Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De voorzitter van de Tweede Kamer

der Staten-Generaal

Postbus 20018

2500 EA Den Haag

Den Haag Ons kenmerk 28 januari 2008 HO/CBV/2008/1224

Onderwerp Bijlage: Samenwerkingsprotocol Inspectie - NVAO Samenwerkingsprotocol Inspectie - NVAO

Op 3 oktober 2007 heb ik mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit overleg gevoerd met uw vaste commissies voor Onderwijs Cultuur en Wetenschap en voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de ontwikkeling van het toezicht in het onderwijs.

In onze brief van 10 september 2007 (30183, nr. 18) is ingegaan op enkele kenmerken van het hoger onderwijs die voor de ontwikkeling van het toezicht relevant zijn. De relatief grote autonomie van de instellingen van hoger onderwijs komt mede tot uitdrukking in de integrale verantwoordelijkheid voor de uitvoering van de publieke taak: de wijze waarop het onderwijs wordt gerealiseerd, inclusief de bedrijfsvoering, de interne kwaliteitsborging, de verantwoording en het intern toezicht. In en om de instellingen zijn checks en balances gerealiseerd, waarop het verticale toezicht dient aan te sluiten als waarborg voor de publieke belangen toegankelijkheid, kwaliteit en rechtmatigheid (naleving regelgeving en besteding publiek geld). Dit subsidiariteitsbeginsel is leidend voor de inrichting van het toezicht in het hoger onderwijs. Een ander kenmerk van het hoger onderwijs is het grotere belang van de internationale context, zowel ten aanzien van de arbeidsmarkt voor afgestudeerden en werkenden in het hoger onderwijs en onderzoek als ten aanzien van het Nederlands commitment aan de internationale afspraken over de ontwikkeling van het hoger onderwijs (Bologna-afspraken).

De Bologna-afspraken vereisen een onafhankelijke organisatie van de externe kwaliteitszorg. Dit betekent dat in de toekomst naast een geïntegreerde toezichthouder (inspectie, met rekenschapstaken) een onafhankelijke organisatie blijft bestaan voor accreditatie van het hoger onderwijs (Nederlands Vlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO). Wij hebben in eerder genoemde brief aangekondigd ernaar te streven dat Inspectie van het Onderwijs en NVAO afspraken maken over de onderlinge samenwerking. Inmiddels hebben zij in constructieve samenwerking met het departement een samenwerkingsprotocol tot stand gebracht (zie bijlage).

Oogmerk van dit samenwerkingsprotocol is de afstemming van werkprocessen op zo'n wijze dat zowel voor de overheid als voor instellingen en andere belanghebbenden een logisch, effectief en samenhangend toezicht op het hoger onderwijs wordt gerealiseerd. Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Rijnstraat 50, Postbus 16375, 2500 BJ Den Haag T +31-70-412 3456 F +31-70-412 3450 W www.minocw.nl

blad 2/2

De afspraken in dit samenwerkingsprotocol bieden ook een goede basis om de inspanningen van de Inspectie van het Onderwijs en de NVAO in het kader van de ontwikkeling van de volgende fase van het accreditatiestelsel en de ontwikkeling van nieuw toezicht op elkaar af te stemmen. Voor beide ontwikkelingen verwacht ik u mede namens de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit in de loop van dit jaar voorstellen voor wetswijziging te kunnen aanbieden. Een eerste uitwerking van de hoofdlijnen van de volgende fase van het accreditatiestelsel hoop ik u binnenkort te kunnen toezenden.

Het bijgevoegde samenwerkingsprotocol sluit aan bij de huidige wettelijke taak van de Inspectie van het Onderwijs en de NVAO. Toekomstige wijzigingen in de wettelijke taaktoedeling aan beide organisaties zullen worden vertaald naar nieuwe afspraken in het samenwerkingsprotocol. Het is de verwachting dat het samenwerkingsprotocol daardoor geleidelijk aan inhoud zal winnen.

In vervolg op de constructieve samenwerking bij de totstandkoming van dit samenwerkingsprotocol heb ik positieve verwachtingen voor de toekomstige samenwerking.

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

dr. Ronald H.A. Plasterk