Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum
onderwerp bijlagen
D i rectie Internationale Zaken
Geachte Voorzitter,
In deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de Landbouw- en Visserijraad die op 21 januari jl. in Brussel plaatsvond.
De Raad begon met een korte presentatie door de voorzitter van het werkprogramma van het Sloveense voorzitterschap. Vervolgens bereikte de Raad politieke overeenstemming over het voorstel tot vereenvoudiging van het randvoorwaardenbeleid (cross compliance). Daarna hield de Raad aan de hand van een aantal vragen van het voorzitterschap een oriënterend debat over de health check. Als enige visserijpunt stond het voorstel over de visserijovereenkomst met Mauritanië op de agenda. Tot slot gaf de Commissie onder het agendapunt "diversen" een toelichting over de stand van zaken van de WTO-onderhandelingen en vroeg België aandacht voor het gratis verstrekken van groenten en fruit uit overschotproductie.
Werkprogramma Sloveens voorzitterschap
De voorzitter presenteerde kort het werkprogramma van Slovenië, de eerste van de sinds 2004 toegetreden lidstaten die het voorzitterschap van de Europese Unie bekleedt. Het is een ambitieus programma. In de eerste zes maanden van dit jaar zal het voorzitterschap zich ten eerste concentreren op het afronden van een aantal lopende dossiers, zoals de hervorming van de marktordeningen voor katoen en wijn en het voorstel voor de verhoging van de melkquota. De health check is natuurlijk een zeer belangrijk onderwerp, waarbij Slovenië streeft naar het aannemen van Raadsconclusies in maart en een eerste bespreking van de wetgevingsvoorstellen van de Commissie. Ik kijk uit naar deze discussie om het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) aan te passen aan nieuwe uitdagingen. Slovenië zet ook in op verdere vereenvoudiging van het GLB en betere regelgeving in het algemeen. Ik zal het voorzitterschap hierin actief ondersteunen. Als één van de dichtst beboste landen van de EU hecht Slovenië vanzelfsprekend veel waarde aan duurzaam bosbeheer. Slovenië streeft naar volledige implementatie van het Europese actieplan tegen de handel in illegaal geoogst hout (FLEGT). Ik ondersteun dit streven van harte. Voedselveiligheid voor mens en dier en in het verlengde daarvan dierenwelzijn en gewasbescherming zijn andere thema's waar Slovenië op inzet.

Randvoorwaardenbeleid (cross compliance)
De Raad sprak kort over het compromisvoorstel voor vereenvoudiging van het randvoorwaardenbeleid, waarna de voorzitter concludeerde dat de Raad met gekwalificeerde meerderheid het voorstel kon aanvaarden. Het voorstel zal in een volgende Raad als A-punt definitief worden aangenomen. Het bereikte akkoord betekent dat de verbeteringen en vereenvoudigingen nog dit jaar geïmplementeerd en doorgevoerd kunnen worden. De sinds 2004 toegetreden lidstaten zullen het randvoorwaardenbeleid in stappen uiterlijk in 2011 geheel invoeren.
Nederland is steeds voorstander geweest van het principe van cross compliance. Ik heb ook steeds gepleit voor een eenvoudig, transparant, uitvoerbaar en betaalbaar controleen kortingensysteem. Ik hechtte daarom veel waarde aan de voorstellen voor verbetering en vereenvoudiging. Ik ondersteun het bereikte akkoord dan ook volledig. Het uiteindelijke compromis bevatte alle voor Nederland belangrijke punten. Het gaat hierbij om de het vervangen van de 10-maandenperiode, waarin grond in bezit of gebruik moet zijn om in aanmerking te komen voor inkomenssteun in één enkele datum. De vaststelling van deze datum wordt aan lidstaten overgelaten, maar deze datum mag niet later zijn dan de datum waarop de aanvrager een laatste wijziging in de aanvraag mag aanbrengen. Voor Nederland wordt het 15 mei. Het akkoord bevat ook de introductie van een "de-minimis"-regel (drempelbedrag) van ¤ 100,-. Terugvordering is niet meer aan de orde als het terug te vorderen bedrag lager is dan ¤ 100,-. Het akkoord bepaalt voorts de invoering van regels voor het omgaan met niet-nalevingen van gering belang (kleine overtredingen). Op aandringen van Nederland had de Commissie op het laatste moment nog een wijziging in het compromis aangebracht over de verplichte follow-bij kleine overtredingen. De uitvoeringslasten voor zowel de boer als de overheid zijn nu in verhouding gebracht met de uitgangspunten van het randvoorwaardenbeleid. Het verdwijnen van de 10-maandenperiode brengt echter wel met zich dat de daarbij behorende verantwoordelijkheid voor het voldoen aan randvoorwaarden opnieuw moet worden geregeld. De randvoorwaardenkorting wordt nu automatisch opgelegd aan de aanvrager van steun, ook als deze de grond na de aanvraag van steun overdraagt aan een andere partij en de vastgestelde niet-naleving aan de overnemende partij kan worden toegerekend. De administratieve last van de landbouwer kan hierdoor toenemen en het leidt mogelijk tot een toename van civiele zaken tussen overdragende en overnemende partij van grond. Het voordeel van het verdwijnen van de 10-maandenregel acht ik echter groter dan dit nadeel.
Health check
De Raad debatteerde aan de hand van een drietal vragen over de health check. Het voorzitterschap vroeg de lidstaten aan te geven in hoeverre: de Commissie in de Mededeling over de health check de uitdagingen voor het GLB voor de toekomst juist benoemt en analyseert; de reikwijdte van de Mededeling en het ambitieniveau voldoende zijn om de uitdagingen aan te gaan; de Mededeling voldoende aanknopingspunten biedt voor daadwerkelijke maatregelen om het GLB meer in overeenstemming te brengen met maatschappelijke verwachtingen, zonder daarbij het Europese landbouwbeleid geweld aan te doen?

In dit oriënterende debat gaven de lidstaten aan deze vragen als goed uitgangspunt te beschouwen voor verdere discussie over de health check en het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in het algemeen. De delegaties onderschreven op hoofdlijnen de analyses die de Commissie maakt in haar Mededeling en de reikwijdte daarvan. De Raad deelt met de Commissie de wens en de noodzaak om nieuwe uitdagingen op te pakken binnen het GLB en dat de agrarische sector daar een belangrijke rol in heeft. Over het ambitieniveau verschillen de meningen echter. Dat het GLB eenvoudiger moet worden, is een duidelijke gemeenschappelijke deler.
In het debat constateerde ik een brede consensus over de lijn dat het landbouwbeleid een communautair en ambitieus beleid dient te blijven, een beleid dat bijdraagt aan een gelijk speelveld in de Unie en ook een rol zou moeten vervullen in nieuwe uitdagingen zoals klimaat, milieu, voedselkwaliteit. Voor mij hoort dierenwelzijn hier nadrukkelijk ook bij. De vraag is nu hoe deze nieuwe uitdagingen een plek kunnen krijgen in het GLB. Hierover is de Raad verdeeld. Onder aanvoering van Frankrijk bepleitte een grote groep lidstaten dat het GLB in de toekomst in alle gebieden van de Unie gehandhaafd dient te worden, dus nadrukkelijk ook in die gebieden waar landbouw onder minder gunstige omstandigheden plaatsvindt. Voedselzekerheid werd in het kader van dit Europees landbouwmodel ook genoemd. Ik deel de mening van die lidstaten die pleitten voor een groter maatschappelijk draagvlak voor het GLB.
De Raad sprak ook over de verhouding tussen de eerste en de tweede pijler. De ideeën van de Commissie voor een verhoogde verplichte modulatie bleken niet op veel steun te kunnen rekenen. Veel lidstaten zien eerder binnen de eerste pijler mogelijkheden om duurzaamheidsdoelen en nieuwe uitdagingen te realiseren, onder meer door een verruiming van de toepassingscriteria van artikel 69. Ik heb mij hierbij aangesloten, met dien verstande dat het GLB nu en in de toekomst beter moet aansluiten bij maatschappelijke waarden en naast voedselproductie ook gericht is op het leveren van toegevoegde waarde en publieke diensten. Daarnaast gaven vrijwel alle sinds 2004 toegetreden lidstaten aan voorstander te zijn van het verlengen van hun systeem van enkele areaalbetaling tot minimaal het einde van 2013. Ik sprak mijn sympathie uit voor de ideeën van de Commissie om een (gestaffelde) bovengrens te introduceren voor inkomenssteun. Helaas deelden maar weinig lidstaten deze mening en pleitten andere landen juist tegen de invoering van een bovengrens. De introductie van een ondergrens past naar mijn mening in het streven naar een verminderde uitvoeringslast, maar aandacht moet worden besteed aan een aantal praktische zaken.
Volledige ontkoppeling en afbouw van de resterende handelsverstorende marktinstrumenten is niet voor alle lidstaten een uitgemaakte zaak. Een grote groep lidstaten wenst om diverse redenen, zoals negatieve gevolgen voor het milieu en landschap, het tegengaan van al te sterke inkomensschommelingen met negatieve sociale consequenties, een voorzichtige en behoedzame aanpak zonder al te grote veranderingen in het markt- en prijsbeleid. Sommige specifieke sectoren dienen niet verder ontkoppeld te worden, zo meldde een aantal lidstaten. In dit kader werd ook de wens geuit voor een Europees kader voor risico- en crisismanagement.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
25 januari 2008 IZ. 2008/21 4
Wat betreft inkomenssteun, heb ik aangegeven de gekozen richting van de Commissie naar volledige ontkoppeling en regionalisering te ondersteunen. Daarmee kan een bijdrage worden geleverd aan een eenvoudiger en beter maatschappelijk ingebed stelsel van inkomensondersteuning. Verder gaf ik nogmaals aan dat ik de inzet van de Commissie deel om de melkquotering in 2015 te beëindigen en toe te werken naar een zachte landing van die quotering.
Ik gaf aan in grote lijnen tevreden te zijn met de Mededeling over de health check, meer markt, een gelijk economisch speelveld en meer aandacht voor landschap, natuur en milieu, voedselkwaliteit en -zekerheid en dierenwelzijn. Ook biedt de health check de mogelijkheid om de regels van het Europees Landbouwbeleid te vereenvoudigen en de administratieve lasten te verminderen. Een belangrijke vraag is voor wie we produceren, voor de mond of motor, voor de tafel of de tank. Mijn mening is duidelijk, de voorkeur ligt bij voedsel. Zo gaf ik aan dat hiervoor actief beleid nodig is binnen een Europees kader. Verder benadrukte ik dat maatschappelijke legitimatie van het GLB van groot belang is op de langere termijn. De betekenis van de landbouw gaat verder dan louter het produceren van voldoende en kwalitatief hoogwaardig voedsel. Het gaat evenzeer om de kwaliteit van de omgeving waarin wordt geproduceerd. De landbouwsector levert publieke goederen waarvoor lang niet altijd een goed functionerende markt is. Ik gaf hierbij aan bijvoorbeeld te denken aan natuur en landschap, maar ook aan dierenwelzijn en voedselzekerheid. Voedselzekerheid is een onderwerp dat we op een monidaal niveau moeten benaderen en daarbij moeten we ook het belang van markttoegang voor ontwikkelingslanden in het oog houden. Het op een voor de hele samenleving goed zichtbare manier belonen van de publieke goederen die de landbouwsector levert, is naar mijn oordeel de belangrijkste uitdaging voor de komende tijd. Dat moet beter tot uiting komen in de manier waarop de inkomensondersteuning in de eerste pijler van het GLB vorm krijgt. De health check biedt een uitstekende kans om daar een goed begin mee te maken. En die kans moeten we met beide handen aangrijpen. Ook zullen wij er in de komende jaren gezamenlijk voor moeten zorgen dat het GLB optimaal is toegesneden op de uitdagingen die bijvoorbeeld klimaatverandering met zich meebrengt.
Het voorzitterschap streeft ernaar om in de Raad in maart 2008 conclusies aan te nemen. Mede op basis van deze Raadsconclusies zal de Commissie vervolgens concrete wetgevingsvoorstellen kunnen opstellen en deze nog voor de zomer van dit jaar publiceren. Onder Frans voorzitterschap zal de Raad vervolgens in de tweede helft van 2008 deze concrete voorstellen bespreken om tot een politiek akkoord te komen voor het einde van dit jaar.
Mauritanië: visserijpartnerschap
Commissaris Borg informeerde de Raad over de stand van zaken van de onderhandelingen over de wijziging van het Visserijprotocol met Mauritanië. Begin januari heeft de Commissie Mauritanië bezocht om de mogelijkheden voor heronderhandeling te onderzoeken. Hieruit bleek dat beide partijen de analyse delen dat het protocol herzien moet worden. De herziening moet zo snel mogelijk afgerond worden. Daartoe tracht de Commissie zo spoedig mogelijk met Mauritanië een Memorandum of Understanding overeen te komen. Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
25 januari 2008 IZ. 2008/21 5
Daarin worden vastgelegd de parameters voor de herziening, waaronder vermindering van de vangstmogelijkheden (voor pelagische soorten en voor koppotigen), flexibilisering van de regels voor vangstmogelijkheden, een nieuw kader voor de steun aan de visserijsector en een nieuw financieel kader. Gestreefd wordt naar een looptijd van vier jaar voor het vernieuwde protocol.
De Commissie zal het protocol niet opzeggen. Ik heb aangegeven dat ik de aangepaste werkwijze waardeer en dat ik blij ben met de vorderingen in het overleg over de herziening. Verder gaf ik aan dat er weliswaar een onderbenutting van de visserijmogelijkheden is, maar dat volgens mijn informatie de Nederlandse vloot de komende jaren meer gebruik zal maken van de vangstmogelijkheden. De Commissie zou hier terdege rekening mee moeten houden. Voor mij is het verder van belang dat er meer geld voor de ontwikkeling van de visserij-infrastructuur beschikbaar komt, dat het totaal budget voor het akkoord stabiel moet blijven en dat de lidstaten nauw moeten worden betrokken bij het verdere onderhandelingsproces.
Diversen
a) WTO
Commissaris Fischer Boel gaf een overzicht van de stand van zaken in de WTO-onderhandelingen en ging daarbij zowel in op het proces van de onderhandelingen als enkele technische aspecten, waarna de ministers van gedachten wisselden met de Commissaris over de stand van de (landbouw)onderhandelingen. Enkele lidstaten uitten grote zorgen over de onderhandelingen. Ik gaf aan dat Nederland het streven en de constructieve inzet van de Commissie naar een ambitieus en evenwichtig akkoord ondersteunt, maar het moet een eindresultaat zijn waarin alle partijen zich kunnen herkennen. Dit akkoord dient rekening te houden met onze defensieve en offensieve belangen en recht doen aan de ontwikkelingsdimensie van deze ronde. Ik hecht daarbij in het bijzonder aan parallelliteit bij de uitfasering van exportsteun. Daarnaast onderstreepte ik dat in de markttoegangsonderhandelingen bij de keuze van gevoelige producten rekening moet worden gehouden met dierenwelzijngevoelige producten. Specifiek gaat het mij dan om pluimveevlees, eiproducten en varkensvlees. De invoercontingenten, die ter compensatie moeten worden geboden als deze producten het predikaat 'gevoelig' krijgen, dienen zo beperkt mogelijk van omvang te zijn. Ook vroeg ik nogmaals aandacht voor de non-trade concerns (NTC), zowel in deze WTO-ronde als in toekomstige onderhandelingen. b) Gratis verstrekken van groenten en fruit uit overschotproductie (Verzoek Belgische delegatie)
De Belgische delegatie vroeg aandacht voor het tijdelijk niet beschikbaar zijn van de mogelijkheid om groenten en fruit uit overproductie gratis te verstrekken en anderzijds de financiële vergoeding voor logistieke kosten van producten die bestemd zijn om gratis te worden uitgedeeld. Als gevolg van de recent hervormde marktordening voor groenten en fruit is het uit de markt nemen met volledige financiële vergoeding door de Europese Unie per 1 januari van dit jaar afgeschaft. Het uit de markt nemen van groenten en fruit kan onder het nieuwe regime uitsluitend plaatsvinden door telersverenigingen in het kader van de zogenaamde crisismaatregelen, voor zover daartoe is voorzien in de operationele programma's van de telersverenigingen.
Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
25 januari 2008 IZ. 2008/21 6
Deze programma's hebben slechts werkingskracht vanaf het moment dat de lidstaten een nationale strategie hebben opgesteld, dat als kader dient voor de operationele programma's. In de lidstaten die nog geen nationale strategie hebben kunnen opstellen, kunnen voorlopig nog geen producten uit de markt genomen worden via de telersverenigingen.
De Belgische delegatie verzocht met steun van enkele andere lidstaten de Commissie om een overgangsregeling, zodat met terugwerkende kracht telersverenigingen groenten en fruit gratis kunnen verstrekken. De Commissaris heeft de Raad vervolgens toegezegd met een voorstel te komen om een dergelijke overgangsregeling mogelijk te maken. De Belgische zorgen staan los van de discussie over een schoolfruitprogramma, dat niet gebaseerd zal zijn op het afzetten van overproductie van telersverenigingen, maar het structureel beschikbaar stellen van kwalitatief hoogwaardige groenten- en fruitproducten. Ik ben een groot voorstander van een écht schoolfruitprogramma dat kinderen kennis laat maken met kwaliteitsgroenten en -fruit. Nederland is géén voorstander van het op incidentele wijze wegwerken van overschotten via scholen of welzijnsinstellingen. Ik ben van mening dat het uit de markt nemen van overtollige producten geen structureel karakter kan en mag hebben. Ik heb de Commissie opgeroepen voortgang te maken met haar voornemen voor een echt Europees schoolfruitprogramma en binnenkort met een voorstel hiertoe te komen, zodat op de korte termijn daadwerkelijk met het programma gestart kan worden.
A-punten
In de bijlage treft u een overzicht aan van A-punt die de Raad zonder discussie heeft aangenomen.
DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN
VOEDSELKWALITEIT,
G. Verburg
Bijlage
De volgende punten heeft de Raad als A-punt aangenomen, dat wil zeggen zonder discussie.

1. Voorstel voor een besluit van de Raad tot aanpassing van bijlage VIII bij de Akte van toetreding van Bulgarije en Roemenië;

2. Voorstel voor een verordening van de Raad inzake de in de periode 2008-2013 door de Commissie te ondernemen activiteiten door middel van teledetectietoepassingen die in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid zijn ingesteld;
3. Aanneming van een besluit van de Raad houdende de goedkeuring van sluiting door de Commissie van een overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie en de regering van de Volksrepubliek China betreffende O&O-samenwerking bij het vreedzame gebruik van kernenergie;

4. Raad van bestuur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (CEDEFOP), Benoeming van de heer Tony Donohoe (IE), lid in de categorie werkgeversvertegenwoordigers;

5. Speciaal verslag nr. 4/2007 over fysieke en substitutiecontroles van zendingen waarvoor uitvoerrestituties zijn aangevraagd;

6. Toegang van het publiek tot documenten, Confirmatief verzoek 16/c/01/07;
7. Verordening van de Raad tot invoering van autonome handelspreferenties voor Moldavië en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 980/2005 en Besluit 2005/924/EG van de Commissie;

8. Ontwerp van EU-standpunt van de Raad van de Europese Unie en van de vertegenwoordigers van de regeringen der lidstaten, in het kader van de Raad bijeen, betreffende het VN-Verdrag tegen corruptie. Technische bijstand, Voorbereiding van de tweede Conferentie van de Partijen bij het Verdrag van de Verenigde Naties tegen corruptie op 28 januari-1 februari 2008;

9. Ontwerp van operatieplan (OPLAN) voor de voortzetting van de politiemissie van de Europese Unie (EUPM) in Bosnië en Herzegovina (BiH);
10. Anti-dumping, Voorstel voor een verordening van de Raad tot instelling van een definitief anti-dumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige antidumpingrecht op dihydromyrcenol van oorsprong uit India;

11. Anti-dumping, Voorstel voor een verordening van de Raad tot intrekking van het antidumpingrecht op ferromolybdeen van oorsprong uit China en tot beëindiging van de procedure betreffende die invoer, naar aanleiding van een nieuw onderzoek overeenkomstig artikel 11, lid 3, van Verordening (EG) nr. 384/96 van de Raad;
12. Aanneming van een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Gemeenschap in de Internationale Cacaoraad met betrekking tot de verlenging van de Internationale Cacao-overeenkomst van 2001;

13. Aanneming van een Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het standpunt van de Gemeenschap in de Internationale Koffieraad met betrekking tot de aanwijzing van de depositaris van de Internationale Koffieovereenkomst van 2007; Datum Kenmerk Paraaf: Vervolgblad
25 januari 2008 IZ. 2008/21 8

14. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot oprichting van het Europees Instituut voor innovatie en technologie (WB) (eerste lezing); Aanneming, a) van het gemeenschappelijk standpunt, b) van de motivering van de Raad;

15. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1059/2003 betreffende de opstelling van een gemeenschappelijke nomenclatuur van territoriale eenheden voor de statistiek (NUTS) in verband met de toetreding van Bulgarije en Roemenië tot de Europese Unie (WB) (eerste lezing), Aanneming van het wetgevingsbesluit;
16. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een gemeenschappelijk kader voor ondernemingsregisters voor statistische doeleinden en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2186/93 van de Raad (WB) (tweede lezing), Goedkeuring van de amendementen van het Europees Parlement.