Brussel, 23 januari 2008.
Memo over de eerste beoordeling van Nationale Actieplannen voor
Energie-efficiëntie (NEEAP'S)
De Europese Commissie heeft een eerste beoordeling verricht van Nationale
Actieplannen voor Energie-efficiëntie (NEEAP'S), die de lidstaten tegen 30
juni 2007 moesten voorleggen. In de Plannen worden nationale strategieën
uiteengezet over hoe de lidstaten tegen 2016 hun goedgekeurde
energiebesparingsstreefwaarden willen bereiken. Hoewel de Actieplannen
enigszins bemoedigend zijn, blijkt er een kloof te bestaan tussen de
beleidsverbintenis om zich in te zetten voor energie-efficiëntie en de
voorstellen die beogen deze uitdagingen aan te gaan.
De Plannen zijn in wezen een praktische manifestatie van de toezegging
van de lidstaten om zich in te zetten voor energie-efficiëntie. Even
belangrijk is dat de Plannen een middel aan de hand doen voor het
delen van beste praktijken onder de lidstaten en de verschillende
spelers op het gebied van energie-efficiëntie, en voor het ontwikkelen
van synergieën in het kader van de goedgekeurde strategieën en
maatregelen.
In verschillende van de 17 door de Commissie geëvalueerde Nationale
Actieplannen voor Energie-efficiëntie worden brede strategieën
gepresenteerd die waarschijnlijk belangrijke besparingen zullen
opleveren. Terwijl in de meeste een business as usual-aanpak lijkt te
worden voorgesteld, zijn sommige meer toekomstgericht, zonder dat
evenwel duidelijk wordt aangegeven wat de nieuwe maatregelen zullen
zijn en hoe deze zullen worden uitgevoerd.
De Energiedienstenrichtlijn , op grond waarvan de lidstaten
Nationale Actieplannen voor Energie-efficiëntie moeten voorleggen, zou
een deel van het energie-efficiëntiepotentieel van de EU moeten
realiseren en belangrijke bijdragen leveren tot zekerheid van de
energievoorziening, concurrentievermogen en duurzame ontwikkeling. Tal
van nieuwe activiteiten, inclusief nieuwe energiediensten,
energieauditing, slimme meters, informatievere facturen en een grote
verscheidenheid van financiële instrumenten en subsidieregelingen
zouden als gevolg van de Richtlijn moeten ontstaan en zowel aan de
huishoudens als aan de zakenwereld ten goede komen. Zowel huishoudens
als de zakenwereld zouden gemakkelijker toegang moeten krijgen tot
subsidieregelingen - bijvoorbeeld in de vorm van kortingen om
energie-efficiënte apparaten te kopen, of om huizen te isoleren, of om
verlichtingssystemen te renoveren - en informatie om
efficiëntieverbeteringen en investeringen in energie-efficiënte
technologieën te stimuleren, terwijl energiediensten op grotere schaal
tegen betaalbaardere prijzen beschikbaar zouden moeten komen. Door de
verwachte energiebesparingen te bereiken en de energievraag te
verminderen zal ook de algemene last in absolute termen verminderen
van de feitelijke streefwaarden voor hernieuwbare energie op het
behalen waarvan elke lidstaat zich op grond van de voorgestelde
Richtlijn inzake hernieuwbare energie zal moeten vastleggen. De
tenuitvoerlegging zal vereisen dat een groot aantal actoren in de
publieke en de private sector samenwerkt.
Energie-efficiëntie is een beproefd kosteneffectief redmiddel voor de
Europese Gemeenschap. Het is een van de goedkoopste manieren om de
broeikasgasemissies te verminderen en bij te dragen tot duurzaamheid
en voorzieningszekerheid. Energie-efficiëntie werkt ondersteunend voor
de economische ontwikkeling en banenscheppend, en zorgt ook voor een
vermindering van de energiekosten, waardoor de huishoudens en de
zakenwereld tegen lagere energiefacturen zullen aankijken. De
relevantie voor het geïntegreerde klimaat- en energiebeleid van de EU
van effectieve strategieën om de energie-efficiëntie te verbeteren,
kan niet worden overdreven. Er zijn al belangrijke verbeteringen
inzake energie-efficiëntie doorgevoerd, maar een groot onaangeboord
potentieel moet nog worden gerealiseerd. De Commissie van haar kant
zal wederzijdse ondersteuning bij de uitvoering van de actieplannen
vergemakkelijken en een aantal nieuwe initiatieven nemen, met name op
het gebied van ecodesign, gebouwen en warmtekrachtkoppeling, die
gericht zijn op het versterken van het EU-kader voor
energie-efficiëntie in de verschillende eindgebruiksectoren.
---
Richtlijn 2006/32/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5
april 2006 betreffende energie-efficiëntie bij het eindgebruik en
energiediensten, Publicatieblad L114 van 27/04/2006, blz. 64-84.
European Union