MNP: Verdwijnen agrarisch landschap niet onontkoombaar

21/01/2008 09:25



Milieu- en Natuurplanbureau



Huizen, bedrijven, wegen maar ook kassen en megastallen bedreigen het typisch Nederlands boerenlandschap. Met ruimtelijk beleid kunnen nationale landschappen beschermd worden door de inzet van de nieuwe wet op de ruimtelijke ordening (Wro). Er moet daarnaast geld bij om de boeren te helpen het landschap te beschermen. Dat blijkt uit het rapport "Landbouw in de Nationale Landschappen; Perspectief grondgebonden landbouw als drager van het cultuurlandschap" van het Milieu- en Natuurplanbureau, dat vandaag verschijnt.

Agrarisch landschap
Tot ver in de 20-ste eeuw was het Nederlandse landschap een agrarisch landschap. Ook het Rijk heeft in de "Nota Ruimte" de landbouw erkend als drager van typisch Nederlandse cultuur. Behoud van dit agrarisch landschap wordt voornamelijk bepaald door ruimtelijk beleid. Als boeren hun grond verkopen omdat ze geen opvolger hebben, komt daar in de meeste gevallen een andere boer voor in de plaats, tenzij de overheid tot een andere bestemming besluit, bijvoorbeeld verstedelijking of de aanleg van infrastructuur. Dat betekent dat het agrarische landschap nooit 'vanzelf' verdwijnt. Daarmee is het typische boerenlandschap echter nog niet behouden, want lonende landbouw en landschappelijkheid gaan meestal niet hand in hand

Vergoeding voor landschapsbeheer
Voor herstel en versterking van het landschap in de Nationale Landschappen is naar schatting jaarlijks 180 miljoen euro extra nodig. Specifiek voor agrarisch landschapsbeheer bedraagt het gat ongeveer 25 miljoen euro per jaar. Op termijn kan de hervorming van het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid perspectief bieden voor Europese subsidies. Maar dat vraagt waarschijnlijk wel nationale (mede)financiering.

EINDE PERSBERICHT

Het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) voorziet de Nederlandse regering van onafhankelijke evaluaties en verkenningen over de kwaliteit van de fysieke leefomgeving en de invloed daarvan op mens, plant en dier. Het MNP vormt de brug tussen wetenschap en beleid.