NOS, Met het oog op morgen, Radio 1
Radio / TV-interview | 25-01-2008
Vice-minister-president Bos, na afloop van de wekelijkse ministerraad,
over de onterechte vergoedingen aan oud-minister Herfkens en de
situatie op de financiële markten.
VAN WEEZEL:
Hoe gaat het met Jacques Tichelaar?
BOS:
Goed, hij is afgelopen woensdag geopereerd. Er zijn een aantal
bypasses aangebracht en nu gaat het herstel in.
VAN WEEZEL:
En hoe gaat het met mevrouw Herfkens, uw partijgenoot in Amerika, waar
de Nederlandse regering een standpunt over gaat innemen?
BOS:
Dat weet ik niet. Ik heb haar zelf recent niet gesproken. Op het
ministerie van Buitenlandse Zaken is er natuurlijk onderzoek gedaan
naar wat zich precies heeft afgespeeld, wat de oorzaak is geweest en
wie daar schuld aan heeft. Dus ik wacht ook even netjes de resultaten
van dat onderzoek af voordat ik daar een oordeel over geef.
VAN WEEZEL:
U weet dat een heleboel partijgenoten van u zeggen: als je sjoemelt
met sociale zekerheid of met de bijstand, dan moet je dat
terugbetalen. Dat wordt niet gepikt. Als iemand die op zo'n voorname
post zit sjoemelt, dan moet dat ook niet worden gepikt.
BOS:
Dat sentiment kan ik me heel goed voorstellen. Maar of de fout bij
haar ligt, dan wel bij de VN, dan wel bij het ministerie van
Buitenlandse Zaken, dat wordt op dit moment net onderzocht, dus laten
we dat even rustig afwachten.
VAN WEEZEL:
Maar u beseft dat de naam van de PvdA in de buurt van de zakkenvullers
komt.
BOS:
Nou, in ieder geval is niemand hier beter van geworden. Dit is nu al
schadelijk. Ook al voor we de verdere oorzaken en feiten precies
kennen is duidelijk dat de VN, het ministerie van Buitenlandse Zaken,
mevrouw Herfkens en de PvdA hier allemaal schade opgelopen hebben. Dat
is treurig.
VAN WEEZEL:
Kunt u me een beetje geruststellen over de financiële markten?
BOS:
Nou, ik kan u niet geruststellen in de zin van dat ik u zou kunnen
voorspellen hoe het verder gaat. Want als we nu een ding zeker weten
over wat zich thans afspeelt, dan is het dat we eigenlijk niks zeker
weten en dat wat er zich op financiële markten afgespeeld heeft de
laatste jaren tot zo'n enorme complexiteit heeft geleid dat we
eigenlijk niet meer weten, met name in Amerika, waar de risico's
precies verstopt zitten en hoe groot ze zijn. Dat popt nu dus op
verschillende momenten en op verschillende plekken naar boven en zet
dan een domino-effect in werking. De klappen vallen vooral in Amerika.
Gelukkig veel minder in Europa en nog minder in Nederland.
Geruststellen in de zin van dat ik u, hoe graag ik dat ook zou willen,
zou kunnen vertellen dat er helemaal niets meer gebeurt en dat alles
blijft zoals het was dat kan ik niet.
VAN WEEZEL:
Als je het stap voor stap doorneemt: het is begonnen in Amerika met
hypotheken die aan verkeerde mensen zijn gegeven.
BOS:
Ja, daar begon het mee. Vervolgens was het wel duidelijk dat het niet
slechts in dat deel van de financiële markt was, maar dat zo veel
financiële instellingen zich erin begeven hadden dat eigenlijk de hele
bancaire sector er mee te maken had. Afgelopen week bleek plotseling
ook weer dat verzekeraars en lokale overheden ermee te maken kunnen
krijgen. Vervolgens kan het ook de oceaan oversteken via de manier
waarop de Amerikaanse economie ook de Europese economie beïnvloedt of
de Amerikaanse beurs de Europese beurzen. Dat zijn natuurlijk allemaal
verrassingen waar je steeds weer, keer op keer, voor geplaatst wordt.
VAN WEEZEL:
Wat wist u zelf nou? U bent nu al een jaar minister van Financiën. Ben
je dan zelf op de hoogte? Kent u dan al die begrippen als subprime?
BOS:
Dat specifieke begrip was voor mij ook nieuw toen ik er mee te maken
kreeg. Sowieso moet je constateren dat in de hele gemeenschap van
ministers van Financiën, bankiers en Europese Commissie we inmiddels
redelijk goed begrijpen wat er gebeurd is. Maar wat we ook moeten
constateren is dat we niet hebben zien aankomen dat het zo groot zou
worden.
VAN WEEZEL:
Deugt het toezicht dan wel?
BOS:
Ik heb op zich op het gedrag van de toezichthouders niks aan te
merken, want op het moment dat het fout ging hebben ze heel goed
gereageerd. Toen de banken in problemen kwamen, hebben ze extra geld
ter beschikking gesteld. In Amerika is de rente omlaag gegaan. Dat
zijn allemaal toch uiteindelijk wel verstandige ingrepen geweest. Maar
liever voorkom je natuurlijk dat het zover komt. Op dat punt moet je
constateren dat dit deel van de financiële markt, waar de producten
kennelijk zo complex geworden zijn, de transparantie te wensen
overlaat. En dat er misschien ook wel een paar andere dingen aan de
hand zijn. Ik zal een voorbeeld geven. Er is een hele bedrijfstak
actief in de financiële wereld die geld verdient met het prijzen van
risico's.
VAN WEEZEL:
Die AAA-rating.
BOS:
Ja, dus als een bank buitengewoon solide is en je weinig risico loopt
om daar je spaarcenten neer te zetten, dan kan je een zogenaamde
Triple-A-rating krijgen. Er is een hele schaal van ratings waaraan
mensen kunnen zien hoeveel risico ze lopen.
VAN WEEZEL:
En u denkt juist dat een heleboel bedrijven die in die verkeerde
hypotheken handelden die rating hebben gekregen!
BOS:
Ja precies. Ergens is dus iets mis gegaan met het beprijzen van die
risico's en dan is natuurlijk wel de vraag: hoe kan dat? Is het
misschien ook zo dat de bedrijven die daar verantwoordelijk voor zijn
misschien er zelf ook een commercieel belang bij hebben dat ze die
risico's iets mooier voorstellen dan ze in werkelijkheid blijken te
zijn. Of zijn die zelf ook het zicht kwijt geraakt? Dat zijn wel
dingen waar we nu natuurlijk duchtig onderzoek naar doen, want dit wil
je een keer meemaken, maar geen tweede keer.
VAN WEEZEL:
Wat kun je in de toekomst doen om dit soort casinokapitalisme te
beteugelen?
BOS:
Er zijn een aantal heel fundamentele zaken die in Amerika anders
moeten en waarvan ik denk dat we die, met alle respect, in Europa
beter gedaan hebben. In Amerika is het veel makkelijker geweest om
krediet te krijgen dan in Nederland. In Nederland is wat dat betreft
minder mogelijk en is er meer toezicht. In Amerika wordt er ook minder
gespaard. Dus in die zin zijn er ook minder buffers. In Amerika is ook
een enorm tekort op de betalingsbalans met het buitenland, dus men
leeft op de pof. Men is heel afhankelijk van de internationale
economie. Dat zijn allemaal dingen die in Europa beter voor elkaar
zijn en waar Amerika denk ik echt fundamenteel een aantal zaken de
komende jaren anders zal moeten proberen te regelen. Voor ons in
Europa is het toch vooral een zaak van zorgen dat je je eigen zaakjes
op orde hebt. Dat je tegen een stootje kan. Dat je een
financieringsoverschot hebt, zodat je als het een keer tegenzit dat je
dat kunt hebben. Dat je werkloosheid laag is, zodat als het tegenvalt
je niet meteen met een uit de pan rijzende werkloosheid te maken hebt.
Dat je inflatie laag is. Gelukkig is dat allemaal nu ook zo in de
Nederlandse economie aan de orde. We gaan er last van hebben, maar we
kunnen tegen een stootje.
VAN WEEZEL:
U vertelde op uw persconferentie over een bokser.
BOS:
Nou kijk, het is een beetje te vergelijken met dat je in een boksring
staat. Je bent bokser en je weet dat je een klap gaat krijgen, maar je
weet niet of die van links komt of die van rechts komt. Je weet ook
niet hoe hard hij is. En dan heb je als bokser natuurlijk maar een
keus en dat is zorgen dat je dan in ieder geval je verdediging op orde
hebt. En zo zien wij het nu ook. We gaan een klap krijgen van links of
van rechts. Niemand weet precies hoe hard hij zal zijn, maar de
verdediging is op orde. We hebben financiële buffers. We hebben een
historisch lage werkloosheid. We hebben vergeleken met andere landen
in Europa een hele lage inflatie. De orderboeken bij de bedrijven
zitten vol. Vandaar dat het producentenvertrouwen ook zo hoog is. Dus
ik wil niet zeggen: laat die klap maar komen. Maar de uitgangssituatie
om er tegen te kunnen met elkaar is goed.
VAN WEEZEL:
De bokser heeft de verdediging op orde.
BOS:
Absoluut.
(letterlijke tekst, ongecorrigeerd, IW)
Ministerie van Algemene Zaken