22-01-2008
Geannoteerde agenda van de RAZEB d.d. 28 januari 2008
Ondertekenaar: Minister drs. M.J.M. Verhagen en staatssecretaris drs.
F.C.G.M. Timmermans
Graag bieden wij u hierbij de geannoteerde agenda aan van de Raad
Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 28 januari 2008.
De minister van Buitenlandse Zaken,
Drs. M.J.M. Verhagen
De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Drs. F.C.G.M. Timmermans
Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
(RAZEB) van 28 januari 2008
Algemene Zaken
Er zijn geen separate agendapunten voorzien voor dit deel van de
RAZEB.
Externe betrekkingen
Westelijke Balkan
De Raad zal de politieke situatie in Servië en Kosovo bespreken, mede
in het licht van de presidentsverkiezingen in Servië in twee rondes
(20 januari en 3 februari a.s.) en de vermoedelijke
onafhankelijkheidsverklaring daarna van Kosovo.
De Raad zal geen beslissing nemen over ondertekening van de
Stabilisatie en Associatie Overeenkomst (SAO) met Servië. Nederland
houdt -evenals België- onverminderd vast aan de eis van volledige
samenwerking van Servië met het ICTY alvorens Nederland bereid is
over te gaan tot ondertekening van de SAO.
De Raad zal naar verwachting wel spreken over een nog nader door het
Sloveense Voorzitterschap te definiëren voorstel om een Task Force op
te richten die de samenwerking met het ICTY moet onderzoeken en
bevorderen.
Nederland wacht de voorstellen over het precieze mandaat,
samenstelling en werkwijze af en heeft aan het Voorzitterschap laten
weten dat een eventuele Task Force in ieder geval niet mag afdoen aan
de eigen afweging en beoordeling door individuele lidstaten van de
samenwerking van Servië met het ICTY.
Het Voorzitterschap heeft de intentie uitgesproken om snel na de
verwachtbare onafhankelijkheidsverklaring van Kosovo een extra RAZEB
bijeen te roepen om een gezamenlijke reactie van de lidstaten te
bespreken. Voor Nederland is daarbij van belang dat de tekst van de
onafhankelijkheidsverklaring en de eveneens verwachte grondwet
belangrijke elementen uit het Ahtisaari-plan (m.n. bescherming van
rechten van minderheden) overnemen en dat de Kosovaarse autoriteiten
zich verantwoordelijk opstellen tegenover de Servische minderheid.
Kenya
De Raad zal de actuele situatie in Kenia bespreken. Nu de
AU-bemiddeling van president Kufuor is mislukt, is de facilitering van
de onderhandelingen tussen de regeringspartij van president Kibaki
(PNU) en de oppositiecoalitie van Rail Odinga (ODM) in handen gelegd
van een panel van eminente Afrikaanse persoonlijkheden onder leiding
van oud-SGVN Kofi Annan. Het panel werkt expliciet niet onder
auspiciën van de AU (er is ondersteuning vanuit het VN-apparaat). Een
succesvolle facilitering staat niet bij voorbaat vast. De EU steunt
deze bemiddelingspogingen en heeft vanaf de bekendmaking van de
verkiezingsresultaten aangedrongen op dialoog, om een uitweg te vinden
uit de impasse.
Een duurzame oplossing dient zowel stabiliteit te brengen als recht te
doen aan de wens van een groot deel van de Keniaanse bevolking, dat de
regering een correcte afspiegeling is van het verkiezingsresultaat.
De EU beraadt zich op mogelijke stappen voor het geval de inspanningen
van Annan c.s. niet tot het gewenste resultaat leiden. De opties
betreffen mogelijke stappen op politiek en economisch terrein alsmede
ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking, inclusief mogelijkheid van
het sturen van een gezant.
Sudan/Tsjaad
De Raad zal spreken over de situatie in Sudan en de EUFOR
TCHAD/RCA-missie in Tsjaad en de Centraal-Afrikaanse Republiek. De
VN-gezant voor Darfur, Eliasson, zal bij de RAZEB aanwezig zijn.
Op 1 januari 2008 heeft de hybride vredesmissie UNAMID het stokje
overgenomen van de Afrikaanse Unie-missie (AMIS). De ontplooiing van
UNAMID verloopt echter moeizaam, terwijl de veiligheidssituatie in met
name West-Darfur in de laatste maand ernstig is verslechterd. Het
ontbeert de vredesmissie nog aan essentiële transport-capaciteit,
waaronder helikopters. Ook hebben de VN en de AU nog geen
overeenstemming bereikt met de Sudanese regering over de samenstelling
van de troepenmacht, voornamelijk als gevolg van een difficulterende
opstelling van Sudan. Nederland zet in op een krachtig signaal van de
EU dat hierover snel een akkoord dient te worden bereikt.
In het vredesproces hebben, na de openingssessie in Libië en het
unificatieproces van verschillende rebellenbewegingen in Zuid-Sudan,
geen noemenswaardige ontwikkelingen plaatsgevonden. De AU en VN geven
rebellengroeperingen de tijd om nader tot elkaar te komen en
gemeenschappelijke standpunten te ontwikkelen ten behoeve van de
onderhandelingen. Van 12 t/m 17 januari brachten VN-gezant Eliasson en
AU-gezant Salim Salim een bezoek aan Sudan, waar zij gesprekken
voerden met de Sudanese regering en rebellen. Aan de hand van dit
bezoek zullen zij hun verdere strategie bepalen. Nederland blijft nauw
betrokken bij dit proces.
Nederland blijft van mening dat de EU moet blijven benadrukken dat
sancties aangescherpt zullen worden indien de Sudanese regering
onvoldoende meewerkt bij de totstandkoming van een effectieve
vredesmissie.
EUFOR Tsjaad/Centraal Afrikaanse Republiek
Naar verwachting hebben de EU-lidstaten inmiddels afdoende voorlopige
toezeggingen gedaan op basis waarvan in de RAZEB op 28 januari a.s.
kan worden besloten over te gaan tot het uitvoeren van de EU-missie in
Tsjaad en de Centraal Afrikaanse Republiek. Hiertoe zullen de
lidstaten in de gelegenheid worden gesteld veldonderzoeken te doen die
als basis dienen voor de uiteindelijk politieke besluit-vorming in hun
land. Het onderzoek naar de wenselijkheid en mogelijkheid van een
eventuele beperkte Nederlandse bijdrage loopt nog.
Midden-Oosten Vredesproces (MOVP) / Libanon
De Raad zal spreken over de situatie in de regio, waaronder de
ontwikkelingen in het vredesproces na Annapolis en het bezoek van
president Bush aan de regio. Tevens zal gesproken worden over de
follow-up van de donorconferentie in Parijs voor de Palestijnse
Gebieden in december 2007. Daarnaast zal eventueel een
gedachtewisseling over Libanon plaatsvinden.
Sinds de conferentie in Annapolis (november 2007) zijn er geen
wezenlijke vorderingen in onderhandelingsproces tussen Israëliërs en
Palestijnen gemaakt, anders dan in de vorm van procedure-afspraken.
Beide partijen blijken tot dusverre maar moeizaam bereid, c.q. in
staat, om conform de Annapolis-overeenkomst uitvoering te geven aan de
verplichtingen van de eerste fase van de Roadmap, namelijk
beëindiging van geweld aan Palestijnse zijde en bevriezing van
nederzettingenbouw (inclusief in en rondom
Oost-Jeruzalem) en ontmanteling van illegale outposts van
nederzettingen door Israël.
En marge van het bezoek van president Bush aan onder meer Israël en
de Palestijnse Gebieden is evenwel bekend gemaakt dat de
onderhandelaars gaan beginnen met eerste gesprekken over core issues:
met name Jeruzalem, nederzettingen/grenzen en vluchtelingen. Dit is
een eerste concrete implementatie van de "Joint understanding" die de
Israëli's en de Palestijnen in Annapolis hebben afgesproken over de
onderhandelingen.
De Raad zal daarnaast mogelijk spreken over Libanon, wanneer de
ontwikkelingen bij de presidentsverkiezingen in dat land daartoe
aanleiding geven. Thans is een kern van een compromis zichtbaar in de
vorm van een plan van de Arabische Liga ter oplossing van de
constitutionele crisis in Libanon, dat met actieve Syrische inbreng is
opgesteld. Binnen de Libanese politiek bestaat hierover nog geen
consensus. Het is wachten op nadere uitwerking van het plan.
Nederland zal de Raad blijven aansporen te werken aan een meer
zichtbaar en relevant profiel van de EU in het Midden-Oosten in het
algemeen en het MOVP in het bijzonder. Nederland en de EU moeten
voortdurend bereidheid tonen het proces waar mogelijk te ondersteunen.
Dit kan onder meer in de vorm van een verdieping en verbreding van de
relaties van de EU met Israël. Voorstellen die Israël daartoe heeft
geformuleerd zullen tijdens de reis van de minister van Buitenlandse
Zaken aan de regio van 20-24 januari aan de orde komen. Nederland
heeft begrip voor Israëlische maatregelen ter bescherming van de
bevolking, benadrukt het belang van proportionaliteit en vraagt om
aandacht voor verbetering van de humanitaire situatie in Gaza.
Nederland verwelkomt de actieve rol van de Arabische Liga jegens
Libanon en acht het belangrijk dat de EU een kritische dialoog met
Syrië voert, teneinde een constructieve opstelling van Damascus in de
regio te bevorderen.
Pakistan
De Raad spreekt over de recente ontwikkelingen in Pakistan na de moord
op oud-premier Benazir Bhutto en de tot 18 februari uitgestelde
parlementsverkiezingen. Nederland heeft, in EU-verband en in een eigen
verklaring, de moord krachtig veroordeeld. Nederland zal blijven
aandringen op en zich blijven inzetten voor vrije en eerlijke
verkiezingen, vrijlating van politieke gevangenen en de opheffing van
nog geldende mediaresctricties. De EU zal voor de
parlementsverkiezingen van 18 februari een volwaardige
waarnemersmissie uitzenden.
Tijdens de RAZEB zal mogelijk ook gesproken worden over een Frans
voorstel voor een groep van eminente personen die dialoog tussen de
regering en oppositie zou moeten bevorderen.
Iran
De Raad zal de laatste stand van zaken ten aanzien van het Iraanse
nucleaire dossier bespreken.
De Europese Raad van 14 december jl. uitte andermaal diepe bezorgdheid
over het kernprogramma van Iran en onderstreepte dat de verwerving van
een nucleaire militaire capaciteit onaanvaardbaar zou zijn. De
Europese Raad betreurde dat noch Hoge Vertegenwoordiger Solana, noch
DG IAEA El Baradei na hun respectievelijke besprekingen met Iraanse
counterparts van een positief resultaat konden spreken, met name
betreffende de mate waarin Iran voldoet aan de eisen van de
VN-Veiligheidsraad. De Europese Raad sprak andermaal zijn volledige
steun uit voor het werk in de VN-Veiligheidsraad om Iran tot naleving
te bewegen.
DG IAEA El Baradei bracht op 11 en 12 januari jl. een werkbezoek aan
Iran. Zijn gesprekken met onder meer Geestelijk Leider Khamenei en
president Ahmadinejad waren gericht op implementatie van
IAEA-waarborgen en het werkplan om uitsluitsel te geven over de
uitstaande vragen inzake Iran's nucleaire programma. De DG IAEA zal
eind februari rapporteren over de voortgang en doet in afwachting
daarvan geen nadere mededelingen.
De vertegenwoordigers van de vijf permanente leden van de
VN-Veiligheidsraad en Duitsland (P5+1) spreken momenteel over een
mogelijke aanvullende sanctieresolutie. Op 22 januari 2008 vindt
daartoe een ministeriele ontmoeting van de P5+1 plaats in Berlijn.
Nederland hoopt dat binnen de VN-Veiligheidsraad op korte termijn
overeenstemming bereikt kan worden, zodat langs diplomatieke weg kan
worden bevorderd dat Iran de VNVR-resoluties alsnog onverkort en
onverwijld uitvoert.
Nederland is er voorstander van dat, als de Veiligheidsraad onverhoopt
niet komt tot een nieuwe resolutie, de EU besluit tot aanvullende
sancties. Het is van belang een helder, krachtig en eensgezind signaal
aan Iran af te geven om duidelijk te maken dat de samenwerking met het
IAEA nog niet toereikend is gebleken en dat het tussen het
secretariaat van de IAEA en Iran overeengekomen werkplan en het
beantwoorden van de uitstaande vragen slechts een deel is van hetgeen
de internationale gemeenschap van Iran verlangt. Iran zal actief
moeten werken aan herstel van het internationale vertrouwen in zijn
huidige en toekomstige nucleaire programma.
Ministerie van Defensie