Universiteit van Tilburg

23 januari 2008

Europese bevolking wordt steeds toleranter

Inaugurele rede hoogleraar Paul de Graaf over Europese waarden

Economische modernisering en tolerantie gaan in Europa hand in hand. Gezien de blijvende economische groei, vooral in Oost-Europa, is er dus alle reden tot optimisme. Dat betoogt de socioloog Paul de Graaf op vrijdag 1 februari in zijn inaugurele rede aan de Universiteit van Tilburg. De Graaf aanvaardt daarmee het ambt van hoogleraar Cross-nationale en longitudinale analyses van sociaal-culturele processen.

Paul de Graaf geeft leiding aan de European Values Study, een grootschalig internationaal onderzoek naar de opvattingen van Europeanen over gelijkheid, rechtvaardigheid, godsdienst, levensbeschouwing, politiek, gezin, familie, werk en vrije tijd. In het kader van dit project zijn er in 1999 door 33 Europese universiteiten burgers ondervraagd. Dat onderzoek bouwde voort op eerdere onderzoeken in 1981 en 1990 en de volgende ronde staat op het programma voor 2008.

Uit de enorme hoeveelheid data die uit dit onderzoek naar voren komen, blijkt volgens De Graaf één grote trend, namelijk een ontwikkeling naar minder traditionele waarden als gevolg van economische modernisering. Hij zet de aard van deze trend uiteen in zijn rede Waarden die ertoe doen.

Technologische en economische vooruitgang brengen een vergaande rationalisering met zich mee. Daarmee komt een verschuiving van waarden tot stand, van traditioneel naar modern. Een belangrijk element van deze verschuiving is dat individuen steeds meer vrijheid krijgen om hun eigen leven in te richten. Individualisme gaat samen met tolerantie, omdat je een ander de keuzevrijheid niet kunt ontzeggen die je voor jezelf wel vraagt. Die tolerantie is er volgens De Graaf op veel terreinen, maar zij wordt vooral zichtbaar wanneer het gaat om de acceptatie van zaken als abortus, euthanasie, vrijwillige kinderloosheid, echtscheiding en homoseksualiteit. In heel Europa zijn jongere generaties een stuk toleranter dan oudere.

Toch bestaan er nog grote verschillen tussen landen. Als je van het noordwesten van Europa naar het zuidoosten reist, zie je de verdraagzaamheid afnemen. Dat heeft veel te maken met de lagere economische welvaart: financiële zekerheid brengt een behoefte aan meer individuele autonomie met zich mee en leidt tot meer begrip voor de behoefte aan autonomie van anderen. Gezien de blijvende economische groei, vooral in Oost-Europa, is er volgens De Graaf dus alle reden tot optimisme.

Prof. dr. P.M. (Paul) de Graaf (1957, Breda) studeerde sociologie in Utrecht (cum laude) en promoveerde in 1987 op een studie naar de invloed van sociaal-culturele achtergrond op een loopbaan in het onderwijs. Na zijn promotie werkte hij als onderzoeker bij de Universiteit Utrecht, het Max Planck Instituut für Bildungsforschung in Berlijn en als universitair (hoofd)docent aan de Universiteit van Tilburg (1990-1994). Van1994 tot 2006 doceerde hij aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Op 1 januari 2007 werd hij benoemd tot hoogleraar Cross-nationale en longitudinale analyses van sociaal-culturele processen in Tilburg.



Universiteit van Tilburg