Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen van het lid Ferrier over verkiezingen in Kenia

28-01-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Ferrier over verkiezingen in Kenia. Deze vragen werden ingezonden op 8 januari 2008 met kenmerk 2070807700.

De minister van Buitenlandse Zaken,

Drs. M.J.M. Verhagen

De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Drs. A.G. Koenders

Antwoorden van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken en de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking op vragen van het lid Ferrier (CDA) over verkiezingen in Kenia.

Vraag 1
Erkent de Nederlandse regering de officiële verkiezingsuitslag in Kenia? 1) Zo ja, waarom wel? Zo neen, waarom niet en welke consequenties verbindt u daaraan?

Antwoord

Nederland onderschrijft de voorlopige bevindingen van de EU-waarnemingsmissie (EU EOM). Volgens de EU EOM hebben bij het verwerken van de stemresultaten op regionaal en centraal niveau onregelmatigheden plaatsgevonden, die van invloed zijn geweest op de door de Electoral Commission of Kenya bekend gemaakte uitslag van de presidentsverkiezingen. Daarom heeft de EU EOM aangegeven dat zij geen eenduidige uitspraak kan doen over wie de presidentsverkiezingen heeft gewonnen.

Nederland onderschrijft eveneens de verklaringen van de voorzitter van de EU op 1, 8 en 15 januari jl. Hierin worden onder meer de leiders van de Party for National Unity (PNU) en de Orange Democratic Movement (ODM) gevraagd om de kritiek, die door de EU EOM en andere verkiezingswaarnemingsmissies is geuit over de integriteit van het verkiezingsproces, te adresseren.

Wij zijn van mening dat alleen via een politieke weg een duurzame oplossing kan worden gevonden. Daarom ondersteunen wij de bemiddelingspoging, die het Panel van Eminente Afrikanen onder leiding van ex-Secretaris Generaal van de VN Kofi Annan zal ondernemen. Wij doen een beroep op alle betrokken partijen een politieke oplossing te vinden die recht doet aan de wens van een substantieel deel van de Keniaanse bevolking.

De EU EOM heeft overigens aangegeven dat de uitkomst van de parlementaire verkiezingen, die gelijktijdig plaatsvonden, een redelijke afspiegeling lijken te zijn van de wens van het electoraat.

Vraag 2

Is er vanuit Nederland een inzet om de uit de hand lopende situatie in Kenia ten positieve te keren? Zo ja, op welke manier doet de Nederlandse regering dat? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Ja, Nederland heeft aangedrongen op actieve ondersteuning door de EU van de bemiddelingspoging van de Afrikaanse Unie (AU) . Nederland heeft zich eveneens in de EU sterk gemaakt om - naast de noodzaak tot stabilisatie van de situatie in Kenia - tevens de legitimiteit van het verkiezingsproces centraal te stellen in de bemiddelingspoging die door AU-voorzitter Kufuor is ondernomen. Helaas heeft dit niet tot resultaten geleid. President Kufuor heeft aangegeven dat een Panel van Eminente Afrikanen onder leiding van de heer Kofi Annan de facilitatie van de dialoog tussen beide partijen in Kenia zal voortzetten.

Nederland heeft bij de EU aangedrongen op het zenden van een hoge EU-delegatie naar Nairobi om het werk van het Panel te ondersteunen. Het bezoek van Commissaris Michel aan Nairobi in het weekeinde van 19 en 20 januari jl. dient in dat licht te worden gezien.

Verder heeft de minister voor Ontwikkelingsamenwerking van noodhulpmiddelen anderhalf miljoen Euro ter beschikking gesteld aan het Keniaanse Rode Kruis.

Vraag 3

Bent u voornemens de ontwikkelingshulp op te schorten? Zo ja, op wat voor manier wilt u ervoor zorgen dat de mensen voor wie de hulp bestemd is niet onder het opschorten van de hulp zullen lijden? Zo neen, waarom niet?

Antwoord

Zoals de minister voor Ontwikkelingsamenwerking tijdens het Algemeen Overleg over de EU-Afrika Top van 17 januari jl. heeft aangegeven is in dit stadium opschorting van de ontwikkelingshulp prematuur. Uiteraard zal de minister voor Ontwikkelingssamenwerking, indien de bemiddelingspogingen onverhoopt niet tot een regering leidt die mag rekenen op de steun van de meerderheid van de Keniaanse bevolking, de gevolgen voor het OS-programma bezien, uiteraard in nauwe samenwerking met zijn collega-ministers voor ontwikkelingssamenwerking.

Vanuit dezelfde optiek hebben de donoren in Nairobi op 15 januari jl. een gezamenlijke verklaring uitgegeven die duidelijk maakt dat het op dit moment voor hen geen `business as usual' is, iets wat de Keniaanse regering wel graag zou zien.

Dat wil zeggen dat op dit moment geen nieuwe verplichtingen worden aangegaan en betalingen op lopende activiteiten worden getemporiseerd. Op deze wijze wordt gepaste druk uitgeoefend om tot een oplossing te komen van de huidige politieke crisis. Expliciet is verklaard dat het toekomstige niveau en de wijze van hulp afhankelijk is van een politieke oplossing die de wens van het Keniaanse volk weerspiegelt.

De verklaring citeert voorts uit de Kenya Joint Assistance Strategy, waaraan ook de Keniaanse regering zich heeft gecommitteerd, dat als de verbintenis van de Keniaanse regering aan goed bestuur, democratie, de rechtsstaat en mensenrechten verzwakt, de donoren hun hulp aan de overheid in heroverweging nemen en een groter deel van hun hulp zullen leiden via het maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven.


1) de Volkskrant en Trouw, 2 januari 2008

* Ministerie van Buitenlandse Zaken

* Bezuidenhoutseweg 67

* Postbus 20061

* 2500 EB Den Haag

* Tel.: 070-3 486 486

* Fax: 070-3 484 848

* Internet: www.minbuza.nl