BouwNed

Consultatiedocument 23 januari 2008
23-01-2008

Uitvoeringsregels Aanbestedingswet verder aanscherpen

De voorstellen van minister Maria van der Hoeven van Economische Zaken voor de nadere uitwerking van de uitvoeringsregels voor de Aanbestedingswet vallen bij Bouwend Nederland in het algemeen in goede aarde.

Vooral de uniformering van de aanbestedingsregels en maatregelen om administratieve lasten tegen te gaan, zullen het voor bouwers gemakkelijker maken om op overheidsaanbestedingen in te schrijven. BNL benadrukt daarbij dat zo'n uniformering niet ten koste hoeft te gaan van de vrijheid van de aanbesteder om de bij het project passende bouworganisatievorm, contractvorm, aanbestedingswijze, geschiktheidseisen en gunningscriteria, te kiezen.

De voorstellen van de minister zijn opgenomen in een Consultatiedocument, waarop Bouwend Nederland recent gereageerd heeft.

De nieuwe Aanbestedingswet ligt momenteel ter goedkeuring bij de Eerste Kamer. De uitvoeringsregels bij deze kaderwet zullen worden vastgelegd in twee Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB's). Over de inhoud daarvan heeft het ministerie van EZ de afgelopen maanden intensief overlegd met alle betrokkenen: opdrachtgevende overheden en vertegenwoordigers van aanbieders. Op basis van dat overleg is het Consultatiedocument tot stand gekomen. Een werkwijze die tamelijk uniek is, en waarvoor Bouwend Nederland veel waardering heeft.

Reactie op onderdelen


- (Bouw)werken onder de EUR 5,1 miljoen kunnen ook worden aanbesteed met behulp van een procedure waarbij simultaan onderhandeld wordt door de aanbesteder met verschillende gegadigden. De communicatie die daarbij tussen aanbesteder en het individuele bedrijven plaatsvindt kan de kwaliteit van hun aanbieding ten goede komen, zeker waar het om meer complexe opdrachten gaat, aldus Bouwend Nederland. De informatie die bij deze onderhandelingen wordt uitgewisseld, moet wel vertrouwelijk blijven tussen aanbesteder en ieder onderhandelend bedrijf.


- (Bouw)werken met een waarde tot EUR 1,5 miljoen kunnen ook onderhands worden aanbesteed. Daarbij worden ten minste drie bedrijven door de aanbesteder aangezocht om een aanbieding te doen. Bouwend Nederland zou meer ruimte voor toepassing van deze aanbestedingswijze zien door het bedrag aanzienlijk te verhogen. Daarbij is te bedenken dat de kosten van het volgen van de onderhandse procedure vele malen lager liggen dan wanneer het werk openbaar of met voorafgaande selectie wordt aanbesteed.


- Om onnodige clustering van werken tegen te gegaan, doet de minister enkele voorstellen voor een mogelijke oplossing, zoals een plicht om altijd de inschrijving in percelen mogelijk te maken. Bouwend Nederland ziet de oplossing veel meer in een verplichting voor de aanbesteder om voor de aanbesteder om, indien een werk niet in percelen gesplitst is, van te voren te motiveren, waarom dat niet gebeurd is. Clustering is alleen nuttig wanneer de geclusterde onderdelen een logisch en samenhangend geheel vormen. Een en ander moet leiden tot een grotere bewustheid van aanbesteders bij de bepaling van de omvang van het werk. Bij opdrachten die geclusterd mogen worden, dienen de geschiktheidseisen overigens aangepast te worden om beter mogelijk te maken dat ook MKB bedrijven meedingen.


- Aanbieders zullen in de toekomst een Eigen Verklaring volgens een vastgesteld format kunnen aanleveren over hun financiële en economische draagkracht. Door de standaardisering van deze informatie hoeft een aanbieder de Eigen Verklaring maar eenmaal op te stellen, wat scheelt in de administratieve lasten. Aanbestedende diensten kunnen bij gunning het standaardformulier gemakkelijk verifiëren, wat ook weer (tijd)winst kan opleveren.


- Voor bepaalde categorieën opdrachten zal het ministerie van Justitie de integriteit van zowel het bedrijf als de bestuurders daarvan toetsen. Hebben het bedrijf of bestuurders zich schuldig gemaakt aan strafbare feiten (fraude, omkoping, witwassen, deelneming aan een criminele organisatie en andere relevante delicten) en overtredingen van de mededingingsregelgeving, dan krijgen ze geen Integriteitsverklaring en kunnen dus niet meedoen aan de aanbesteding. Bedrijven en bestuurders die na de bouwaffaire aan een aantal voorwaarden hebben voldaan, worden niet van een integriteitsverklaring uitgesloten. Die lijn geldt nu al en wordt - terecht - voortgezet. Bouwend Nederland juicht dat dus toe.


- Bouwend Nederland vindt het een goede zaak dat disproportionele geschiktheidseisen wordt aangepakt. Slechts voor werken boven EUR 1,5 miljoen kan een omzeteis worden gesteld. Dat is een goed voornemen, aldus Bouwend Nederland, omdat men daarmee aan het MKB tegemoetkomt. Op andere onderdelen van de plannen over geschiktheidseisen heeft Bouwend Nederland echter kritiek. Dat betreft het ongeclausuleerd toestaan van het hanteren van omzeteisen tot 300%. Bouwend Nederland is bovendien niet blij met het kunnen eisen van 3 referentiewerken per aanbestede opdracht. Dat schaadt bouwbedrijven, en in het bijzonder het MKB. Ook vindt Bouwend Nederland dat van de door de minister voorgestelde normen veel te gemakkelijk door aanbesteders kan worden afgeweken. Dat zou alleen mogen in echte uitzonderingssituaties: de aanbesteder dient dan wel deugdelijk te motiveren waarom een afwijking gerechtvaardigd is.


- De minister doet te weinig aan het bestrijden van onredelijke voorwaarden in overheidscontracten. BNL bepleit dat een lijst van typen van bepalingen wordt opgesteld die, als zij voorkomen in overheidscontracten, vermoed worden disproportioneel te zijn. En ten minste moet in regelgeving een algemene norm moeten worden opgenomen die het bedrijven mogelijk maakt om disproportionele contractvoorwaarden aan de rechter ter toetsing voor te leggen.


- In het aanbestedingrecht draait alles om transparantie. En daarom is het niet juist dat in de voorgenomen regelgeving geen voorschriften zijn opgenomen die meer transparantie teweeg brengen in die fase van de procedure waarom het allemaal draait, te weten het door de aanbesteder kennisnemen van de door de inschrijvers gedane aanbiedingen. Het is voor de inschrijvers niet alleen van belang om te kunnen vaststellen dat op dat moment de aanbesteder niet eerder van een inschrijving kennis heeft genomen, maar ook dat de aanbiedingen compleet zijn, wie de beste kaarten voor gunning van de opdracht heeft en wie de andere inschrijvers waren. Wanneer die transparantie er wel is, wordt voorkomen dat - zoals meer dan eens gebeurt - bedrijven lange tijd in onzekerheid verkeren over hun kansen op de opdracht, waardoor zij ook niet weten of zij nog capaciteit moeten blijven reserveren.

Bouwend Nederland hoopt dat er met de nieuwe uitvoeringsregels meer eenvormigheid in overheidsaanbestedingen zal komen en dat de regels meer ruimte zullen bieden aan deelname van MKB-bedrijven.