Ingezonden persbericht
Persbericht
24 januari 2008
Kadaster en CBS presenteren Prijsindex voor bestaande koopwoningen
Het Kadaster en het CBS presenteren op 24 januari 2008 een gezamenlijke nieuwe Prijsindex voor
bestaande koopwoningen (PBK) in Nederland. Deze index vervangt de 'oude' Woningwaarde-index van
het Kadaster. De nieuwe Prijsindex bestaande koopwoningen schetst een objectief en betrouwbaar
beeld van de prijsontwikkeling van particuliere koopwoningen. De nieuwe prijsindex biedt de
mogelijkheid om de informatie in de toekomst te verfijnen en om op gebiedsniveau te differentiëren.
De Prijsindex bestaande koopwoningen kan door zowel particulier als zakelijk geïnteresseerden worden
gebruikt om onder andere de prijs van een woning te bepalen, ontwikkelingen op woongebied te signaleren en
bij investeringsbeslissingen van projectontwikkelaars. Met name financiele instellingen hebben behoefte aan
een dergelijke index om risico's met betrekking tot de hypotheekportefeuille in te schatten.
De nieuwe prijsindex wordt maandelijks berekend en vanaf februari op de 21ste van de maand gepubliceerd,
zowel door het Kadaster als het CBS.
Van Woningwaarde-index naar Prijsindex
Sinds mei 2005 publiceert het Kadaster maandelijkse de Woningwaarde-index. Deze index was samengesteld
door Onderzoeksinstituut OTB van de TU Delft en gaf een objectief en betrouwbaar beeld van de
waardeverandering van bestaande particuliere woningen.
De indexmethode is gebaseerd op herhaalverkopen (Repeat Sales Method). Iedere verkochte woning die in
de tijdreeks vanaf 1993 al een keer eerder was verkocht, wordt vergeleken op de prijs, periode en woningtype.
Zo kan een index worden gemaakt die de waardeontwikkeling weergeeft van de gemiddelde particuliere
woning in Nederland. De Woningwaarde-index kan maximaal worden berekend op het provinciaal niveau,
uitgesplitst naar eengezinswoningen en appartementen.
De Woningwaarde-index Kadaster heeft de afgelopen jaren zijn waarde bewezen. Niet alleen in de
vastgoedmarkt, bijvoorbeeld bij de waardering van onderpanden van uitstaande hypotheekportefeuilles, maar
ook in de particuliere markt ten aanzien van waardeontwikkeling van het onroerend goed. In de loop der tijd
groeide vanuit de financiële- en vastgoedmarkt de behoefte aan een verfijning van de index (meer
woningtypen en kleinere gebieden).
Eurostat (het Europese CBS) is in 2000 een onderzoek gestart om in de geharmoniseerde
consumentenprijsindex (HICP) een onderdeel op te nemen ten aanzien van de kosten voor het wonen in een
eigen woning. Het CBS volgt de index van het Kadaster sinds 2005 nauwgezet en verleent medewerking aan
vervolgonderzoeken. Dit heeft in 2007 geresulteerd in een samenwerking tussen het CBS en het Kadaster
voor de verdere ontwikkeling en verfijning van de index. De methode van Repeat Sales is vervangen door de
SPAR methode (Sale Price Appraisal Ratio) die mondiaal meer gedragen wordt dan de Repeat Sales Method.
De SPAR-methode vergelijkt de verkoopprijs van een woning die verkocht is aan een particulier met de meest
recente WOZ-waarde van de betreffende woning en berekent zo de prijsontwikkeling van de woning.
Daarnaast vinden een aantal statistische controles plaats, waaronder een correctiefactor voor eventuele over-
of onderschatting van de WOZ-waarde ten opzichte van de verkoopprijs. Belangrijke voordelen van de SPAR
methode boven de Repeat Sales methode zijn het gebruik van nagenoeg alle data en de afwezigheid van
revisie: historische gegevens veranderen daarmee niet als er in de opvolgende periode nieuwe data worden
toegevoegd.