Ministerraad
Eenduidigheid in rechtsgang verdragsgerechtigden
Persbericht | 18-01-2008
De ministerraad heeft op voorstel van minister Klink van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport ingestemd met het creëren van een
eenduidige rechtsgang bij de administratieve rechter bij zaken over de
heffing van bijdragen bij verdragsgerechtigden. Hiertoe zal artikel 69
van de Zorgverzekeringswet (Zvw) worden gewijzigd. Door de
wetswijziging kunnen verdragsgerechtigden altijd in beroep bij de
bestuursrechter en treedt het College zorgverzekeringen (CVZ) in
dergelijke zaken altijd op als verweerder. Hiermee wordt
onduidelijkheid weggenomen en niet-eenduidige besluitvorming
voorkomen.
Met de aanpassing van artikel 69 Zvw wil het kabinet onduidelijkheid
over de rechtsgang bij zaken over de heffing en inhouding van de
bijdragen van verdragsgerechtigden wegnemen. Deze onduidelijkheid was
ontstaan door een aantal uitspraken van de Afdeling
Bestuursrechtspraak van de Raad van State (april 2007). Door die
uitspraken kan zowel de administratieve rechtsgang als de civiele
rechtsgang zijn aangewezen, afhankelijk van de vraag of er
toevalligerwijze naast een wettelijk pensioen of uitkering van de
Sociale Verzekeringsbank of het Uitvoeringsorgaan
werknemersverzekeringen (UWV) nog een aanvullende pensioenvoorziening
bestaat.
Tot het moment van doorvoeren van de wetswijziging geldt
overgangsrecht voor door een pensioenfonds of een werkgever verrichte
inhouding. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid om tot dertien weken na
inwerkingtreding van deze wet bezwaar te maken bij het CVZ in plaats
van dit geschil aanhangig te maken bij de civiele rechter.
Het wetsvoorstel wordt voor advies aan de Raad van State gezonden. De
tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de Raad van State
worden pas openbaar bij indiening in de Tweede Kamer.