Ministerie van Financiën

VBM Business Club

toespraak | 23-01-2008 | Den Haag, Staatssecretaris

De maatregelen die we op Prinsjesdag vorig jaar hebben aangekondigd in het Belastingplan, zijn inmiddels op 1 januari in werking getreden.

Die klus zit erop! Het was een intensieve periode, die begon met de eerste voorbereidingen van het Belastingplan al aan het begin van mijn ambtsperiode. En die eindigde met de behandeling in de Tweede en Eerste Kamer. Eigenlijk denken we zachtjesaan alweer na over het Belastingplan 2009. Dus alleen al aan de tijd die ik eraan besteed kun je zeggen dat het maken van een jaarlijks Belastingplan een van mijn hoofdtaken is.

En het is, gemeten naar de inhoud, ook terecht een van mijn hoofdtaken.

U heeft me gevraagd een toelichting te geven op het Belastingplan 2008 en de gevolgen die het heeft voor het MKB. Het lijkt me goed om u dan allereerst te vertellen wat het Belastingplan eigenlijk is.

Het Belastingplan is in feite een wet. Hij wordt op Prinsjesdag aan de Tweede Kamer aangeboden. In het Belastingplan staan de belastingmaatregelen die nodig zijn om de overheidsfinanciën het komende jaar rond te krijgen.

Bij de dingen die ik doe, en daar hoort het Belastingplan bij, hanteer ik een soort rode draad. Er zijn drie onderwerpen waarvoor ik mij als staatssecretaris met name hard wil maken. Dat zijn de vergroening van het fiscale stelsel, het bevorderen van innovatief ondernemerschap en vereenvoudiging.

In het Belastingplan 2008 maken we een flinke stap op het eerste thema, de vergroening.

Het milieu is tegenwoordig natuurlijk een van de belangrijkste onderwerpen. Het is enorm belangrijk dat we onze verantwoordelijkheid nemen om goed voor het milieu te zorgen. Belastingen zijn wat mij betreft een goede manier om daaraan bij te dragen.

Er zijn wel mensen geweest die tegen me hebben gezegd: "die milieubelastingen komen helemaal niet ten goede aan het milieu. Het is gewoon weer een lastenverzwaring." Andere mensen vinden het niet zuiver om belastingen te gebuiken als manier om het gedrag van mensen te beïnvloeden.

Daar ben ik het niet mee eens.

Om te beginnen met het eerste punt: de opbrengst komt niet ten goede aan het milieu. Dat is juist, maar dat is ook normaal.

De kansspelbelasting komt niet ten goede komt aan de gokverslaafden, de alcoholaccijnzen gaan niet naar het oplossen van alcoholproblemen en de sigarettenaccijnzen gaan niet naar de bestrijding van longkanker. Zo gaan deze milieubelastingen dus ook niet rechtstreeks naar het milieu.

Mijn taak is simpel: ik moet belasting ophalen zodat de Nederlandse staat geld heeft om de overheidsfinanciën gezond te houden.

Bij het heffen van belasting heb je de keus: het kan op een goede manier en een slechte manier. Ik kies dan voor de goede manier. Dat wil zeggen een manier die zo weinig mogelijk negatieve en zoveel mogelijk positieve gevolgen heeft.

Om het iets duidelijker te maken:

Werken en ondernemen vinden we goed; het milieu vervuilen vinden we slecht. Waar kies ik dus voor: werken en ondernemen lager belasten en milieuvervuiling hoger belasten.

Bij het maken van producten ontstaan kosten. De kosten die de ondernemer maakt, zie je in de prijs terug. Maar er ontstaan ook maatschappelijke kosten, zoals bijvoorbeeld vervuiling. Die zie je niet in de prijs terug. Door deze kosten nu door te belasten krijg je een eerlijker prijs.

De andere kant van de medaille is dat we ondernemen en werken juist lager belasten. Daardoor is er geen sprake van lastenverzwarende maatregelen.

Ik haal het geld liever op bij mensen die het milieu vervuilen dan bij mensen die werken en ondernemen. Dus we verschuiven de lasten van belasting op arbeid en winst naar belasting op consumptie en vervuiling.

Dat past trouwens in het algemeen ook in de trend van de verschuiving van directe naar indirecte belastingen.

Over welke maatregelen hebben we het concreet in het Belastingplan 2008?

Er worden twee nieuwe belastingen geïntroduceerd: de Vliegbelasting en de Verpakkingenbelasting.

Vliegen was tot nu toe fiscaal enorm voordelig. Maar de schade aan het milieu door vliegverkeer is heel groot. Door de vliegbelasting komen milieueffecten tot uitdrukking in de prijzen van de tickets.

Met de Verpakkingenbelasting bereiken we datzelfde effect: het beprijzen van de milieueffecten.

Verder zitten er de nodige maatregelen in het Belastingplan op het gebied van de automobiliteit en brandstofaccijnzen. De milieuprestaties van de auto bepalen de hoogte van de aanschafbelasting en de motorrijtuigenbelasting.

De gemene deler van deze maatregelen is dat de vervuiler betaalt. En het mooie is dat je deze belastingen kunt vermijden: gewoon door milieuvriendelijker te werken.

Genoeg over vergroening: laten we het eens hebben over mijn andere twee speerpunten: bevorderen van innovatief ondernemerschap en vereenvoudiging.

Ook hier geldt mijn opvatting dat je belastingen kunt gebruiken om zaken te stimuleren.

U weet misschien wel dat ik van huis uit ook ondernemer ben. Ondernemen is ontzettend leuk en leerzaam. Het is ook enorm belangrijk voor de Nederlandse economie. Zonder ondernemerschap en innovatie zou het er met Nederland niet goed voorstaan.

Vandaar dat ik gemotiveerd ben om me voor de bevordering van innovatie en ondernemerschap in te zetten.

Er gebeurde al het een en ander aan de bevordering van innovatief ondernemen.

De WBSO is vereenvoudigd. De WBSO regelt de afdrachtvermindering in de loonbelasting voor research en development. De loonberekening per werknemer is vervallen. De eindafrekeningsaangifte is afgeschaft en er is nog maar één instantie bezig met de uitvoering, SenterNovem. We gaan nog verder vereenvoudigen, met een nieuwe manier van berekening.

Sinds 1 januari 2008 is er nog een aantal andere wijzigingen ter vereenvoudiging van de WBSO. Bijvoorbeeld het maximale aantal mededelingen gaat omlaag van drie per kalenderjaar naar één.

Een ander voorbeeld is de Octrooibox. Die is echt bedoeld om innovatie te bevorderen. De Octrooibox zorgt ervoor dat winsten die bedrijven maken met octrooien effectief tegen een veel lager tarief worden belast in de Vennootschapsbelasting, tegen 10% in plaats van 25,5%.

Op voorstel van de Tweede Kamer is de octrooibox nog verruimd. Immateriële activa die voortvloeien uit een erkend R&D-project vallen er nu ook onder. De octrooibox is daardoor toegankelijker geworden voor het MKB. Ik vond dat een heel goed idee en ik heb het meteen ingevoerd via een nota van wijziging op het Belastingplan.

Verder is er de 30%-regeling in de loonbelasting, waarmee we buitenlandse kenniswerkers kunnen interesseren voor Nederland.

En er zijn de innovatievouchers, een programma van Economische Zaken gericht op kleine ondernemers die een budget kunnen krijgen dat ze kunnen besteden bij bijvoorbeeld universiteiten.

In het Belastingplan zit een verlaging van de belastingdruk voor mkb-ondernemers met een vennootschap. Dat is vooral gunstig voor mkb-ers met personeel.

De bovengrens van de eerste schijf in de vennootschapsbelasting gaat omhoog van 25.000 euro naar 40.000 euro. De grens van de tweede schijf gaat omhoog van 60.000 euro naar 200.000 euro. Daarnaast verlagen we het tarief van de tweede schijf met een half procent naar 23 procent.

In oktober 2007 heb ik de behandeling ten aanzien van de faciliteiten en voorwaarden voor bedrijfsopvolging in de Successiewet versoepeld en vereenvoudigd.

Laat ik even stilstaan bij het derde speerpunt: Vereenvoudiging.

Overbodige regels, oftewel administratieve lasten zijn voor een ondernemer ontzettend hinderlijk en vervelend. Een woud van regels dat je afhoudt van het ondernemen zelf. Vooral voor beginnende of meer kleinschalige ondernemers, die geen mogelijkheid hebben om allerlei deskundigen in te huren, is het belemmerend. Maar ook gewone burgers ergeren zich eraan.

Minder regels, of een lagere regeldruk in Haags jargon, zijn dus hard nodig als je ondernemerschap wilt bevorderen. En dat wil ik. Dus dat ik vereenvoudiging als mijn derde speerpunt heb is haast onvermijdelijk als je andere speerpunt de bevordering van ondernemerschap is.

Hoe is dat zo gekomen?

Het geheel van regels en wetten is soms enorm ingewikkeld geworden. Het is voor burgers en bedrijven vaak ondoorzichtig wat wel en niet kan.

We moeten dus het aantal regels terugdringen, de tegenstrijdigheid eruit halen en ze helderder maken.

Nou kan ik u verklappen dat het wegsnoeien van `dor hout' makkelijk is. Sommige regels zijn misschien overbodig maar als niemand ermee te maken heeft, heb je er ook weinig last van. Maar u hebt er pas iets aan als de regeldruk merkbaar vermindert. Het gaat om de `beleefde' regeldruk.

Echt kunnen beoordelen welke regels overbodig zijn of te ingewikkeld, dat kunt u eigenlijk alleen zelf, als ondernemer.

Daarom zijn we op die manier aan de slag gegaan.

Ik wil u graag een paar voorbeelden geven. Als je een broodjeszaak hebt, moet je je registreren bij de Kamer van Koophandel, het Bedrijfschap Horeca en Catering, de Voedsel- en Warenautoriteit en soms ook nog bij het Hoofdbedrijfschap Detailhandel. Dat is natuurlijk onhandig. Toezichthouders maken te weinig gebruik van elkaars informatie. Door beter toezicht, dat wil zeggen betere samenwerking tussen de toezichthouders en het delen van kennis, is een slag te maken. We gaan dit jaar experimenteren met een aantal gemeenten die toezichtstaken overnemen van het rijk. Dat moet het toezicht efficiënter maken en minder hinderlijk.

Een ander voorbeeld is het gemeenschappelijk loket van Belastingdienst en Kamer van Koophandel. Startende ondernemers kunnen daar het KvK-nummer en BTW-nummer in één keer meekrijgen. Dat kon tot nu toe op zijn snelst binnen vier dagen. Dat is dus een mooie verbetering. Dit gaan we dit jaar landelijk invoeren.

In een volgend Belastingplan of in een apart wetsvoorstel zou ik graag nog andere maatregelen op het gebied van innovatie en vereenvoudiging nemen.

Bijvoorbeeld verdere maatregelen om het buitenlandse kenniswerkers makkelijk te maken in Nederland te werken. Je kunt denken aan vormen van verdere lastenverlichting. Ik denk erover om procesinnovatie en ICT nog verder onder de WBSO te brengen, zodat op dat gebied onderzoek en ontwikkeling verder wordt gestimuleerd.

Dames en heren,

Ik vind het leuk om hier te gast te zijn bij een multiculturele businessclub. Dank u voor de uitnodiging!

Het valt mij op dat in deze kring ondernemerschap vaak als een heel natuurlijke, logische en voor de hand liggende manier wordt gezien om in je bestaan te voorzien. Ik vraag me wel eens af hoe dat komt. Menigeen zou daar een voorbeeld aan mogen nemen.

Het stimuleert mij in ieder geval om ook op een ondernemende manier verder te gaan. Het Belastingplan laat goed zien hoe je met de belastingheffing ook dingen in Nederland beter kunt maken.

Om bijvoorbeeld ondernemerschap te bevorderen en alles wat makkelijker te maken.

Ondernemen wordt namelijk wél leuker als je het makkelijker maakt.


* Laatst aangepast: 15-02-2008