinds 2006 een actief voorschotbeleid.
Ons kenmerk BSG/BAS/08/24
Voor mensen die op bijstand zijn aangewezen, dient inkomenszekerheid gewaarborgd te zijn.
Betalingsachterstanden die ontstaan in een periode dat niet over voldoende middelen kan
worden beschikt, kunnen bij deze kwetsbare groep tot structurele financiële problemen leiden.
Om zeker te stellen dat een belangenhebbende na een bijstandsaanvraag in alle gevallen tijdig
over een voorschot kan beschikken, zijn gemeenten sinds 1 januari 2007 wettelijk verplicht om
een voorschot te verlenen en wel binnen vier weken na de datum van aanvraag, en vervolgens
telkens uiterlijk na vier weken zolang het recht op algemene bijstand niet is vastgesteld.
(artikel 52, eerste lid, van de Wet werk en bijstand). Het staat gemeenten - uiteraard - vrij om
eerder dan na vier weken een voorschot te verstrekken.
Als de gemeente geen of ontoereikende toepassing geeft aan de wettelijke verplichting tot het
verlenen van een voorschot dan staat de bijstandsaanvrager een specifiek rechtsmiddel ter
beschikking. Op verzoek van de belanghebbende kan de voorzitter van gedeputeerde staten
namelijk besluiten dat het college van burgemeester en wethouders onverwijld bijstand moet
verlenen (artikel 81 van de Wet werk en bijstand).
Nu de bevoorschotting een wettelijke verplichting van de gemeenten is, waarbij tevens een
specifiek rechtsmiddel geldt, ziet de staatssecretaris geen mogelijkheid om gemeenten
aanvullende opdrachten te geven.
Motie Van Hijum c.s. over het bevorderen van de samenwerking tussen de ketenpartners
op regionaal niveau ( nr. 31 )
Dictum:
verzoekt de regering om bij de nadere uitwerking en vormgeving van de regionale locaties
voor werk en inkomen de samenwerking tussen ketenpartners op regionaal niveau actief te
bevorderen door:
- prestatie-indicatoren te definiëren op het niveau van de keten (waaronder uitstroom
naar werk);
- de prestaties van LWI's onderling periodiek te vergelijken;
- een werkgeversbenadering centraal te stellen;
- regie te voeren bij het uitrollen van het digitaal klantendossier
Reactie:
De staatssecretaris en ik beschouwen deze motie als ondersteuning van het kabinetsbeleid
zoals verwoord in de kabinetsreactie Evaluatie SUWI. De onderdelen genoemd in de motie
hebben reeds onze aandacht en worden betrokken bij het implementatieproces van de Lokaties
Werk en Inkomen.
---
Ons kenmerk BSG/BAS/08/24
Motie Van Hijum c.s. over de financiering van de REA-instituten( nr. 32 )
Dictum:
verzoekt de regering het beleid ten aanzien van de financiering van de REA-instituten te
heroverwegen en de Kamer uiterlijk 1 mei 2008 te informeren over een alternatieve
financieringswijze die recht doet aan het karakter van de REA-instituten
Reactie:
Zoals ik reeds heb toegezegd, zal ik kijken naar financieringswijze van de REA instituten en
bezien welke andere mogelijkheden van financiering er zijn. Ik zal de Kamer hierover voor 1
mei 2008 berichten.
Motie Omtzigt/Hamer over een goed inzicht in de koopkracht na pensionering( nr. 33 )
Dictum:
verzoekt de regering, in de begroting voor 2008 tot en met 2012 de operationele doelstelling
"kennis van de regelgeving rond de AOW-partnertoeslag", toe te voegen met de volgende
percentages:
- realisatie 2007: 23%;
- streven 2008: 50%;
- streven 2010: 70%;
- streven 2012: 80%,
en jaarlijks te rapporteren over het bereikte resultaat
Reactie:
Wij delen de zienswijze van de Kamer dat het belangrijk is dat burgers op de hoogte zijn van
de afschaffing van de AOW toeslag in 2015. Daarom voeren wij deze motie uit door alsnog
een aanvullende voorlichtingscampagne over dit onderwerp te laten starten. Hiermee worden
burgers geattendeerd op de mogelijkheid, wanneer zij dat nodig vinden, tijdig compenserende
maatregelen te treffen. De overheid en de uitvoeringsorganisaties spannen zich in om burgers
zo maximaal mogelijk voor te lichten over wet- en regelgeving. Daarbij wordt ernaar gestreefd
een ieder die belang bij heeft bij tijdige wetenschap van de afschaffing, te bereiken. Wij
tekenen daarbij aan dat de doelgroep niet vaststaat en dat in de periode tot het bereiken van de
65-jarige leeftijd veranderingen in de persoonlijke levenssfeer optreden die van invloed zijn op
het al of niet optreden van nadeel. Dit laat overigens onverlet dat de burger hierin ook een
eigen verantwoordelijkheid heeft. Gelet op de problemen bij de afbakening van de doelgroep
bezien wij of opname van een streefwaarde dan wel een kengetal vanaf de begroting 2009
mogelijk is.
---
Ons kenmerk BSG/BAS/08/24
Motie Nicolaï/ Koser Kaya over de vormgeving van het integratietraject CWI/UWV
( nr. 36 )
Dictum:
verzoekt de regering, het integratietraject zodanig vorm te geven dat de structurele verbetering
van dienstverlening aan de cliënten hierdoor niet in het gedrang komt
Reactie:
De staatssecretaris is verheugd dat de samenvoeging van UWV en CWI op draagvlak kan
rekenen bij een meerderheid in de Tweede Kamer. Per 1 januari 2009 is de formele
samenvoeging van UWV en CWI beoogd. Het tempo van de besparingen voortvloeiend uit de
samenvoeging wordt betrokken bij de invulling van de taakstelling en wordt beoordeeld in
samenhang met de implementatie van de geïntegreerde dienstverlening aan werkzoekenden en
werkgevers en andere ambities van het kabinet. De Tweede Kamer zal hierover voor 15 maart
worden geïnformeerd.
Gewijzigde motie Blok c.s. over een heldere wettelijke afbakening van het begrip zzp'er
(nr. 40 )
Dictum:
verzoekt de regering, een heldere wettelijke afbakening van het begrip zzp'er te creëren,
waarbij de nu verschillende omschrijvingen binnen de VAR, de Inkomstenbelasting, de btw en
het Basisbedrijvenregister worden gelijkgetrokken en daarbij tevens een glijdende schaal te
introduceren ter vervanging van het harde urencriterium van 1225
Reactie:
Diverse wetten en regelingen bevatten bepalingen voor zelfstandigen. De strekking van die
wetten en regelingen is zeer divers. Er zijn meerdere departementen bij betrokken. Het kabinet
zal de mogelijkheden voor een uniforme definitie voor zelfstandigen onderzoeken en de
Kamer daarover berichten. Het urencriterium als toegang tot ondernemersfaciliteiten wordt
tevens bezien. Het kabinet zal bij het Belastingplan 2009 hierop terugkomen.
---
Ons kenmerk BSG/BAS/08/24
Motie Hamer c.s. over experimenten met het aanbieden van CWI-competentietests
( nr. 41 )
Dictum:
verzoekt de regering, te experimenteren met het aanbieden van CWI-competentietests aan
anderen dan werkzoekenden, zoals werknemers, zelfstandigen en potentiële herintreders, en
om het effect hiervan op de werking van de arbeidsmarkt in kaart te brengen
Reactie:
Op dit moment biedt CWI op alle vestigingen via de competentietestcentra testen aan voor de
doelgroep van werklozen en met werkloosheid bedreigden.Dat betekent dat een deel van de
genoemde groepen al feitelijk tot de doelgroep van CWI behoren. Personen die vanuit
werkloosheid een eigen bedrijf willen beginnen, herintreders en met werkloosheid bedreigden
kunnen, als zij zich inschrijven bij CWI, al van de dienstverlening van de
competentietestcentra gebruik maken.
Uitbreiding van de dienstverlening tot alle werknemers kan niet als een publieke taak en
verantwoordelijkheid worden gezien, nog afgezien van de financiële consequenties. Eerder
liggen hier mogelijkheden voor sociale partners dan voor de overheid. Er zijn inmiddels
c.a.o.'s die op dit punt faciliteiten bevatten. Begin oktober 2007 kenden 18 van de 122
onderzochte cao's reeds een afspraak over EVC. Deze cijfers zijn eind 2007 naar de Kamer
gestuurd in de Najaarsrapportage cao-afspraken 2007 (TK, 2007-2008, 31200XV, nr.61). Dat
betekent dat een deel van de werknemers via hun werkgever hiervan gebruik kunnen maken.
Op de particuliere markt zijn voldoende aanbieders van testen aanwezig die betrokkenen
(eventueel in samenspraak met hun werkgever) kunnen bedienen.
Vooralsnog is het niet de bedoeling te experimenteren met de uitbreiding van het aanbieden
van competentietests door CWI aan de hele beroepsbevolking. Wel is de staatssecretaris bereid
medio 2008 en eind 2008 geactualiseerde cijfers over afspraken in c.a.o.'s naar
de Tweede Kamer te sturen (resp. Voorjaarsrapportage cao-afspraken 2008 en
Najaarsrapportage cao-afspraken 2008). Hierin zal wederom informatie opgenomen worden
over EVC-afspraken in c.a.o.'s.
Motie Hamer c.s over maatregelen ter vermindering van leeftijdsdiscriminatie op de
arbeidsmarkt ( nr. 42 )
Dictum:
verzoekt de regering, concrete maatregelen te nemen om leeftijdsdiscriminatie op de
arbeidsmarkt te verminderen en de Kamer hierover vóór 1 april 2008 te informeren
---
Ons kenmerk BSG/BAS/08/24
Reactie:
Zoals ik reeds heb toegezegd in het debat over de begroting SZW 2008, ben ik bereid om
opnieuw te spreken met Stichting van de Arbeid en te bezien welke andere mogelijkheden er
zijn om leeftijdsdiscriminatie tegen te gaan.
Motie Ortega-Martijn c.s. over het opzetten van een pilot schooltijdbanen ( nr. 46 )
Dictum:
verzoekt de regering, de Taskforce Deeltijd Plus een pilot schooltijdbanen te laten opzetten
Reactie:
De staatssecretaris zal de suggestie voor de ontwikkeling van schooltijdbanen meegeven aan
de Taskforce Deeltijd Plus. Overigens zijn schooltijdbanen binnen de huidige wettelijke kaders
al mogelijk, namelijk als deeltijdbaan.
Motie Ortega-Martijn c.s. over onderzoek naar verbetering van scholingsmogelijkheden
van flexwerkers ( nr. 47 )
Dictum:
verzoekt de regering, te onderzoeken hoe de scholingsmogelijkheden van flexwerkers
verbeterd kunnen worden
Reactie:
Zoals toegezegd in tijdens de begrotingsbehandeling SZW, zal ik bekijken wat de
scholingsmogelijkheden van flexwerkers zijn. Deze inventarisatie zal uitgevoerd worden in het
licht van de huidige praktijk met betrekking tot de scholingsfondsen en eventuele andere
afspraken over scholing in cao's. Bekend is dat in ruim 90% van alle cao's werknemers met
een contract voor bepaalde tijd dezelfde rechten hebben als werknemers met een contract voor
onbepaalde tijd. Daarnaast bestaat er een scholingsfonds voor uitzendkrachten. Indien
opportuun, zal ik op basis van deze inventarisatie onderzoeken welke verbetering van de
scholingsmogelijkheden mogelijk zijn. Ik zal ook de sociale partners hierover raadplegen.
Motie Ortega-Martijn c.s. over flexibilisering van de regeling voor pleegzorgverlof
( nr.48 )
Dictum:
verzoekt de regering, de bestaande regeling voor pleegzorgverlof overeenkomstig te
flexibiliseren
---
Ons kenmerk BSG/BAS/08/24
Reactie:
Ik zal nagaan wat de mogelijkheden en de gevolgen van het flexibiliseren van de bestaande
regeling voor pleegzorgverlof zijn, en voor de zomer de Kamer over mijn bevindingen
informeren.
Amendement Van Hijum c.s. (nr. 20) subsidie klusproject 300.000
Het amendement strekt ertoe om subsidie beschikbaar te stellen voor het project stimulering
zelfstandig ondernemerschap voor doelgroepen (Klusproject).
Er wordt een eenmalige bijdrage van maximaal 300.000 gereserveerd die het project kan
gebruiken voor de uitrol naar 9 regio's. Voorwaarde voor het ter beschikking stellen van de
middelen is dat er een goedgekeurde verantwoording over de ontvangen subsidie over eerdere
jaren wordt ontvangen en dat er een implementatieplan wordt overlegd dat perspectief biedt op
de uiteindelijke inbedding in reguliere werkprocessen. De subsidie zal worden verstrekt met
inachtneming van de Algemene Regeling SZW-subsidies.
Amendement Van Huijm c.s. (nr. 22 vervangt 16): subsidie jongerenprojecten 700.000
Het amendement strekt ertoe om de subsidieregeling jongerenprojecten (amendement Verburg
uit 2006) op het raakvlak van onderwijs en arbeidsmarkt voort te zetten.
Conform het amendement wordt - met inachtneming van de Algemene Regeling SZW
subsidies -een vervolg van de subsidieregeling jongerenprojecten mogelijk gemaakt. Voor de
periode 2008-2011 zal jaarlijks maximaal 700.000 beschikbaar zijn.
Amendement Spekman c.s. (nr. 23): uitbreiding arbeidsinspectie (2 mln)
Het amendement strekt ertoe om, met het oog op meer inspecties in het kader van de Wet
arbeid vreemdelingen, 2 miljoen euro uit te trekken voor uitbreiding van de Arbeidsinspectie.
Conform het amendement zal het personeelsbudget van de Arbeidsinspectie met 2 mln
worden verhoogd, hiermee zal de formatie van de AI met 30 fte worden uitgebreid. Onder
andere door dit amendement zal het aantal inspecties gericht op de WML-naleving worden
uitgebreid met 8% in 2008 en 17% in 2009. De Arbeidsinspectie zal een traject starten om
personeel aan te nemen en op te leiden.
Amendement Ortega-Martijn (nr. 24 vervangt 17): verhogen budget jobcoaches 4 mln
Het amendement vraagt om het budget van de jobcoaches voor Wajonggerechtigden met 4
mln te verhogen. Het doel hiervan is dat zij al in de onderwijsfase aan jongeren met een
arbeidsbeperking begeleiding kunnen bieden.
---
Ons kenmerk BSG/BAS/08/24
De regering heeft kennis genomen van het belang dat de Tweede kamer hecht aan jobcoaches
in de onderwijsfase. Het amendement sluit aan bij de motie Wiegman-van Meppelen
Scheppink van 11 december 2007. De regering zal bezien hoe het meest effectief en efficiënt
uitwerking gegeven kan worden aan het amendement. Daarbij zijn verschillende opties
mogelijk. Daarbij tekenen wij aan dat ook tijdens de werkfase een jobcaoch bestaat (uitvoering
door UWV). Op dit moment wordt de jobcoachregeling geëvalueerd. De evaluatie zal bij de
uitwerking van het amendement worden betrokken. De regering zal de Tweede Kamer over de
uitwerking van het amendement informeren in de toegezegde brief over de beleidsvoorstellen
voor de activering van de Wajong.
Amendement Spekman c.s. ( nr. 57, vervangt 21 ): subsidie Stichting Steun Remigranten
170.000
Het amendement strekt ertoe subsidie te verlenen teneinde het voortbestaan van de Stichting
Steun Remigranten (SSR) te Berkane veilig te stellen.
De Minister heeft de Stichting Steun Remigranten bij brief gevraagd om hem een
subsidieverzoek voor te leggen. Aan de hand van de subsidieaanvraag kan, met inachtneming
van de Algemene Regeling SZW-subsidies, toekenning plaatsvinden.
Mede namens de staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(J.P.H. Donner)
---
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid