Beantwoording vragen van de leden Irrgang en Polderman over houten vissersbootjes (http://www.minbuza.nl:80/nl/actueel/kamerstukken,2008/01/Beantwoording-vragen-van-de-leden-Irrgang-en-Polde.html) 24-01-2008 |
Beantwoording vragen van de leden Irrgang en Polderman over houten vissersbootjes
24-01-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door de leden Irrgang en Polderman over houten vissersbootjes. Deze vragen werden ingezonden op 11 december 2007 met kenmerk 2070806390.
De minister voor De minister van landbouw, Natuur en
Ontwikkelingssamenwerking, Voedselkwaliteit,
Bert Koenders Gerda Verburg
Antwoorden van de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking en mevrouw Verburg, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, op vragen van de leden Irrgang en Polderman (SP) over houten vissersbootjes.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel "EU wil van houten vissersbootjes af" ?1
Antwoord
Wij hebben kennis genomen van het artikel.
Vraag 2
Kunt u aangeven uit welke Europese verordening deze maatregel voortvloeit? Wat was het Nederlandse standpunt hierin? Wat was de aanleiding voor het aanscherpen van de hygiëne eisen?
Antwoord
Voor zover ons bekend is er geen Europese verordening waaruit een dergelijke maatregel voortvloeit. De vigerende richtlijn is van kracht sinds 19922 en geeft aanwijzingen voor een goede behandeling van de vangst voorafgaand aan de aanlanding, waaronder de tijdelijke opslag. Daarnaast zijn hygiënemaatregelen van kracht voor de goedkeuring voor de export van vis en visproducten naar Europa.
In 2004 heeft een EU-inspectie van de competente autoriteiten in Senegal plaatsgevonden, waarbij is vastgesteld dat de handhaving van de hygië nevereisten bij de verwerking van de vangsten verbeterd moet worden. De vereisten als zodanig zijn niet aangescherpt. Een door de EU gefinancierd verbeterprogramma is in de daarop volgende twee jaar uitgevoerd. Overigens is de exportvergunning van Senegal niet ingetrokken.
Nederland draagt, samen met de betrokken landen in onder meer de regio West-Afrika, bij aan een betere toegang van vis- en visproducten op de Europese markt door het opzetten van publiek-private partnerschappen.
Vraag 3
Kunt u aangeven voor welke (Afrikaanse) landen deze maatregel nog meer zal gaan gelden en vanaf wanneer?
Antwoord
Zie het antwoord onder 2.
Vraag 4
Is het waar dat de Nederlandse regering deze maatregel steunt middels hulpprogramma's aan Senegal om de overgang naar glasvezelrompen te vergemakkelijken? Zo ja, is Senegal het enige land dat in dit kader van Nederland hulp krijgt? Hoeveel geld is hiermee gemoeid?
Antwoord
Nee, er bestaan geen hulpprogramma's van de Nederlandse regering om de overgang voor Senegalese vissers van houten naar glasvezelrompen te vergemakkelijken.
Vraag 5
Mag er alleen worden overgestapt op glasvezelrompen of zijn er ook alternatieven? Zijn de glasvezelrompen afkomstig uit Afrika of uit Europa?
Antwoord
Zie het antwoord onder 2.
Vraag 6
Kunt u aangeven wat de gevolgen (zullen) zijn voor de lokale vissers?
Antwoord
Zie het antwoord onder 2.
Vraag 7
Kunt u aangeven of er Europese landen zijn die nog gebruik maken van houten vissersboten? Zo ja, krijgen deze landen dezelfde maatregel opgelegd door de Europese Unie? Zo neen, waarom niet?
Antwoord
Zie het antwoord onder 2.
Vraag 8
Kunt u toelichten of en waarom u deze maatregel al dan niet als een non-trade concern met een neo-protectionistisch motief en effect ziet? Deelt u de mening dat met deze maatregel de soevereiniteit en de eigen prioriteitsstelling van ontwikkelingslanden worden gerespecteerd? Zo ja, kunt u dit uitleggen? Zo neen, wat gaat u hieraan doen?
Antwoord
Zie het antwoord onder 2.
Vraag 9
Kunt u aangeven hoe het er voor staat met het formuleren van het nieuwe regeringsstandpunt ten aanzien van non-trade concerns? Wanneer kan de Kamer dit standpunt verwachten? Welke partijen worden of zijn betrokken bij de brede maatschappelijke dialoog?
Antwoord
Op 12 november jongstleden is het publieksseminar 'Handel en duurzaamheid' georganiseerd waar de brede maatschappelijke dialoog over dit onderwerp is opgestart. Het seminar is bezocht door ruim honderd bezoekers, onder wie vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties, het bedrijfsleven en de wetenschap. Aan de hand van de discussiepunten uit dit seminar worden in de loop van februari een viertal verdiepingsbijeenkomsten belegd over dierenwelzijn, klimaat, milieu en arbeidsnormen met inhoudelijke experts uit binnen- en buitenland en vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties. Het regeringsstandpunt zal mede op basis van de uitkomsten van de maatschappelijke dialoog en de verdiepingssessies opgesteld worden en zal voor de zomer aan de Kamer toegezonden worden.
1: Weekblad Schuttevaer, 17 oktober, p. 12
2: 92/48 EEG tot vaststelling van minimale hygiënische voorschriften die van toepassing zijn op visserijproducten die zijn verkregen aan boord van bepaalde vissersvaartuigen en verder opgenomen in verordeningen 852 en 853/2004
Ministerie van Buitenlandse Zaken