Ministerie van Buitenlandse Zaken

Kamerbrief inzake het verslag van het bezoek van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking aan Indonesië

25-01-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bied ik u hierbij het verslag aan van mijn bilaterale bezoek aan Indonesië van 5 tot 14 december 2007, waarbij ik achtereenvolgens Atjeh, Centraal- en Oost-Kalimantan, Jakarta en de VN-Klimaatconferentie in Bali bezocht. Doel van mijn bezoek, dat plaatsvond in het kader van de brede en geintensiveerde relatie met Indonesie, was om de open en constructieve dialoog met Indonesische autoriteiten over het Indonesische hervormingsproces, de brede ontwikkelingsrelatie en de Nederlandse beleidsprioriteiten, verder inhoud te geven.

In Atjeh stond het wederopbouwproces en de consolidatie van het vredesproces centraal, terwijl mijn bezoek aan Centraal- en Oost-Kalimantan zich vooral richtte zich op de problematiek van de vernietiging van het tropisch regenwoud, biodiversiteit en de gevolgen voor de lokale bevolking en het mondiale milieu. In Jakarta sprak ik met vice-president Jusuf Kalla over de politieke, economische en sociale ontwikkelingen in Indonesië en ontmoette ik tevens vertegenwoordigers van de anti-corruptie commissie en van diverse mensenrechtenorganisaties. In Bali voerde ik tenslotte overleg met een aantal Indonesische ministers en marge van de VN-Klimaatconferentie en ontmoette ik de gouverneurs van respectievelijk Atjeh en Papoea.

Medan

Op weg naar Atjeh had ik op 6 december 2007 op het vliegveld van Medan (Sumatra) een onderhoud met de Indonesische minister van Onderwijs, Sudibiyo, over de Indonesische nationale onderwijsstrategie en de brede Nederlandse ondersteuning van de onderwijssector. Hierbij lichtte minister Sudibiyo een aantal belangrijke hervormingen in de onderwijssector toe, gericht op verbetering van de capaciteit van leerkrachten en van de kwaliteit, ter ondersteuning van het strategische beleidsplan 2006-2011 voor de onderwijssector. Minister Sudibiyo verwelkomde de Nederlandse aankondiging van een bijdrage van 42 miljoen euro voor het Bermutu-programma gericht op verbetering van de kwaliteit van leraren.

Atjeh

Op 6 en 7 december 2007 bracht ik een bezoek aan de Indonesische provincie Atjeh. Tijdens veldbezoeken en gesprekken met vertegenwoordigers van respectievelijk de BRR (Bureau voor de Reconstructie van Atjeh), de BRA (Bureau voor Re-Integratie oud-strijders), de lokale politie, de lokale rekenkamer, ngo 's en vrouwenorganisaties, heb ik een goed inzicht gekregen in de stand van het vredes- en wederopbouwproces. Het gesprek met de gouverneur van Atjeh, Irwandi Yusuf, vond later plaats en marge van de VN-Klimaatconferentie in Bali. Verder bezocht ik projecten gericht op huizenbouw, gemeenschapsgedreven herstel van infrastructuur en wegenbouw, kustverdediging, early warning en refuge, alsmede een politietraining op het gebied van mensenrechten en 'community policing'.

Geconcludeerd kan worden dat het wederopbouwproces, drie jaar na de tsunami, al veel heeft bereikt. De huizenbouw verloopt voorspoedig (102.000 af van de in totaal 120.000 benodigde woningen) en de infrastructuur verbetert gestaag. Uitdagingen zijn momenteel het streven naar duurzame economische groei en werkgelegenheid, overdracht van taken en verantwoordelijkheden van de BRR naar de lokale overheid en versterking van de thans nog beperkte lokale capaciteit. Deze factoren zijn medebepalend voor een duurzame implementatie van het vredesproces, dat in 2005 in gang werd gezet met de ondertekening van een MoU tussen de Indonesische overheid en de GAM (Gerakan Aceh Merdeka). De implementatie van het vredesproces verloopt goed, maar alertheid en betrokkenheid blijft geboden. Nederland zal dan ook actief steun blijven verlenen aan de verdere consolidatie van de vrede in Atjeh. Vredesopbouw, re-integratie van voormalige GAM-strijders en het verder versterken van de lokale overheidscapaciteit vormen hierbij belangrijke aandachtspunten. Nederland hanteert een aanpak waarbij aandacht en middelen zowel uitgaan naar de gebieden die onder de tsunami hebben geleden, als ook onder het jarenlange conflict.

Centraal- en Oost Kalimantan

Mijn bezoek aan Centraal- en Oost-Kalimantan op 8 en 9 december 2007 vond plaats in het kader van de uitbreiding van samenwerking in de sector bossen/biodiversiteit. Ik heb gesprekken gevoerd met de gouverneur van Centraal-Kalimantan, Teras Narang, vertegenwoordigers van de lokale overheid, ngo's en dorpelingen. Tijdens veldbezoeken bezocht ik het Kalimantan Peatlands Project en het Sebangau Nationaal Park waar dammen in oude kanalen worden gelegd door het Wereld Natuur Fonds om het grondwaterpeil van het kwetsbare tropisch regenwoud weer op peil te brengen. Ook heb ik kennis genomen van de door bos- en veenbranden veroorzaakte, sterke aantasting van het leefmilieu en de biodiversiteit en de katastrofale resultaten die zijn veroorzaakt door het Ex Mega Rice Project. De gevolgen hiervan voor de lokale bevolking zijn enorm en zorgen voor gezondheidsproblemen en blijvende ontwrichting van het dagelijks leven. Mondiaal is de omvangrijke uitstoot van kooldioxide in de atmosfeer een probleem. De gouverneur van Centraal-Kalimantan lichtte zijn plannen toe omtrent een groen beleid om de provincie leefbaar te maken met een balans tussen natuurbescherming, duurzaam gebruik van natuurlijke hulpbronnen en sociaaleconomische ontwikkeling. Met betrekking tot de veenbosbranden is volgens de gouverneur in de provincie een 'zero tolerance' beleid van kracht voor het gebruik van vuur voor landontginning en is verdere capaciteit voor brandpreventie en - bestrijding in ontwikkeling. Nederland ondersteunt de provincie door middel van samenwerking met het Centraal Kalimantan Peatland Project en financiert de ontwikkeling van een Masterplan, gericht op rehabilitatie van de 1,4 miljoen ha. van het ex Mega Rice Project. Aansluitend reisde ik op 9 december Oost-Kalimantan waar ik een veldbezoek bracht aan een door illegale houtkap getroffen, maar nu geheel gerehabiliteerd bosgebied.

Jakarta

Op 10 december 2007 bezocht ik Jakarta waarbij ik een ontmoeting had met de vice- president van Indonesië, Jusuf Kalla. Tijdens dit overleg werd ingegaan op de intensivering van samenwerking en de goede bilaterale betrekkingen, waarbij de hoop werd uitgesproken deze in 2008 te bezegelen door ondertekening van de Comprehensive Partnership Agreement door president Yudhoyono en minister-president Balkenende. Tevens opende ik het door het Indonesische Ministerie van Buitenlandse Zaken georganiseerde seminar 'Seizing Business Opportunities towards a better Partnership between Indonesia and the Netherlands ' . Ik voerde verder gesprekken met het Partnership for Governance Reform, de anti-corruptie commissie (KPK) en de Indonesische gemeenschap voor democratie (KID). Tevens had ik een lunchbijeenkomst met diverse vertegenwoordigers van mensenrechtenorganisaties. In deze gesprekken stond de voortgang van het Indonesische hervormingsproces centraal. De afgelopen jaren is door Indonesië gestaag vooruitgang geboekt bij de hervormingen van het democratische bestel, veiligheidssector en de economie. Ook de bestrijding

van corruptie krijgt in toenemende mate aandacht. Steeds meer corruptiegevallen worden onderzocht en vervolgd. Snellere implementatie van institutionele hervormingen op het gebied van goed bestuur, bestrijding van corruptie en het scheppen van juridische zekerheid en veiligheid blijven belangrijke factoren die door de Indonesische overheid met voortvarendheid ter hand zouden moeten worden genomen. De mensenrechtensituatie is ten opzichte van een aantal jaren geleden duidelijk verbeterd, maar er blijven nog altijd problemen in Indonesië bij de naleving van internationale mensenrechtenverplichtingen, met name in Papoea. De Nederlandse inzet richt zich op bestuurlijke hervormingen (politieke en economische aspecten), dem ocratisering, mensenrechten, de juridische en veiligheidssector, corruptiebestrijding, decentralisatie en verbetering van het investeringsklimaat.

Bali

Als laatste onderdeel van mijn reis nam ik van 11 tot en met 13 december 2007 deel aan de VN-Klimaatconferentie op Bali. Tevens woonde ik de High Level Event on Climate Change bij met de ministers van Financiën, alsmede een aantal side events (lancering van de adaptatiestudie, FCFP, OESO en Millennium Doelen en Klimaat) bij. De Tweede Kamer zal in een separate brief hierover worden geinformeerd. In Bali vond echter ook een aantal bilaterale gesprekken plaats met onder meer de minister van Milieu, Witoelar, de gouverneur van Papoea, Barnabas Suebu en de gouverneur van Atjeh, Yusuf Irwandi. Voorts was ik aanwezig bij de lancering van het Indonesische nationale armoedebestrijdingsprogramma PNPM (Nationaal Community Empowerment Programme).

Tijdens het gesprek met de minister van Milieu sprak ik de Nederlandse bereidheid uit tot verdere samenwerking in Atjeh, Kalimantan en Papoea op het gebied van natuurbehoud en bebossing. Bij de uitwerkingsfase zal het door de Indonesische overheid gelanceerde National Action Plan Addressing Climate Change centraal staan. In het gesprek met gouverneur Suebu van Papoea werd ingegaan op de sociaal-economische ontwikkeling van Papoea en de noodzaak voor betere bescherming van kwetsbare oerbossen. Ik heb daarbij mijn bereidheid uitgesproken de mogelijkheden te onderzoeken voor uitbreiding van de door Nederland ondersteunde activiteiten in Papoea naar de sector bossen/biodiversiteit ter verdere bescherming van deze kwetsbare provincie.

Tijdens de lancering van het PNPM, ten overstaan van president Yudhoyono, maakte Nederland een bijdrage bekend van 15 miljoen euro. Het PNPM is het nieuwe armoedebestrijdingsplan van Indonesië, gericht op armoedebestrijding en werkvoorziening in rurale en urbane gebieden op basis van een gemeensch apsgedreven aanpak. De Indonesische overheid ziet het PNPM als een belangrijk sleutelprogramma gericht op het tot stand brengen van een evenwichtigere groei en verdeling van welvaart.

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
Bert Koenders