Herziening EU-reguleringskader voor elektronische communicatienetwerken en
-diensten
Voorstel:
Een samenhangend pakket voorstellen voor de herziening van het
EU-reguleringskader voor elektronische communicatienetwerken en
-diensten, bestaande uit:
a. Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en van de
Raad tot wijziging van de Richtlijnen 2002/21/EG inzake een
gemeenschappelijk regelgevingskader voor
elektronische-communicatienetwerken en -diensten, 2002/19/EG inzake de
toegang tot en interconnectie van elektronische-communicatienetwerken
en bijbehorende faciliteiten, 2002/20/EG betreffende de machtiging
voor elektronische-communicatienetwerken en - diensten;
b. Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en van de
Raad tot wijziging van Richtlijn 2002/22/EG inzake de universele
dienst en gebruikersrechten met betrekking tot
elektronische-communicatienetwerken en - diensten, Richtlijn
2002/58/EG betreffende de verwerking van persoonsgegevens en de
bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische
communicatie en de Verordening (EG) nr. 2006/2004 betreffende
samenwerking met betrekking tot consumentenbescherming ;
c. Voorstel voor een Verordening van het Europees Parlement en de Raad
tot oprichting van de Europese Autoriteit voor de elektronische
communicatiemarkt;
d. Draft Commission Recommendation on Relevant Product and Service
Markets within the electronic Communications sector susceptible to ex
ante regulation in accordance with Directive 2002/21/EC of the
European Parliament and of the Council on a common regulatory
framework for electronic communication networks and
services(Nederlandse versie niet beschikbaar);
e. Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad,
het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de
Regio's: Verslag over de resultaten van de evaluatie van het
EU-regelgevings¬kader voor elektronische communicatienetwerken en
diensten overeenkomstig Richtlijn 2002/21/EG en samenvatting van de
hervormingsvoorstellen van 2007.Datum Commissiedocumenten: 13 november
2007
Nrs. Commissiedocument: COM(2007) 697, 698, 699, 5406 rev 1 en 696
Pre-lex:
http://ec.europa.eu/information_society/policy/ecomm/library/proposals
/index_en.htm . Impact-assessment Commissie en Opinie
Impact-assessment Board: (SEC (2007) 1472) en (D(2007) 7006).
Behandelingstraject Raad: Behandeling in Raadswerkgroep Telecom,
presentatie Review op 29 november 2007 in de VTE Raad.
Eerstverantwoordelijk ministerie: Ministerie van Economische Zaken
Rechtsbasis: artikel 95 EG-Verdrag (voorstellen a, b en c)
Besluitvormingsprocedure en rol Europees Parlement:
Gekwalificeerde meerderheid, co-decisieprocedure conform artikel 251 (
voorstellen a, b en c)Comitologie:De richtlijnen en de verordening
voorzien in een comitologieprocedure. De Commissie wordt bijgestaan
door het Comité voor communicatie (COCOM) (met name de
regelgevingsprocedure met toetsing).
* Essentie voorstel
* Proportionaliteit en subsidiariteit
* Consequenties
* Nederlandse positie
Essentie voorstel
De Commissie heeft met de herziening van het huidige
EU-reguleringskader voor de telecommunicatiesector met name tot doel
om de interne markt voor telecommunicatie te versterken (meer
vetobevoegdheid; oprichten van een onafhankelijk Europese Autoriteit).
Daarnaast om de betreffende regelgeving te vereenvoudigen en waar
nodig te verbeteren. Ook komt zij met deze voorstellen om de
transparantie voor consumenten te vergroten en om consumenten beter te
beschermen.
Nederland beoordeelt de subsidiariteit als positief. Nederland steunt
de voorstellen die de Commissie maakt op het gebied van verdere
vereenvoudiging van regelgeving en consumentenbeleid. Nederland is
echter tegen de voorstellen van de Commissie om haar vetobevoegdheden
nog verder uit te breiden en om een onafhankelijk Europese Autoriteit
op te richten. De Commissie gaat hier verder dan noodzakelijk omdat
hiermee te weinig rekening kan worden gehouden met nationale
verschillen. Daarnaast moet het mogelijk blijven om een eigen
(frequentie-)beleid voor omroep te blijven voeren. De
proportionaliteit wordt op het gebied van de bevoegdheden van de
Commissie ten aanzien van marktregulering en de oprichting van een
Europese Autoriteit dan ook als negatief beoordeeld.
a) Inhoud voorstel:
De Commissie doet in dit pakket voorstellen om de werking van de
interne markt voor elektronische communicatie te verbeteren. Hiervoor
doet zij een voorstel voor een richtlijn ter versterking van de
interne markt voor elektronische communicatienetwerken en -diensten,
een voorstel voor een richtlijn ter bescherming van consumenten en
gebruikers en, ter ondersteuning van de uitvoering van het
EU-reguleringskader, een voorstel voor een verordening voor de
oprichting van een Europese Autoriteit. Tenslotte heeft de Commissie
de aanbeveling over welke markten in principe voor ex ante regulering
in aanmerking komen, aangepast.
De Commissie komt met deze voorstellen naar aanleiding van de
evaluatie van het huidige EU-reguleringskader voor de
telecommunicatiesector. Belangrijkste redenen voor de Commissie om te
komen tot een herziening zijn de voortdurende dominantie van een
beperkt aantal operators op een aantal relevante markten, een gebrek
aan marktwerking op de markt voor elektronische communicatie en de
diversiteit in de regulering binnen de lidstaten van de EU.
De Commissie heeft met deze voorstellen drie doelstellingen voor ogen:
1. Betere regulering van elektronische communicatiemarkten:
Vereenvoudiging van bestaande regelgeving door bijvoorbeeld in de
Aanbeveling voor relevante markten het aantal relevante markten waar
ex-ante verplichtingen kunnen worden opgelegd, terug te brengen van 18
tot 7. Daarnaast door procedures voor marktanalyses verder te
vereenvoudigen en het frequentiegebruik te flexibiliseren. Verder
wenst zij de huidige regulering te verbeteren door het nationale
toezichthouders de bevoegdheid te geven om een verplichte functionele
scheiding tussen netwerken en diensten op te leggen.
2. Voltooiing van de interne markt voor elektronische communicatie
(marktregulering):
De Commissie stelt voor om haar vetobevoegdheden ten aanzien van
besluiten van nationale toezichthouders op het gebied van
marktregulering uit te breiden naar de verplichtingen die nationale
toezichthouders aan markpartijen met aanmerkelijke marktmacht kunnen
opleggen. Verder kan de Commissie na het uitspreken van een veto ten
aanzien van een besluit van een nationale toezichthouder voorschrijven
dat een nationale toezichthouder bepaalde verplichtingen, zoals
prijsregulering op basis van kostenoriëntatie, op moet leggen.
Daarnaast stelt de Commissie voor dat zij bij transnationale markten,
die de Commissie ook op basis van het bestaande EU-reguleringskader
kan aanwijzen, zelf marktreguleringbesluiten kan nemen in plaats van
samenwerkende nationale toezichthouders.
Naast deze maatregelen stelt de Commissie voor om een Europese
Autoriteit voor elektronische communicatie (EECMA) op te richten, die
de huidige European Regulators Group (ERG), een samenwerkingsverband
van nationale toezichthouders, vervangt. Het huidige Europees
Agentschap voor netwerk- en informatiebeveiliging (ENISA) zou in de op
te richten autoriteit moeten worden opgenomen. De EECMA zal worden
belast met adviserende en uitvoerende taken op het gebied van
marktregulering, frequentie- en nummerbeheer en consumentenbescherming
ter ondersteuning van een goede uitvoering van het
EU-reguleringskader.
3. Meer contact met de burger:
De Commissie stelt voor om een meldingsplicht voor
veiligheidsinbreuken (privacy en continuïteit) in te voeren om het
inzicht in de veiligheid van elektronische communicatienetwerken en
-diensten voor consumenten te verbeteren en bedrijven aan te zetten
tot grotere inspanningen om de veiligheid van hun netwerken en
diensten te verbeteren. Daarnaast stelt de Commissie voor dat
lidstaten maatregelen moeten nemen om de toegang tot elektronische
communicatie voor gehandicapten en ouderen te verbeteren, zonder deze
maatregelen nader te specificeren. Verder doet de Commissie
voorstellen voor de verbetering van de transparantie van tarieven en
contractsvoorwaarden bij het aanbieden van elektronische
communicatiediensten. Om het overstappen naar andere aanbieders van
telefoniediensten gemakkelijker te maken stelt de Commissie voor dat
nummerportabiliteit binnen één werkdag gerealiseerd moet worden.
b) Impact-assessment Commissie:
Voor marktregulering heeft de Commissie drie verschillende opties
onderzocht: invoering van een model van open toegang door een
scheiding van netwerken en diensten, het stopzetten of beperken van
sectorspecifieke marktregulering en handhaving van het bestaande
reguleringskader. De Commissie kiest voor de laatste optie. Om meer
consistente en effectieve regulering te realiseren heeft de Commissie
verschillende institutionele oplossingen vergeleken: een centrale
Europese autoriteit met formele beslisbevoegdheden op het gebied van
marktregulering en spectrumbeheer, een Europese autoriteit zonder die
bevoegd heden met een ondersteunende functie bij de implementatie van
EU-regelgeving en verbeterde coördinatie tussen lidstaten. De
Commissie kiest voor de laatste mogelijkheid. Volgens de Commissie
leiden de voorstellen tot vermindering van regelgevende verplichtingen
voor ondernemingen. Tegelijkertijd zullen consumenten profiteren,
onder meer door versterking van hun (rechts)positie. De IA-Board heeft
de impact assessment getoetst. De Board doet enkele aanbevelingen voor
een verbetering van de analyse, maar is het eens met de bevindingen
van de Commissie.
Proportionaliteit en subsidiariteit
a) Bevoegdheid: Artikel 95 EG-Verdrag; gedeelde bevoegdheid.
b) Subsidiariteit: Positief
Er is noodzaak tot gezamenlijk optreden om te kunnen komen tot een
interne markt voor elektronische communicatie middels een consistente
toepassing van het EU-reguleringskader op het gebied van marktwerking
en om een geharmoniseerde aanpak op een aantal beleidsterreinen beter
te kunnen faciliteren. De voorstellen van de Commissie hebben tot doel
om het reeds bestaande regelgevende kader verder uit te bouwen en
tegelijk de consumentenbescherming te versterken. Daarnaast streeft de
Commissie verdere vereenvoudiging van eerdere regelgeving na op EU
gebied. Dit is enkel op Europees niveau te verwezenlijken.
c) Proportionaliteit:
Negatief voor marktregulering en de oprichting van een Europese
Autoriteit; positief voor verdere vereenvoudiging van het
reguleringskader en verbetering van de consumentenbescherming.
Op basis van het bestaande EU-reguleringskader heeft de Commissie
reeds vetobevoegdheden op het gebied van marktregulering. De Commissie
stelt in de nieuwe richtlijn voor deze uit te breiden. Een consistente
toepassing van het reguleringskader is van groot belang, maar
noodzaakt niet tot vergaande uniformering van deze toepassing waarbij
de Commissie meer bevoegdheden krijgt.
Naast het uitbreiden van haar vetobevoegdheid komt de Commissie in
haar verordening met het voorstel om een Europese Autoriteit op te
richten met voornamelijk adviserende en uitvoerende taken op allerlei
beleidsterreinen. Het aantal uitvoeringstaken dat op EU-niveau moet
worden uitgevoerd is tot dusver beperkt, maar kan worden uitgebreid
wanneer besloten wordt tot vergaande harmonisatie van maatregelen van
de lidstaten. Dit is alleen nodig bij die diensten die
grensoverschrijdend aangeboden kunnen worden zoals mobiele
communicatie via satelliet en mobiele communicatie in vliegtuigen. De
meeste diensten zijn echter niet grensoverschrijdend. De
uitvoeringstaken op EU-niveau zullen daarom ook beperkt blijven. Het
voorstel tot oprichten van een Europese Autoriteit gaat dan ook te
ver.
De proportionaliteit van de voorstellen voor de flexibilisering van
gebruik en beheer van frequentieruimte door minder voorschriften te
geven ten aanzien van de gebruikte techniek en aan te bieden diensten
is positief onder het voorbehoud dat de lidstaten ruimte blijven
houden om hun eigen (frequentie-)beleid voor omroep te voeren. De
voorstellen van de Commissie sluiten grotendeels aan bij de reeds op
grond van de Nota Frequentiebeleid 2005 in Nederland ingezette
flexibilisering op dit punt.
De proportionaliteit voor verbetering van consumentenbescherming met
name op het gebied van privacy en veiligheid is positief. De
voorstellen van de Commissie gaan niet verder dan noodzakelijk om
binnen de interne markt een gelijk speelveld van
consumentenbescherming te waarborgen. Daarnaast laten de voorstellen
ruimte voor maatregelen op het gebied van consumentenbescherming op
nationaal niveau.
- Meer vetobevoegdheden voor de commissie: De verschillen tussen de
lidstaten in de ontwikkeling en in de structuur van de
telecommunicatiesector zijn aanzienlijk, hetgeen een gedifferentieerde
aanpak op basis van gemeenschappelijke uitgangspunten, zoals dat ook
bij de toepassing van het algemene mededingingsrecht gebruikelijk is,
noodzakelijk maakt. Nederland vindt vetobevoegdheden op het gebied van
marktregulering daarom disproportioneel. Een uitbreiding van deze
bevoegdheden versterkt dit bezwaar.
- Oprichten van een Europese Autoriteit: Nederland is alleen voor
vergaande harmonisatiemaatregelen die uitvoering op EU-niveau vereisen
als dat echt noodzakelijk is. In dit geval oordeelt Nederland
verdergaande harmonisatie, en daarmee het voorstel van de Commissie,
als disproportioneel.
- Aanbeveling relevante markten: Deze aanbeveling, die is gericht tot
de nationale toezichthouders van de lidstaten, bevat een lijst van
markten die in beginsel voor regulering in aanmerking komen. Bij
regulering van markten die niet op deze lijst voortkomen past de
Commissie een zeer zware toets toe om vast te stellen of ex-ante
regulering noodzakelijk is. Nederland vindt dat de lijst met relevante
markten een te prescriptief karakter heeft, waardoor onvoldoende
rekening gehouden met specifieke nationale marktomstandigheden.
Nationale toezichthouders moeten op basis van een marktanalyse bepalen
of regulering van een bepaalde markt nodig is.
- Consumentenbeleid: Nederland is positief over de voorstellen op dit
gebied. Daarbij is wel van belang dat Nederland zelf kan blijven
bepalen welke toezichthouder welke taken uit moet voeren. De
handhaving van voorschriften op het gebied van consumentenbescherming
moet in ieder geval op nationaal niveau blijven plaatsvinden.
Consequenties
- Financiële implicaties
a) Consequenties EG-begroting:
De belangrijkste kostenpost betreft de instelling van een Europese
Autoriteit. Deze komt volledig ten laste van de begroting van de
Commissie. De bezetting bedraagt op termijn 134 FTE, inclusief de
overname van de huidige ENISA. Het jaarlijks budget bedraagt EUR10 mln
in het eerste jaar, oplopend tot EUR28 mln vanaf het derde jaar.
Daarin zijn de besparingen vanwege de overname van ENISA meegerekend.
b) Financiële, consequenties (incl. personele) voor Rijksoverheid en /
of decentrale overheden:
De financiële gevolgen zijn op dit moment nauwelijks in te schatten en
afhankelijk van de uiteindelijke uitwerking van de voorstellen. De
instelling van een Europese Autoriteit zal leiden tot extra
afstemmingsbehoeften. De voorstellen zullen mogelijk in het begin
leiden tot extra toezicht en marktanalyses. Daar staat tegenover dat
het aantal relevante markten met ex ante regulering tengevolge van de
Aanbeveling van de Commissie zal afnemen, en daarmee het aantal
marktanalyses en het toezicht op die markten. Voor deze markten zal
het gewone mededingingstoezicht van toepassing worden. Budgettaire
gevolgen dienen ingepast te worden in de begroting van de
beleidsverantwoordelijke departementen, conform de regels
budgetdiscipline.
c) Financiële, consequenties (incl. personele) bedrijfsleven en burger
en
d) Administratieve lasten voor Rijksoverheid, decentrale overheden en/
of bedrijfsleven en burger:
De verwachting is dat de voorstellen, door vermindering en
vereenvoudiging van regels en verkorting van procedures, zullen leiden
tot een reductie van administratieve lasten voor bedrijven en minder
uitvoeringslasten voor de overheid. Vanwege de belangrijke bijdrage
van elektronische communicatiesector aan de economie als geheel, is de
verwachting dat de voorstellen daar eveneens in positieve zin aan
zullen bijdragen. Ook hier is een inschatting pas mogelijk als
duidelijk is hoe de definitieve voorstellen er uit zien. Dan zal in
het kader van de implementatie de gebruikelijke Bedrijfseffectentoets
(BET) en toets op de administratieve lasten (ACTAL) plaats kunnen
vinden.
- Implicaties juridisch
a) Consequenties voor nationale en decentrale regelgeving en/of
sanctionering beleid:
De voorstellen voor richtlijnen zullen leiden tot aanpassingen in de
Telecommunicatiewet, met name de hoofdstukken 3 (Frequenties), 6a
(Verplichtingen m.b.t. aanmerkelijke marktmacht) en 7
(Eindgebruikersbelangen) alsmede de op die wet gebaseerde regelgeving,
waaronder het Frequentiebesluit en het Besluit universele
dienstverlening en eindgebruikersbelangen.
De voorstellen (o.a. de instelling van de EECMA) kunnen mogelijk
leiden tot aanpassing van de huidige werkzaamheden en de inrichting
van (de organisatie van ) toezicht en uitvoering, zoals momenteel
belegd bij Agentschap Telecom (m.b.t. frequenties) en de OPTA (m.b.t.
mededinging en nummering).
b) Voorgestelde implementatietermijn (bij richtlijnen en
kaderbesluiten), dan wel voorgestelde datum inwerkingtreding (bij
verordeningen en beschikkingen) met commentaar t.a.v. haalbaarheid:
Er is in de voorstellen nog niet voorzien in een implementatietermijn.
De Commissie geeft in de Mededeling (COM (2007) 696) echter aan dat de
voorstellen voor het einde van 2009 in werking moeten zijn getreden.
Gelet op het feit dat wetswijziging hoogstwaarschijnlijk noodzakelijk
zal zijn om uitvoering te geven aan de voorstellen en op het feit dat
de onderhandelingen zeker niet eerder dan in de loop van 2008 worden
afgerond, is de haalbaarheid van deze termijn niet reëel. Nederland
zal zich inspannen om deze termijn te veranderen.
c) Wenselijkheid evaluatie-/horizonbepaling:
In de geldende richtlijnen is reeds voorzien in een evaluatie om de
vier jaar.
- Implicaties voor uitvoering en handhaving
Over het algemeen is de verwachting dat de voorstellen van de
Commissie per saldo door zowel Agentschap Telecom als door de OPTA
uitvoerbaar en handhaafbaar zijn. Veel onderwerpen zullen nog via
comitologie nader worden uitgewerkt, zodat de implicaties voor
uitvoering en handhaving nog niet kunnen worden overzien.
De Commissie stelt voor om de onafhankelijkheid van het toezicht te
versterken, door daaraan ook de eis van politieke onafhankelijkheid te
stellen. Dat zou betekenen dat een aantal taken die nu door het
ministerie (inclusief het Agentschap Telecom) worden uitgevoerd door
een zelfstandig bestuursorgaan zouden moeten worden uitgevoerd.
De verwachting is dat enerzijds door het verminderen van regels het
toezicht op bepaalde markten en sectoren kan afnemen, bijvoorbeeld
door een toename van vergunningvrij gebruik van frequentieruimte,
terwijl anderzijds juist in de beginfase mogelijk intensiever toezicht
nodig zal zijn op de naleving van het nieuwe regelgevende kader.
- Implicaties voor ontwikkelingslanden
n.v.t.
Nederlandse positie
Nederland steunt de voorstellen van de Commissie ten aanzien van een
meer flexibel gebruik van frequenties. Uitzonderingen moeten mogelijk
blijven op basis van doelstellingen van algemeen belang, zoals een
eigen (frequentie-) beleid voor omroep. Nederland steunt ook de
voorstellen om de bescherming van consumenten te verbeteren. Nederland
staat positief ten aanzien van het voorstel van functionele scheiding
indien de reguleringsmaatregelen onvoldoende effectief zijn gebleken.
Nederland is het eens met de Europese Commissie dat het
reguleringskader binnen de EU op consistente wijze moet worden
toegepast. De wijze waarop de Commissie deze consistentie wil bereiken
kan de Nederlandse regering echter niet overal steunen. De conclusie
in het impact asssessment dat het bestaande reguleringskader moet
worden gehandhaafd wordt gesteund. De analyse van de Commissie die
leidt tot het voorstel om een Europese Autoriteit op te richten wordt
niet gedeeld door Nederland. Nederland heeft op de volgende punten
bezwaar en brengt dit in tijdens de onderhandelingen:
Verdere uitbreiding van de vetobevoegdheden van de Commissie
De rol van de (onafhankelijk opererende) ERG bij de bewaking van de
consistentie van marktreguleringbesluiten van nationale
toezichthouders moet versterkt worden zodat het reguleringskader
binnen de EU op meer consistente en geharmoniseerde wijze wordt
toegepast. Nederland is tegen (het uitbreiden van) de vetobevoegdheden
van de Commissie. Nationale toezichthouders moeten ervoor zorgen dat
de toetreding tot markten niet middels regulering wordt bemoeilijkt.
Dat vereist samenwerking, afstemming, maar geen vergaande harmonisatie
op basis van een formele centrale toetsing van besluiten van nationale
toezichthouders op EU-niveau op basis van vetobevoegdheden van de
Commissie.
Oprichting van een Europese toezichthouder
Nederland is alleen voor vergaande harmonisatiemaatregelen die
uitvoering op EU-niveau vereisen als dat echt noodzakelijk is. Dat is
alleen het geval als het gaat om "daadwerkelijke" pan-Europese
diensten, d.w.z. diensten die alleen grensoverschrijdend kunnen worden
aangeboden. Pan-Europese diensten zijn beperkt in aantal en omvang en
zullen dat naar verwachting ook blijven. Dat betekent dat de
uitvoerende taken die voortvloeien uit harmonisatie van deze diensten
beperkt zijn en niet noodzaken tot de oprichting van een Europese
Autoriteit. Die taken kan de Commissie blijven uitvoeren. Voor wat
betreft advisering kan worden volstaan met een verbeterde ERG (meer
menskracht, meer transparantie). De ERG heeft die verbeteringsslag al
in gang gezet.
Nederland heeft op 27 november 2007 samen met een aantal andere landen
(oa Spanje, Duitsland, Polen, Luxemburg) een brief gestuurd aan
Commissaris Reding, waarin grote zorg wordt uitgesproken over het
voorstel om een Europese Autoriteit op te richten en de bevoegdheden
van de Commissie verder uit te breiden.
Versterking van de onafhankelijkheid van nationale toezichthouders
De conceptrichtlijnen maken wat betreft taken en bevoegdheden
onderscheid tussen lidstaten en nationale regelgevende instanties
(NRI). In Nederland treden zowel OPTA en EZ (inclusief het Agentschap
Telecom (AT)) op als NRI.
In de voorstellen wordt aan een NRI vergaande onafhankelijkseisen
gesteld (zoals dat deze geen instructies mag krijgen van derden).
Alleen OPTA voldoet zonder meer aan deze onafhankelijkheideisen. Het
ministerie van Economische Zaken (inclusief AT) hoogstwaarschijnlijk
niet. Dat zou als consequentie hebben dat een aantal beleidsmatige en
regelgevende taken (bijv. het vaststellen van het frequentieplan,
vergunningverlening) niet meer door het ministerie (inclusief AT)
kunnen worden uitgevoerd. In plaats daarvan zou een zelfstandig
bestuursorgaan (ZBO) daarmee moeten worden belast. Nederland staat op
het standpunt dat ZBO's geen regelgevende taken mogen hebben, omdat
regelgeving onder politieke controle tot stand moet komen. Bij
onderwerpen van algemeen belang (omroep, defensie, veiligheid) moet de
politiek aanwijzingen kunnen blijven geven.
Versterking bescherming van consumenten
Nederland steunt de voorstellen van de Commissie waarbij toegang tot
telecommunicatie ook voor mensen met een handicap wordt bevorderd,
informatie over prijs en voorwaarden bij elektronische communicatie
beter wordt en de bescherming van privacy en persoonlijke data worden
versterkt.
Lijst relevante markten
Nederland vindt dat de lijst van relevante markten een meer indicatief
karakter moet hebben om zo meer speelruimte te geven aan nationale
toezichthouders.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken