FNV

|Datum                           |
|17 januari 2008                 |
|Onderwerp                       |
|Nano-technologie                                               |
FNV wil meer openheid over 'geheimzinnige' nano-technologie

Geheimzinnigheid van het bedrijfsleven staat een publiek debat over de voor- en nadelen van nano-technologie in de weg. Die conclusie trekt FNV-federatiebestuurder Leo Hartveld in een openingsspeech voor een studieconferentie van het Europees Vakverbond (EVV) in Amsterdam over het omgaan van werknemers met chemische stoffen. "Schijnbaar is er veel te verbergen," aldus Hartveld.

De FNV is samen met haar Europese koepel bezorgd over welke beschermende maatregelen de overheden in lidstaten nemen om werknemers die met nanodeeltjes werken te beschermen. Hartveld: "Onze regering zegt dat de huidige wetgeving voldoende beschermende handvatten heeft om nano-risico's tegen te gaan. Maar wij betwijfelen dit. Zo vragen wij ons af wat het kennisniveau nu is van bijvoorbeeld de Arbeidsinspectie?"

Hartveld zette ook vraagtekens bij de meeteenheid die men hanteert om nanorisico's vast te stellen. Ook vroeg de federatiebestuurder, die arbo in zijn portefeuille heeft, zich af: " Welke meetmethoden worden gebruikt bij inspecties? En waarom wordt er niet eerst nagedacht over een goed beschermingsniveau voorafgaand aan productieprocessen?"

De FNV stelt in ieder geval vast dat geijkte beschermingmaatregelen, zoals ventilatie en het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen ontoereikend zijn vanwege de specifieke eigenschappen van nanodeeltjes.

Nanotechnologie is een nog jonge technologie die synthetische en natuurlijke stoffen en materialen manipuleert op het atomaire en moleculaire niveau. Deze processen spelen zich af op het niveau van tussen de 1 en 100 nanometer. Om een idee te geven van de schaalgrootte: een enkele menselijk haar heeft een dikte van ongeveer 80.000 nanometer.

De FNV erkent dat nanotechnologie grote mogelijkheden heeft. Maar tegelijkertijd stelt Nederlands grootste vakcentrale vast dat er veel onbekende risico's op de loer liggen. Daarom pleit zij voor een breed publiek debat. Maar beleidsmensen van FNV en ook overheid stuitten bij het bedrijfsleven tot nu toe op gesloten deuren.

FNV Voorlichting/
Paulus Plas: 020 - 58 16 553

Op www.fnv.nl staat een factsheet over nanotechnologie en de speech van Leo Hartveld.
-----------------------

Hoofdkantoor

Bezoekadres
Naritaweg 10
1043 BX Amsterdam

Postadres
Postbus 8456
1005 AL Amsterdam

T 0900 330 0300
F 020 68 44 541
I www.fnv.nl

Bank
63 50 33 178

|Embargo tot                                                   |
|Maandag 21 januari                                            |
|9.00 uur                                                      |
|                                                              |
|                                                              |
|Speech FNV-federatiebestuurder Leo Hartveld                   |
|op de EVV-conferentie Workers Protection & Chemicals          |
|21 januari 2007 te Amsterdam                                  |
|                                                              |
Beste vakbondscollega's uit zoveel landen!

Namens de Nederlandse vakbeweging heet ik u hartelijk welkom in Amsterdam. Ik ben Leo Hartveld en ben bestuurder van de vakcentrale FNV: The Confederation of Dutch Trade Unions FNV.
U vergadert vandaag over Europees vakbondsbeleid ten aanzien van chemische stoffen. Dan zit u hier in onze hoofdstad helemaal goed.
Amsterdam is immers wereldberoemd is om zijn ethanolverbruik (Heineken) en andere geestverruimende middeltjes ter stimulering van denken en doen.

Met mijn opmerking over ethanol sluit ik gelijk aan bij de Nederlandse actualiteit. De commissie Arbeidsomstandigheden van de Sociaal Economische Raad, waarin sociale partners advies aan de regering uitbrengen over grenswaarden van specifieke carcinogene stoffen, hebben werkgevers en werknemers nog steeds een verschil van inzicht over de hoogte van een nieuwe grenswaarde voor ethanol. En daardoor moeten wij nog even moeten wachten op een vernieuwde wettelijke grenswaarde voor deze stof. Vakbonden willen de grens leggen op 130 milligram per kubieke meter, terwijl werkgevers niet lager willen dan 500. De huidige waarde ligt overigens op 1000 milligram. Maar wij hebben goede hoop dat ook de werkgevers ons voorstel zullen overnemen, omdat er geen praktische problemen zijn om dit niet te doen: 130 is een haalbare en werkbare grens voor deze kankerverwekkende stof.

Voor de CMR-stoffen waarvoor je geen veilige grens kunt vaststellen - de Carcinogene, Mutagene en Reprotoxische stoffen - is er een apart regime, waarin vervanging de eerste stap is. Kan dat niet, dan worden voor deze groep stoffen wettelijke grenswaarden vastgesteld, gebaseerd op de risicobenadering. Hierbij wordt getracht om enerzijds de blootstelling en grenswaarde zo laag mogelijk te houden. Anderzijds wordt de mogelijkheid opengehouden toch met deze stoffen te kunnen werken. En u ziet 'm al aankomen:
dan krijgen werknemers- en werkgeversorganisaties het wel eens met elkaar aan de stok wanneer zij hierover met elkaar onderhandelen.

In Nederland moeten bedrijven die werken met niet-kankerverwekkende stoffen gezondheidskundige grenswaarden aanhouden. Dat is soms lastig.
Immers, voor een aantal stoffen bestaat zo'n grens niet en dan moet men er zelf eentje vaststellen. En in een ander geval zijn er meerdere gezondheidskundige grenswaarden voor eenzelfde stof. Om het werkgevers makkelijk te maken in het doen van de juiste keus, heeft de SER een Leidraad Chemische Stoffen ontwikkeld. Daarmee kunnen werkgevers in het midden- en kleinbedrijf met behulp van dit digitale instrument zelf een grenswaarde afleiden. Zeer binnenkort zal deze Leidraad via internet beschikbaar zijn en wellicht in de toekomst is hij in meerdere landen te gebruiken. Later deze dag kunt u nog uitvoerig kennis nemen van de wijze waarop wij in Nederland omgaan met het vaststellen van grenswaarden aan carcinogene stoffen en andere gevaarlijke stoffen.

Beste collega's,
Het veilig gebruik van chemische stoffen wordt vooral gezien als een zaak van 'specialisten'. Werkgevers en werknemers blijven het vaak een lastig onderwerp vinden. Toch is dat niet altijd terecht.
Je hoeft als werknemer geen chemicus te zijn om te weten wat je mag eisen van je werkgever: er moet een volledige en complete Risk-Assesment in het bedrijf zijn, je mag eisen dat je werkgever uitlegt waarom hij een bepaalde grenswaarde of werkwijze hanteert, je mag persoonlijke beschermingsmiddelen eisen.
En als er antwoorden vaag blijven, dan kun je bij je vakbond terecht voor advies. Onze grootste vakbond FNV Bondgenoten heeft zelfs een 'arbeidsomstandighedentelefoon'.

Collega's,
Laten we op studiedagen als deze ook de praktijk van alle dag niet vergeten. Want met het stellen van veilige grenswaarden alleen zijn we er niet. U gaat de komende dagen veel horen over chemische risico's in Europa. Zo staat Reach op het programma.
Terecht, want hoewel dit nieuwe Europese stoffenbeleid nu is vastgesteld, komt het aan op een goede uitvoering. Aan ons vakbonden de taak goed op te letten of datgene wat moet gebeuren ook werkelijk wordt uitgevoerd. Ik ben bijvoorbeeld benieuwd welke rol bijvoorbeeld de DNEL's - de No Derived Effect Levels - gaan spelen. Deze grenswaarden moeten producenten zelf gaan aangeven voor hun stoffen. Maar zullen deze Dnel's een aanvulling zijn op bestaande grenswaarden? Of worden ze een bedreiging voor goed onderbouwde wetenschappelijke grenswaarden? Ook daarin zal de ETUC (het EVV) een belangrijke hoeder zijn. Net als wijzelf, de vakbonden en hun leden.

Zonder nu over alle onderwerpen van de conferentie iets verstandigs te willen zeggen, wil ik nog even stilstaan bij het agendapunt Nano-technologie. Allereerst dank ik Pieter van Broekhuizen en zijn IVAM voor het zeer belangrijke project Nanocap dat ons allen in staat stelt veel kennis te verwerven over dit onderwerp. Toen wij anderhalf jaar geleden met het project gingen meedoen, klonk het allemaal nogal StarWars-achtig. En nog steeds wordt door de opstelling van Nano-actieve bedrijven de geheimzinnigheid bevorderd. Zo werden wij als FNV niet binnengelaten bij een bedrijf als Akzo Nobel. Een gemaakte afspraak werd op het laatste moment zonder reden afgezegd. Ook de overheid zelf, die nu onderzoek laat uitvoeren naar ' de stand van zaken' rondom nano-technologie in Nederland komt voor gesloten deuren. Schijnbaar is er veel te verbergen.
En dat staat een publiek debat over de voor- en nadelen van nano-technologie in de weg.

Wij maken ons, samen met de ETUC, bezorgd over welke beschermende maatregelen de overheden in de Europese landen nemen om werknemers die met nano-deeltjes werken te beschermen. Nu al zien we vele toepassingen van nano-deeltjes in producten. Onze regering zegt dat de huidige wetgeving voldoende beschermende handvatten heeft om nano-risico's tegen te gaan. Maar wij betwijfelen dit.
Zo vragen wij ons bezorgd af wat het kennisniveau nu is van bijvoorbeeld de Arbeidsinspectie? En ook welke meeteenheid men hanteert om nanorisico's vast te stellen? Welke meetmethoden worden gebruikt bij inspecties? En waarom er niet eerst gedacht wordt over een goed beschermingsniveau voorafgaand aan productieprocessen? Zo zijn geijkte beschermingmaatregelen, zoals ventilatie en het dragen van persoonlijke beschermingsmiddelen totaal ontoereikend vanwege de specifieke eigenschappen van nanodeeltjes.

Beste mensen,
Ik hoop van harte dat jullie deze dagen veel nuttige kennis kunnen bundelen om zo te komen tot stevig ETUC-beleid. Een aanpak waarin wij op Europees niveau gezamenlijk een vuist kunnen maken tegen ontoelaatbare risico's. Risico's die leiden tot veel te veel werknemers die vroegtijdig sterven door blootstelling aan chemische stoffen. Een situatie die ontoelaatbaar is en helaas niet de aandacht krijgt die het verdient. Alleen in Nederland al sterven er jaarlijks meer dan 1850 werknemers door deze chemische troep. Denkt u eens even in:
Meer werknemers sterven vroegtijdig door factoren die met werk te maken hebben, dan in het verkeer. Ieder jaar weer voltrekt zich alleen al in Nederland deze ramp die eenzelfde hoeveelheid doden eist als het aantal doden van bijvoorbeeld de Twin-Towers-ramp. En dat moeten we veranderen, want op Europees niveau is de situatie nog veel erger: Meer dan 1 miljoen arbeidsgerelateerde kankerdoden in 2006. Niet alleen door asbest, maar ook door stoffen als houtstof, en natuurlijk talloze chemische stoffen gebruikt in de petrochemische industrie. Dat is een smet op Europa , een schandvlek op onze welvaart. Die moet worden opgeruimd.
Ik dank u voor de aandacht en wens u nogmaals veel succes!

{pic} Speech N = "N" "" "spreekversie"
Het gesproken woord geldt

Basisbegrippen Nanotechnologie:
Wat is nanotechnologie?
Nanotechnologie is de techniek die het mogelijk moet maken te werken met deeltjes in de orde van grootte van een aantal nanometers. Eén nanometer is een miljardste meter. Dit is een schaal van die net boven die van atomen en moleculen ligt. Een enkel menselijk haar is ongeveer 80.000 nanometer in omvang, om u een idee te geven van de schaalgrootte. Het voorvoegsel 'nano' in het woord nanotechnologie slaat op de piepkleine schaal waarop de nanotechnologie zich afspeelt, namelijk de schaal van één tot enkele nanometers. Een nanometer = 1 nm = 10-9m!. We zien dat een nanometer een lengte is waarop nog maar enkele atomen passen. Natuurlijke nanodeeltjes komen ook in de natuur voor: bosbranden, vulkanen, branden van kaarsen thuis, bij veel typen natuurlijke verbranding komen nanodeeltjes vrij. Het grote gevaar zit hem in het manipuleren van niet-natuurlijke, synthetische stoffen. Nanotechnologische processen kun je toepassen op zo'n beetje alle te fabriceren producten in praktisch alle sectoren. De potentiele omvang van commerciële toepassingen is daarom ongekend groot. Het ontwerpen en construeren op dit niveau maakt het bijvoorbeeld mogelijk om aan voedselproducten nano-deeltjes/ingrediënten toe te voegen die kunnen dienen als sensor om zo te bezien waar deze deeltjes overal terecht komen. Maar ook om het product aantrekkelijker te maken voor de verkoop, wat betreft smaak, kleur en sterkere werking. BASF stopt dergelijke deeltjes in fruitsappen en margarines. Ook in bepaalde pesticidenproducten zitten deze deeltjes, om de chemische werking van de pesticiden te optimaliseren. Onduidelijk is hierbij wat dit met de planten of gebruiker zelf doet. Om hoeveel bedrijven en blootgestelde werknemers gaat het in Nederland? Dat is momenteel onduidelijk. Geschat wordt dat er zo'n 200 tot 250 bedrijven actief bezig zijn met nanodeeltjes , op wat voor manier dan ook. Dat zijn bijvoorbeeld grote bedrijven als Akzo (verf) en DSM (verpakking) en Unilever (voeding). Maar ook vele kleine bedrijven (kleine verfproducenten, experimentele laboratoria, apotheken). Hoeveel werknemers worden blootgesteld is onduidelijk, maar dat zijn er zeker duizenden. Onderzoek wordt momenteel verricht. Wat zijn de risico's?
Ondanks het feit dat inmiddels honderden producten op de plank liggen, is er vrijwel niets bekend over de toxicologische werking van de door de mensen ontworpen nanodeeltjes. Wat wel bekend is, is dat chemische deeltjes op nanoschaal een groter oppervlakte hebben en daardoor een sterkere reactiviteit hebben. Een op micro-schaal ongevaarlijke stof kan op nanoschaal opeens wel gevaarlijk en giftig worden. Enkele studies laten ophoping van nanodeeltjes in bijvoorbeeld tumoren van de lever zien. Ook in hartcellen vindt men deze deeltjes. Schijnbaar dringen sommige type deeltjes makkelijk dwars door de huid en hopen zich 'ergens'op, alwaar ze de natuurlijke celdeling kunnen verstoren, met als gevolg bijvoorbeeld kanker. Het gevaar zit hem dus niet alleen in het inademen. De UK Royal Society and Royal Academy of Engineering zegt : "Het vrijkomen van nanodeeltjes zou drastisch moeten worden beperkt". De Europese Commissie bij monde van het Europese Scientific Committee on Emerging and Newly Identified Health Risks (SCENIHR) trekt identieke conclusies Veel gebruikte Nanodeeltjes:
Titaniumdioxide en andere zilver- metaalverbindingen , carbon black. Visie (vorig) Kabinet
De visie van het kabinet Balkenende 2-3, neergelegd in de nota 'Van klein naar Groots' en ondertekend door maar liefst acht bewindslieden, is, dat Nederland hieraan meedoet en daarbij niet alleen probeert bij te blijven op kennisgebied, maar ook een plaats in de kopgroep houdt. Hoe worden werknemers momenteel beschermt tegen blootstelling? In bovengenoemde visie stelt Den Haag: " Het Kabinet vindt dat de thans vigerende wet- en regelgeving voldoende handvatten biedt om risico's te beheersen". Een merkwaardige conclusie, omdat in volgende paragrafen wordt gesteld dat de Arbo-wet onvoldoende garanties biedt waarmee veilige werkplekken kunnen worden ingericht. Ook in het Europese chemische stoffenbeleid REACH staat nanotechnologie nog vaag omschreven. Daarnaast kan de Arbeidsinspectie niet handhaven Men heeft geen meetmethoden om te bepalen wanneer de werkplek wel of niet veilig is. Men weet er eigenlijk niets van. Waarom dit kabinet dan toch van oordeel is dat de huidige regelgeving voldoet, is dus geheel onduidelijk. Wat wil dit Kabinet met nanotechnologie? Een onderzoeksagenda, een observatiepost, het volgen van internationale ontwikkelingen? Wat moet er volgens de FNV gebeuren?
. Volgens Nederlands grootste vakccentrale moet er sowieso meer openheid komen over nanotechnoligie. Daarom pleit zij voor een breed publiek debat. . Ook moeten er meetmethoden en rekeneenheden komen waarmee je deeltjesgrootte en blootstelling kunt berekenen . Er moeten heldere wet- en regelgeving komen op het terrein van nanotechnologi teneinde de gezondheid van werknemers te beschermen. . Werkgevers moeten nanorisico's in hun Risico Invenatrisatie beschrijven. . Producenten moeten op hun produkten vermelden of en welk type nanodeeltjes erin verwerkt zijn en wat de mogelijk effecten kunnen zijn voor burgers en werknemers hebben een 'right to know'. . Het ongebreideld verwerken van nanodeetjes in produkten moet worden gestopt, zolang de gezondheidseeffecten onduidelijk zijn. Dit geldt zeker voor zgn. fun-artikelen (reinigingsdoekjes, Nanotennisballen etc.) Tenslotte
Europa investeert in vier jaar bijna 1,5 miljard euro in de ontwikkeling en toepassing van nanotechnologie. De markt bereikt in 2010 de 1000 miljard dollar, terwijl er nog geen enkele regulering van risico's is. Erkende wetenschappelijke instituten, waaronder de Nederlandse Gezondheidsraad, waarschuwen voor evidente kennistekorten.


---- --