ChristenUnie


Wetenschappelijk Instituut


Verslag mini-symposium: Duurzaamheid gewaardeerd

vrijdag 25 januari 2008 17:19 Graag een groter symposium! Die conclusie trok dagvoorzitter Jan van der Stoep uit het druk bezochte minisymposium Duurzaamheid gewaardeerd, vrijdagmiddag 18 januari jl. in Amersfoort. In onderstaande bericht doet Rob Nijhoff uitgebreid verslag van het succesvolle symposium. Ook kunt u hier de powerpointpresentatie van Prof. Van Egmond downloaden, waarom veel bezoekers hebben verzocht.

Welk waardenpatroon stimuleert duurzaam gedrag?

Een verslag door Rob Nijhoff

Dagvoorzitter Jan van der Stoep opende het symposium door aandacht te vragen voor het `Noachitisch verbond' dat God heeft `met alle levende wezens op aarde': blijkens Genesis 9 bekommert God zich niet alleen om de mensheid. Namens het Wetenschappelijk Instituut van de ChristenUnie presenteerden Rob Nijhoff en Cors Visser twee essays, `Een groene Bijbel?' en `Reken je groen?' (download hier en hier) Esmé Wiegman met milieuzaken in haar portefeuille als ChristenUnie Tweede Kamerlid, bezocht eind 2007 `Bali'. Zij onderstreepte de onlosmakelijkheid van duurzaamheid en gerechtigheid, en zocht naar daadkracht en keuzes bij het kabinet. Prof. dr. Klaas van Egmond betoogde de noodzaak van een gebalanceerd, niet eenzijdig waardenpakket voor een duurzame wereld.

Hoe groen is de Bijbel? Op die vraag gaf Rob Nijhoff een dubbel antwoord. De bijbel gaat primair over verzoening, dat is de `rode draad'; vergroening is dus hoogstens secundair, een mogelijk gevolg van keuzes die christenen maken in hun eigen cirkel van verantwoordelijkheden. Tegelijk laat zich de rol van de mens op aarde nog altijd vanuit het `bouwen en bewaren' typeren als een pachter of `rentmeester', verantwoordelijk voor het voorraadbeheer van het eindige bestand aan grondstoffen, frisse lucht en drinkbaar water. Sterker: wie zijn levenssfeer met dankzegging en gebed wil wijden aan de Gever van alle goeds, kan moeilijk ondertussen verwoestend blijven omgaan met Zijn flora en fauna.

Na dit vertrek vanuit `rentmeesterschap' en `wijding' introduceerde Cors Visser een `waardeafwegingskader' dat helpt om in een besluitvormingsproces de verschillende waarden, dimensies en afwegingen te benoemen die een keuze tot duurzaam of minder duurzaam maken. In zijn essay `Reken je groen' gaat het hem dus niet om het rekenen, maar om het expliciet ter sprake brengen. Het gaat immers niet eendimensionaal alleen om biodiversiteit of vervuiling (`planet'), maar net zo goed om gezondheid en welzijn (`people') en mondiale economische ontwikkeling, armoedevermindering (`prosperity'). Zeker de overheid moet in haar besluitvoming oog hebben voor zowel korte als lange termijn, maar de gevolgen van ingrijpen ook afwegen tegen de gevolgen van niet-ingrijpen.

Esmé Wiegman verwees in haar waarderende reactie op beide essays onder meer naar prof. Rotmans (EUR) die onlangs signaleerde hoe weinig verbonden burgers zich voelen met ruimte en landschap. Tegenover dergelijke vervreemding en desintegratie kan bijbelse doordenking voeding geven aan politieke inbreng die inzet bij `verbinden', in allerlei opzichten. In het waardeafwegingskader van Cors Visser herkende ze de zinvolle benadering die rond biotechnologie is ingezet in Toetsen en begrenzen (2000). Vervolgens komt wel de politieke vertaling: `Uitgangspunt zou moeten zijn: het gelijke recht van elke wereldburger op het duurzaam gebruik van de atmosfeer.' Rechtvaardigheid, evenredigheid - mondiaal, tot in het meebeslissen door betrokkenen toe.

Al naderen kilometerheffing, vliegtaks en vergroening van belastingen, de ChristenUnie wil scherpere keuzes, en dreigt daarom ook bijvoorbeeld de `kolentaks' van GroenLinks te gaan steunen. Anderzijds, het stellen van (kwantitatieve) doelen zonder criteria leidt tot ontbossing en andere ongewenste neveneffecten. Dus: heilige verontwaardiging is een goede prikkel, maar die moet wel leiden tot een verstandig afwegen aan de hand van goed gekozen criteria, en uiteindelijk tot expliciete keuzes. Niet alleen door de overheid, ook bij de burger.

Flamboyant plaatste prof. Klaas van Egmond tenslotte de waarde-oriëntaties die je nu zoal in Nederland tegenkomt (`zorgzamen', `hedonisten', `geëngageerden', enz.) tegen het décor van een cirkelende wereldgeschiedenis: cultuurfilosofisch spiralen de leidende culturen in de wereld heen en weer tussen een meer geestelijke gerichtheid (Homerus, Augustinus) en een meer materiële (Epicurus, Thatcherisme), tussen diversiteit (het Romeinse Rijk na Julius Caesar) en uniformiteit (de Middeleeuwen). Ideaal zou zijn om positie te kiezen, niet extreem richting één van die vier polen (het geestelijke, materiële, diverse en verbindende), maar juist in het midden, of liever: door zoveel mogelijk van deze verschillende aspecten evenwichtig recht te doen. Voor de overheid bepleitte hij daarom ook een anticyclisch, Keynesiaans beleid: als de samenleving eenzijdig economisch denkt, moet de overheid juist `planet' en `people' naar voren halen, en andersom.

Zaalreacties op alle sprekers betroffen onder andere de herkomst van het begrip `duurzaamheid'; de (nu nog ontbrekende) samenhang tussen beide essays; de verfindustrie die zich uit Nederland weggepest voelt, terwijl juist verf de levensduur van zaken verlengt; hoe het hindelijke korte termijn-karaker van de politiek tegen te gaan, en het grillige subsidiebeleid waarmee de overheid zich opstelt als onbetrouwbare partner; een grotere focus op armoede; en het probleem van nog niet al te duurzame vleugels in de ChristenUnie-achterban zelf. Aan de bar werd nog lang na afsluiting van het slotpanel doorgepraat - en dat onderstreepte de behoefte aan een breder opgezet vervolg, die dagvoorzitter Jan van der Stoep in zijn slotwoorden signaleerde.

KLIK HIER om de powerpointpresentatie van prof. Van Egmond te downloaden.
Zie het origineel