Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag

Den Haag Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk 25 januari 2008 VSV/DIR/2008/3033 18 januari 2008 2070808620

Onderwerp
Vragen van het Lid De Rooij inzake voortijdig
schoolverlaten in het mbo

Hierbij zend ik u het antwoord op de vragen van het Kamerlid De Rooij van uw Kamer inzake voortijdig schoolverlaten in het mbo.

De vragen werden mij toegezonden bij uw bovenaangehaalde brief met kenmerk 2070808620.

De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Marja van Bijsterveldt-Vliegenthart

Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl

blad 2/3

Antwoorden op de schriftelijke vragen van
het Kamerlid De Rooij van de Tweede Kamer der Staten-Generaal aan de staatssecretaris van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap (ingezonden d.d. 18 januari 2008, kenmerk 2070808620)


1. Deelt u de mening van de heer Sweder van Wijnbergen dat als het MBO er niet in slaagt de uitval terug te dringen, Nederland met een probleem zit: "Dit zaagt aan de stoelpoten van onze welvaart"? 1

Ja.


2. Wat gaat u doen om de enorme schooluitval "een recept voor werkloosheid" tegen te gaan?

In mijn brief "Aanval op de schooluitval: een kwestie van uitvoeren en doorzetten" van 30 november 2007 (TK 2007-2008, 26695, nr. 2) heb ik aangegeven welke acties ik onderneem om het ingezette beleid om voortijdig schoolverlaten tegen te gaan nog krachtiger uit te voeren. Kortheidshalve verwijs ik hiernaar.


3. In hoeverre spelen "de hoge taaleisen" een rol bij de uitval? Wat zijn andere oorzaken?

De oorzaken van schooluitval zijn divers. Het is aannemelijk dat er een verband is tussen voortijdig schoolverlaten en taalachterstand. Op grond van beschikbare gegevens kan deze relatie niet exact gekwantificeerd worden. Voor- en vroegschoolse educatie (VVE) is echter wel een speerpunt in het huidige beleid en kan op die manier indirect een bijdrage leven aan het voorkomen van schooluitval. Schooluitval is vaak een samenloop van omstandigheden. Risicofactoren zijn bijvoorbeeld een instabiele thuissituatie, laagopgeleide ouders, gedrags- en leerproblemen. Maar ook een verkeerde studiekeuze of `het niet kunnen aarden op school' kan tot uitval leiden.


4. Kunnen oudere werknemers een rol spelen bij de begeleiding van leerlingen? Wilt u dit stimuleren?

Oudere werknemers kunnen zeker een rol spelen bij de begeleiding van leerlingen. Daar zijn in de praktijk al voorbeelden van te zien. Het biedt enerzijds voor werknemers een interessante stap in hun carrière, anderzijds is het voor school en deelnemer interessant en leerzaam om iemand in hun midden te hebben met veel praktijkervaring. In het actieplan LeerKracht van Nederland

blad 3/3

roep ik scholen die (al dan niet in regionaal samenwerkingsverband) werken aan het terugdringen van het tekort aan onderwijspersoneel op om te kijken of het mogelijk is mensen uit het bedrijfsleven in te zetten in het onderwijs. Uiteraard moet worden bezien hoe hier het beste invulling aan te geven binnen de bestaande wettelijke kaders.


5. Wat vindt u van de suggesties van FNV-voorzitter Jongerius om via e-learning en avondopenstelling te werken aan het tweedekansonderwijs?

Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het beleid rondom het tweedekans- onderwijs, dat zij verplicht moeten inkopen bij het roc. Daarbij kan avondonderwijs of e-learning aan de orde zijn. Het is echter aan de gemeente en het roc om afspraken te maken over de manier waarop het tweedekans- onderwijs invulling krijgt.


6. Ziet u mogelijkheden om via het Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO) tot een gewenst kwalificatieniveau te komen? Zo ja, op welke manier en hoe gaat u deze stimuleren?

Voortgezet Algemeen Volwassenen Onderwijs (VAVO) is een instrument bij de bestrijding van voortijdig schoolverlaten. Jongeren die niet om kunnen gaan met de schoolse omgeving in het voortgezet onderwijs hebben de mogelijkheid om op het roc via het volwassenenonderwijs een vmbo (tl), havo of vwo-diploma te halen. Omdat deze jongeren al fysiek aanwezig zijn op het roc, is voor jongeren met een vmbo-diploma de weg naar een vervolgopleiding op mbo-2 niveau ook geen grote stap meer.


1 Trouw, 15 januari 2008