Mededeling Luchtvaartovereenkomst met Israël
Voorstel: Mededeling van de Commissie: De ontwikkeling van een
gemeenschappelijke luchtvaartruimte met Israël
Datum Commissiedocument: 9 november 2007
Nr. Commissiedocument: COM (2007) 691 final
Pre-lex: http://ec.europa.eu/prelex/detail_dossier_real.cfm?CL=nl
&DosId=196371
Nr. impact-assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board:
Beide zijn niet opgesteld
Behandelingstraject Raad: Raadswerkgroep Transport, Transportraad.
Datum van behandeling is nog niet bekend.
Eerstverantwoordelijk ministerie: ministerie van Verkeer en Waterstaat
De Commissie stelt voor om te gaan onderhandelen met Israël om een
Gemeenschappelijke Luchtvaartruimte te creëren. Dit past binnen het
streven van de Commissie om met haar oostelijke en zuidelijke buren in
het kader van het Nabuurschapsbeleid tegen 2010 een bredere
Gemeenschappelijke Luchtvaartruimte te creëren. Daarnaast heeft de EU
met de landen rond de Middellandse Zee reeds nauwere banden aangehaald
in het kader van het Barcelona-proces. In dit kader is al een
Euromediterraan luchtvaartakkoord tussen de EU en Marokko afgesloten.
Het doel van dergelijke onderhandelingen is geleidelijke markttoegang
en regelgevende convergentie op gebieden van luchtvaartveiligheid,
beveiliging, luchtverkeersleiding, mededinging, staatssteun,
milieubescherming en bescherming van passagiersrechten. Daarbij is de
geldende Europese regelgeving het uitgangspunt. In het akkoord zal
worden opgenomen aan welke Europese vereisten Israël zal dienen te
voldoen. Dat zal zo nodig aan een gefaseerde markttoegang gekoppeld
worden, naar gelang de implementatie daarvan in Israël meer tijd in
beslag neemt.
Consequenties
De Commissie vraagt in deze mededeling de Raad om een mandaat voor
onderhandelingen, aangezien het een gemengde bevoegdheid betreft.
Nederland deelt de inschatting van de Commissie dat het vervangen van
het huidige stelsel van bilaterale verdragen met Israël door een
Europees overkoepelend verdrag zal leiden tot een versterking van het
level playing field in de luchtvaartmarkt, het subsidiariteitsoordeel
is positief. De enige manier om tot effectieve liberalisering te komen
met Israël is via een dergelijk breed luchtvaartakkoord, het voorstel
voldoet daarmee ook aan het proportionaliteitsbeginsel. De mededeling
heeft geen financiële gevolgen.
Nederlandse positie
De luchtvaartmarkt in Israël is voor Nederland tot nu toe een redelijk
gesloten markt, aangezien de bilaterale luchtvaartovereenkomst
restricties bevat die de markttoegang beperken. Nederland ziet zeker
voordelen in een EU-brede aanpak, mede gezien het feit dat deze
benadering zich richt op regelgevende convergentie en daarmee
bijdraagt aan een beter level playing field.
In de te bereiken overeenkomst is het van belang dat de nodige
flexibiliteit geboden wordt om in de EU actie te ondernemen met
betrekking tot milieukwesties. De overeenkomst mag bovendien geen
verbod bevatten op het heffen van belastingen op brandstof die aan
luchtvaartuigen wordt geleverd of andere fiscale of economische
instrumenten die onderdeel vormen van milieumaatregelen.
Naast het bereiken van een gemeenschappelijke luchtvaartmarkt met
Israël (verticale onderhandelingen), speelt (zoals met nog veel andere
derde landen) ook de kwestie dat er in de huidige bilaterale
luchtvaartovereenkomsten tussen de diverse EU-lidstaten en Israël
bepalingen inzake nationaliteit staan die door het Europese Hof van
Justitie onwettig zijn bevonden. Deze bepalingen belemmeren de
exploitatie van vluchten naar Israël vanuit een andere EU-lidstaat dan
die waarin een luchtvaartmaatschappij is gevestigd. Deze situatie
creëert rechtsonzekerheid voor de desbetreffende
luchtvaartmaatschappijen en dient daarom volgens Nederland als eerste
te worden opgelost (door middel van zogenaamde horizontale
onderhandelingen). Nederland kan evenwel instemmen met parallelle
onderhandelingen, zoals bij het Marokko akkoord is gebeurd, op
voorwaarde dat een akkoord over dit aspect een vereiste blijft
alvorens verkeersrechten onderwerp van de onderhandelingen vormen. Het
zal dan ook allereerst helder moeten zijn dat Israël commitment toont
de huidige bepalingen inzake nationaliteit te laten vallen en dat het
uitgangspunt van verdere besprekingen het instellen van een vrije
markt moet zijn.
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken