Glijswijk over het niet betalen van medewerkers van de Stichting Centrale Organisatie voor Thuisverpleging Limburg (COTL)

Antwoorden op kamervragen van Van Glijswijk over het niet betalen van medewerkers van de Stichting Centrale Organisatie voor Thuisverpleging Limburg (COTL)

Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport



De Voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA DEN HAAG

DLZ-K-U-2820905

24 januari 2008

Antwoorden van staatssecretaris Bussemaker op vragen van het Kamerlid Van Gijlswijk (SP) over het niet betalen van medewerkers van de Stichting Centrale Organisatie voor Thuisverpleging Limburg (COTL) (2070806220).

Vraag 1

Wat is uw reactie op het bericht dat de Stichting Centrale Organisatie voor Thuisverpleging Limburg (COTL) geen geld meer heeft om haar 140 werknemers te betalen?

Antwoord 1

Uitgangspunt voor bekostiging van AWBZ-zorg is de met het zorgkantoor afgesproken prijs en hoeveelheid zorg. Als een aanbieder meer zorg levert dan afgesproken is dat voor eigen risico. In 2006 had COTL al een verlies van 1.3% op de omzet in geld geleden. De betrokken instelling heeft in 2007 opnieuw het risico genomen om veel meer zorg te leveren dan zij met het zorgkantoor heeft afgesproken en loopt daardoor opnieuw een verlies op.

Vraag 2

Deelt u de mening dat de oorzaken dat de COTL surseance van betaling heeft aangevraagd, gelegen zijn in de verplichte aanbestedingen in de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en in het niet vergoeden van geleverde geïndiceerde zorg (de AWBZ-knelpunten)? Zo ja, welke maatregelen gaat u nemen om dergelijke situaties in de toekomst te voorkomen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 2

Neen, die mening deel ik niet. De surseance van betaling bij COTL heeft verschillende oorzaken. De door COTL verloren aanbesteding huishoudelijke hulp is één van de de aanleidingen, maar niet de directe oorzaak. Er is dus wel sprake van een verband met de aanbestedingen Wmo, maar dit is niet altijd rechtstreeks. De geleverde AWBZ-zorg wordt alleen vergoed als daar productieafspraken met het zorgkantoor tegenover staan. Instellingen kunnen niet eenzijdig het volume van de te leveren zorg bepalen.
Als een organisatie, zowel bij de Wmo als bij de AWBZ niet tijdig de tering naar de nering zet, kunnen problemen ontstaan.

Vraag 3

Komt de COTL in aanmerking voor de `subsidie personele gevolgen Wmo'? Zo ja, wat gaat u op welke termijn doen om te bevorderen dat de COTL van deze subsidieregeling gebruik gaat maken en op die manier voorkomen wordt dat medewerkers tot eind januari 2008 geen salaris voor verrichte arbeid ontvangen? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 3

De termijn voor het indienen van een subsidie was medio november 2007 gesloten. COTL heeft in 2007 geen aanvraag ingediend voor de subsidieregeling personele gevolgen Wmo. Voor 2008 is in totaal 40 mln euro beschikbaar uit de motie Van Geel. Ik ben in overleg met sociale partners en gemeenten om gezamenlijk vorm en inhoud aan de uitwerking te geven. Ik kan op dit moment dan ook nog niet vooruitlopen op een eventuele bijdrage aan COTL.

Vraag 4

Kunt u aangeven hoeveel banen er bij de COTL verloren gaan, indien de rechter de thuiszorgorganisatie surseance van betaling verleent? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 4

Neen, de instellingsbalans van 2007 is nog niet opgemaakt.

Vraag 5

Kunt u aangeven hoeveel thuiszorginstellingen, naast de COTL en de Thuiszorgcentrale Limburg, failliet zijn gegaan, hoeveel banen daarvoor in de thuiszorg en huishoudelijke verzorging verloren zijn gegaan en hoeveel werkers elders in de zorg een nieuwe baan hebben gevonden? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 5

Neen, in gevallen van faillissement, waarbij ik betrokken ben geweest, streef ik er naar de continuïteit van zorg te waarborgen. In dergelijke afspraken wordt ook de positie van het personeel, dat die zorg levert betrokken. Een systematische evaluatie van de uiteindelijke afloop van die incidenten heeft niet plaatsgevonden. Tevens ben ik niet bij alle faillissementen betrokken.

Vraag 6

Kunt u aangeven hoeveel thuiszorginstellingen op het punt staan om failliet te gaan, en hoeveel banen daarvoor in de thuiszorg en huishoudelijke verzorging verloren dreigen te gaan? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 6

Neen, de Nederlandse Zorgautoriteit stelt na afloop van het jaar de afrekening over dat jaar op en heeft dan inzicht in de balans. Als er faillissementen dreigen, gebeurt dat meestal in de loop van het lopend jaar. Ik heb geen inzicht in de financiële situatie op dit moment van alle instellingen.

Vraag 7

Gaat u maatregelen nemen om faillissementen van thuiszorgorganisaties te voorkomen? Zo ja, welke? Zo neen, waarom niet?

Antwoord 7

Een faillissement is het resultaat van tekortschietend management binnen de instelling en gebrek aan verantwoorde inzet van mensen en middelen. Een goede bedrijfsvoering is de verantwoordelijkheid van de instelling. Vanuit de regelgeving zijn er checks and balances ingesteld om het onverantwoord handelen van individuele mensen zoveel mogelijk te vermijden. Het zorgkantoor behoudt de zorgplicht voor de cliënten door bij een faillissement andere zorgaanbieders de continuïteit van zorg te laten realiseren. Ik beoordeel dergelijke processen bij faillisementen ook vanuit het standpunt dat de continuïteit van zorg gegarandeerd moet zijn.


1)
http://www.zorgvisie.nl/nieuws/nieuwsoverzicht/nieuwsartikel/GeenLoonM eerBijThuiszorgCOTL.htm