TNS NIPO

Foto

Publicaties over onderzoek i.s.m. RTL

22 januari 2008

Huisartsen: zelfdiagnose gevaarlijk

Zeven op de tien Nederlanders (71%) geven aan dat zij, voordat ze de laatste keer contact hadden met de huisarts, zélf een idee hadden over de ziekte die ze mogelijk konden hebben of over de behandeling die ze nodig zouden hebben. Nederlandse huisartsen krijgen dan ook vaak te maken met patiënten die zelf aangeven welke aandoening zij denken te hebben. Zes op de tien huisartsen (61%) zeggen een of meerdere keren per dag patiënten te zien of te spreken, die zelf met een diagnose komen1. Dit blijkt uit onderzoek van TNS NIPO, in opdracht van RTL Nieuws.

Patiënten die aangeven welke behandeling ze denken nodig te hebben, komen volgens huisartsen minder vaak voor dan patiënten die aangeven welke aandoening ze denken te hebben. Eénderde van de huisartsen (33%) zegt meerdere keren per dag patiënten te zien of te horen die zelf aangeven welke behandeling zij denken nodig te hebben2.

Volgens huisartsen komen patiënten het vaakst tot zelfdiagnose na raadpleging van het internet (48% van de huisartsen noemt dit). Ruim een kwart van de huisartsen (27%) geeft aan dat patiënten tot zelfdiagnose komen door het raadplegen van vrienden, familie of kennissen die dezelfde aandoening hebben of iemand kennen die de aandoening heeft.

Een op de vijf Nederlanders (21%) zegt bij (het vermoeden) van ziekte in eerste instantie informatie op het internet te zoeken. Nog eens drie op de tien Nederlanders (32%) raadplegen in tweede instantie het internet. De helft van de Nederlanders (53%) raadpleegt overigens nog altijd in eerste instantie de huisarts. Van de patiënten die vóór hun laatste bezoek aan de huisarts al een idee hadden wat het kon zijn, zegt één op de tien (10%) tot zijn of haar diagnose te zijn gekomen door het raadplegen van het internet.

Volgens vier op de tien huisartsen (40%) lopen mensen, door zelfdiagnose op basis van informatie op het internet, schade op die te voorkomen was geweest. Evenveel artsen denken dat dit niet het geval is (41%), een op de vijf artsen (19%) heeft geen mening. Zes op de tien artsen (62%) zijn het (helemaal) niet eens met de stelling dat patiënten vaker op het internet zouden moeten kijken of zij zelf de oplossing voor een klacht kunnen vinden, voordat ze de huisarts bellen. Een kwart van de artsen (26%) is het hier juist wel (helemaal) mee eens.

1 94% van de huisartsen zegt in ieder geval meerdere keren per week patiënten te zien of te horen die zelf aangeven welke aandoeningen zij denken te hebben.
2 Ruim driekwart van de huisartsen (78%) ziet in ieder geval meerdere keren per week patiënten die zelf aangeven welke behandeling zij denken nodig te hebben.

C0525/C5879 | TNS NIPObase (CATI) | Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van RTL Nieuws. Het veldwerk vond plaats in december 2007. In totaal werden 890 Nederlanders van 18 jaar en ouder (n=890) en 451 huisartsen (n=451) ondervraagd.

Bij publicatie of verspreiding graag de bron TNS NIPO/RTL Nieuws vermelden. Voor eventuele vragen kunt u contact opnemen met Tom van der Horst (tel: 020 522 57 45).