Beantwoording vragen van de leden Ten Broeke en Van Baalen over uitlatingen
van het Sloveens EU-voorzitterschap inzake Servië en Turkije
25-01-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Graag bied ik u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen
gesteld door de leden Ten Broeke en Van Baalen over uitlatingen van
het Sloveens EU-voorzitterschap inzake Servië en Turkije. Deze vragen
werden ingezonden op 11 januari 2008 met kenmerk 2070880170.
De minister van Buitenlandse Zaken, De staatssecretaris voor Europese
Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen Drs. F.C.G.M. Timmermans
Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, en
de heer Timmermans, staatssecretaris voor Europese Zaken, op vragen
van de leden Ten Broeke en Van Baalen (VVD) over uitlatingen van het
Sloveens EU-voorzitterschap inzake Servië en Turkije.
Vraag 1
Bent u bekend met de uitlatingen van uw Sloveense ambtgenoot en huidig
EU-voorzitter, Dimitrij Rupel, van 8 januari 2008, dat het "een goed
idee zou zijn" om het Stabilisatie en Associatie Akkoord (SAA) met
Servië zo snel mogelijk en "liefst eind deze maand" te tekenen? 1)
Antwoord
Ja. Evenwel heeft minister Rupel tijdens zijn bezoek aan Nederland op
16 januari jl. gezegd dat een besluit hierover niet deze maand aan de
Raad van de EU zal voorliggen.
Vraag 2
Is het waar dat de EU, onder het Sloveense EU-voorzitterschap, de
Servische regering verder tegemoet wil komen door de samenwerking
tussen Servië en het ` International Crime Tribunal for the former
Yugoslavia' (ICTY) te bespoedigen door het opzetten van een
"taskforce"?
Vraag 3
Wat gaat deze taskforce doen wat niet al vruchteloos geprobeerd is
door het ICTY zelf, namelijk een ondubbelzinnige medewerking door
uitlevering van de van oorlogsmisdaden verdachte heer Mladic, die -
zoals algemeen bekend - in Servië verblijft?
Antwoord
De Raad van de EU zal naar verwachting op 28 januari a.s. spreken over
een nog nader door het Voorzitterschap te definiëren voorstel om een
Task Force op te richten die de samenwerking met het ICTY moet
onderzoeken en bevorderen. Nederland wacht de voorstellen over het
precieze mandaat, samenstelling en werkwijze af en heeft aan het
Sloveens EU-voorzitterschap laten weten dat een eventuele Task Force
in ieder geval niet mag afdoen aan de eigen afweging en beoordeling
door individuele lidstaten van de samenwerking van Servië met het
ICTY. Nederland houdt - evenals België- onverminderd vast aan de eis
van volledige samenwerking van Servië met het ICTY alvorens Nederland
bereid is over te gaan tot ondertekening van de Stabilisatie- en
Associatieovereenkomst (SAO).
Vraag 4
Kunt u (nogmaals) verzekeren dat Nederland op geen enkele wijze
meewerkt aan de ondertekening van het SAA zolang Mladic niet in een
cel in Den Haag zit en dus ook geen genoegen zal nemen met een
taskforce en/of een toezegging van Servi ë op een later moment
uitlevering te garanderen en/of een positieve rapportage van de nieuwe
aanklager van het ICTY de heer Serge Brammertz, zoals vanochtend in de
Telegraaf 2) werd gesuggereerd?
Antwoord
Zie antwoord onder 3.
Vraag 5
Bent u bereid uw Sloveense ambtgenoot Rupel bij gelegenheid te
herinneren aan diens eigen woorden dat "het niet de EU is die ploetert
voor een toetreding van Servië, maar dat Servië zal moeten voldoen aan
de eisen van de EU"?
Antwoord
Ik heb de heer Rupel op 16 januari jl. het standpunt van de regering
nadrukkelijk overgebracht.
Vraag 6
Deelt u de mening dat vele EU-lidstaten kennelijk niet goed begrijpen
wat in artikel 49 van het Verdrag van Lissabon op uitdrukkelijke
Nederlandse wens is vastgelegd, namelijk dat de scherpe afspraken over
toetreding, die in december 2006 werden gemaakt in de Europese Raad,
en waar Servië overduidelijk niet aan voldoet, volledig en
ondubbelzinnig moeten worden gerespecteerd alvorens tot
toetredingsonderhandelingen of voorportalen die daartoe leiden, zoals
het ondertekenen van stabilisatieakkoorden, kan worden overgegaan?
Antwoord
Geen enkele lidstaat betwist de afspraken van de Europese Raad van
december 2006. In de conclusies van de RAZEB van 10 december 2007 zijn
deze afspraken herbevestigd.
Vraag 7
Welke actie gaat u ondernemen om dit gebrekkige besef inzake
EU-uitbreidingscriteria bij andere EU-lidstaten te verhelpen teneinde
duidelijk te maken aan de bevolking dat de EU uitsluitend
geloofwaardigheid is en het vertrouwen waard indien zij zich aan haar
eigen spelregels, straks verdragsregels, houdt?
Antwoord
De regering is van mening dat ten aanzien van EU-uitbreiding het
noodzakelijk is te voldoen aan alle gestelde criteria. Dit standpunt
wordt actief uitgedragen in onze bilaterale en multilaterale
contacten.
Vraag 8
Hoe beoordeelt u in dat verband de opmerkingen van de Sloveense
premier Janez Jansa tegenover journalisten in Ljubljana 3) op maandag
7 januari j.l. dat het Sloveense voorzitterschap ook van plan is twee
of meer nieuwe (wetgevende) hoofdstukken te openen in de
toetredingsonderhandelingen met Turkije? Gaat het hier om hoofdstukken
waarover de Tweede Kamer al is geïnformeerd? Zal Nederland zich in dat
geval hiertegen verzetten, zoals Frankrijk en Duitsland al hebben
aangekondigd?
Antwoord
In oktober 2005 zijn de EU lidstaten overeengekomen de
onderhandelingen met kandidaat-lidstaat Turkije te openen. In de
afspraken hierover is opgenomen dat de uitkomst van dit proces niet op
voorhand vaststaat, maar dat het gezamenlijk doel van de
onderhandelingen gericht is op toetreding van Turkije tot de EU. In
december 2006 is besloten dat onderhandelingen m.b.t. acht van de 35
hoofdstukken van het acquis niet kunnen worden geopend in verband met
de niet-naleving door Turkije van de implementatie van het Additioneel
Protocol bij het Ankara verdrag. De onderhandelingen over de overige
hoofdstukken kunnen echter in beginsel doorgang vinden. Dit betekent
dus dat buiten deze acht hoofdstukken andere hoofdstukken geopend
kunnen worden die dat tot op heden niet zijn. Overigens is vorig jaar
eveneens afgesproken dat geen enkel hoofdstuk zal worden afgesloten
zolang Turkije niet voldoen aan de implementatie van het additioneel
protocol bij het Ankara verdrag. Dit besluit is met de Kamer meerdere
malen besproken. Het is op dit moment nog niet duidelijk of onder
Sloveens voorzitterschap een of meerdere hoofdstukken zullen worden
geopend.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken