Uitspraak Van Gasteren tegen Pamela Hemelrijk

18/01/2008 17:10



Huijskens & Istha



PERSBERICHT NAAR AANLEIDING VAN ARREST HOGE RAAD VAN 18 JANUARI 2008 IN DE ZAAK LOUIS VAN GASTEREN TEGEN PAMELA HEMELRIJK

Amsterdam, vrijdag 18 januari 2008 - Mr. Herman Doeleman, advocaat van Van Gasteren, merkt naar aanleiding van het arrest op: "Volgens de Hoge Raad heeft Hemelrijk in haar Open Brief niet gesteld dat Van Gasteren geen verzetsdeelnemer is geweest. Dat kon zij ook niet doen omdat dat - het zijn van verzetsdeelnemer - nu eenmaal vast staat. Waar het in deze zaak volgens de Hoge Raad om ging was dat door of met medewerking van Van Gasteren in een uitzending van "Het Uur van de Wolf" was gezegd dat de liquidatie van Walter Oettinger als zodanig ook een verzetsdaad was. En dat laatste mocht Hemelrijk van het Amsterdamse hof en nu dus ook van de Hoge Raad weerspreken. Het gaat dus om een mening, een opinie van Hemelrijk die, in de woorden van hof en Hoge Raad, "op prikkelende wijze wordt gepresenteerd". Volgens de Hoge Raad heeft Hemelrijk niet gesuggereerd dat Van Gasteren Oettinger destijds gedood heeft uit geldelijk gewin. Van Gasteren las dat wel in haar Open Brief en is daarop aangeslagen. Wat Van Gasteren betreft wordt nu een streep onder deze zaak gezet."

Het arrest is overigens wel nog interessant voor juristen en journalisten in verband met een paar algemene overwegingen over hoe de rechter in uitingszaken te werk moet gaan. Gewezen wordt op het volgende:

De belangenafweging van de twee fundamentele rechten geschiedt, anders dan destijds uit het arrest Het Parool/Van Gasteren werd afgeleid, in één keer. Daarbij geldt in beginsel geen voorrang voor de vrijheid van meningsuiting tegenover de bescherming van de privacy(rov. 3.4.1.).

Een zuiver waardeoordeel kan ook onrechtmatig zijn ("excessief") als het onvoldoende feitelijke grondslag heeft (rov. 3.4.2.).

Met de komst van internet kunnen ook publicaties van particulieren op één lijn gesteld worden met een perspublicatie. Het begrip "de pers" wordt daarmee uitgebreid (rov. 3.6 en 3.7.).

Voor de vraag of een publicatie geldt als "column" is niet het etiket doorslaggevend, maar de inhoud: "niet een feitelijk relaas, maar een mening of oordeel dat op prikkelende wijze wordt gepresenteerd". De grenzen van de betamelijkheid mogen daarbij niet worden overschreden(rov. 3.8).

Aan de Open Brief kan niet de eis gesteld worden die aan onderzoeksjournalistiek gesteld worden, omdat het hier gaat om een (in prikkelende vorm gestelde) opiniërende publicatie (rov. 3.13), ook al kan de Open Brief ook anders worden gelezen.

Het hof heeft in voldoende mate overwogen dat Hemelrijk niet gezegd heeft dat Van Gasteren überhaupt geen verzetsactiviteiten heeft verricht en wel met de zin, volgend op de overweging dat Hemelrijk zich juist heeft gericht op Van Gasterens uitlating dat het doden van Oetinger een verzetsdaad was: "Meer heeft zij niet gedaan" . Hemelrijk heeft zich aldus beperkt tot het uitspreken van twijfel over het verzetskarakter van het doden van Oettinger (rov.3.14).