Onverzekerd de grens over: de vrijwillige AOW-verzekering
Dit artikel is gepubliceerd in Belasting & Beloning, nr. 1 d.d. 3 januari 2008. Abonnementen:
040 2 2925.950 Euroforum Uitgeverij
Wim Hentenaar & Ger Essers1
1. Algemeen
In Nederland wonende personen zijn verzekerd voor alle volksverzekeringen. Voor de AOW
betekent dit dat er vanaf 15 jaar tot 65 jaar AOW-pensioen wordt opgebouwd (50 x 2% per
jaar). Een niet-inwoner is o.a. verzekerd voor AOW als hij in Nederlandse loondienst werkt.
Voor elk jaar dat een niet-inwoner in Nederland werkt, bouwt hij 2% AOW-pensioen op. Tot
200X bouwden in het buitenland wonende WAO-ers ook AOW-pensioen op. De opbouw van
2% per jaar levert op maandniveau aan AOW-pensioen op: 14,25 (samenwonend) resp.
20,66 (alleenstaanden). Deze bedragen zijn bruto per maand (incl. vakantiebijslag).
Voor een aantal inwoners geldt dat zij een onvolledig AOW-pensioen opgebouwd hebben.
Men moet dan denken aan migranten, die na hun 15-de jaar in Nederland komen wonen en
aan personen, die tijdens hun wonen in Nederland in een ander land gewerkt hebben
(bijvoorbeeld grensarbeiders). Per niet-verzekerd jaar vindt er een korting plaats van 2%. De
korting werkt ook door in de toeslag die de oudere partner ontvangt voor zijn jongere partner.
De hoogte van de AOW-toeslag voor de oudere partner hangt af van de
verzekeringstijdvakken van de jongere partner. Met andere woorden: de korting van de
oudere partner werkt dus in principe niet door in de AOW-toeslag.
Het feit dat er sprake is van een korting op het AOW-pensioen, dringt meestal pas door tot
betrokkene op het moment dat het AOW-pensioen in zicht komt. Nog niet de helft van de
emigranten was op de hoogte van de gevolgen die hun vertrek voor de AOW heeft. Zij waren
hierover bij vertrek niet goed geïnformeerd.
Voorbeelden:
- Een Argentijnse bankbediende is op 30-jarige leeftijd in Nederland komen wonen. Op haar
65 jaar wordt zij 15 x 2 % gekort op haar AOW-pensioen. Wellicht bestaat er recht op een
buitenlands pensioen voor de jaren die zij in Argentinië of een ander land gewerkt heeft.
Vaak is dit niet het geval. Zeer zeker niet als de betrokkene afkomstig is uit een land met een
laag sociaal beschermingsniveau.
- Een Nederlander heeft 10 jaar als grensarbeider in België of als werknemer in het UK
gewerkt. Op zijn 65 jaar wordt hij 10 x 2% gekort op zijn pensioen. Meestal bestaat in dit
soort gevallen wel recht op een buitenlands pensioen.
Voor een aantal niet-inwoners geldt dat zij geen volledig AOW-pensioen ontvangen. Het
betreft dan personen, die slechts een beperkte tijd in Nederland hebben gewerkt of
gewoond. Deze groep is meestal niet op de hoogte van de mogelijkheid om het ontstane
AOW-gat te repareren.
Voorbeelden:
1 Wim Hentenaar werkt als voorlichter bij Bureau voor Belgische Zaken SVB Breda. Ger Essers is werkzaam
voor de FNV Brussel.
- Een vroeg-gepensioneerde of WAO-gerechtigde (60 jaar) emigreert - samen met partner
zonder inkomen (ook 60 jaar) - naar Spanje, Portugal of Duitsland. Op hun 65-ste jaar
worden beiden 5 x 2% gekort op hun AOW-pensioen.
- Een werknemer verhuist met zijn gezin naar België of Duitsland. De werknemer blijft in
Nederland werken. De niet-werkende partner (40 jaar) is vanaf het vertrek uit Nederland niet
meer AOW-verzekerd.
- Een werknemer wordt door zijn Nederlandse werkgever voor 4 jaar gedetacheerd in Milaan.
Hij blijft gedurende die periode sociaal verzekerd in Nederland. De partner - zonder inkomen
- verhuist mee naar Milaan. Op 65 jarige wordt de partner 4 x 2% gekort op het AOW-
pensioen.
In een aantal gevallen is het nuttig en voordelig om een vrijwillige AOW en/of Anw-
verzekering af te sluiten. In tegenstelling tot de AOW/Anw bestaat er niet de mogelijkheid om
een vrijwillige AWBZ-verzekering af te sluiten. Er kunnen aparte vrijwillige verzekeringen
afgesloten worden voor AOW en Anw. Soms is het aantrekkelijk om een slechts van beide
vrijwillige verzekeringen af te sluiten.
2. Wettelijke grondslagen voor vrijwillige AOW-verzekeringen
De Algemene Ouderdomswet kent twee soorten vrijwillige AOW-verzekeringen, te weten: de
vrijwillige AOW-verzekering voor gewezen verplicht verzekerden (art. 35) en de AOW-
verzekering voor nog niet eerder verplicht verzekerden (art. 38).
Artikel 35 AOW: `voortzettingsregeling'
1. De gewezen verzekerde van 15 jaar of ouder kan zich, zolang hij de leeftijd van 65 jaar
nog niet heeft bereikt, vrijwillig verzekeren over een periode van maximaal tien jaar, met
ingang van de dag na de dag waarop de verplichte verzekering is geëindigd. De eerste zin is
alleen van toepassing indien de gewezen verzekerde direct voorafgaande aan de periode
van vrijwillige verzekering ten minste een jaar verplicht verzekerd is geweest.
Artikel 38 AOW: `inkoopregeling'
1. De verzekerde, die voorafgaand aan de verplichte verzekering niet eerder verplicht
verzekerd is geweest, kan zich, zolang hij de leeftijd van 65 jaar nog niet heeft bereikt,
vrijwillig verzekeren vanaf de 15-jarige leeftijd, over de achterliggende periode, waarin hij niet
verplicht verzekerd is geweest.
De voortzetting van de premiebetaling op vrijwillige basis - na beëindiging van de verplichte
AOW-verzekering - noemen we de 'voortzettingsregeling AOW-verzekering' (zie 3). De
betaling van de AOW-premie (met terugwerkende kracht) voor de jaren van niet-verzekering
- voorafgaande aan de verplichte AOW-verzekering - noemen we de 'inkoopregeling AOW-
verzekering' (zie 4).
Daarnaast bestaat er voor de niet in Nederland wonende niet werkende of gelijkgestelde
huwelijkspartner van een in Nederland werkende grensoverschrijdende werknemer, de
mogelijkheid om zich vrijwillig `mee' te verzekeren voor AOW en/of Anw. Deze veelal
onbekende mogelijkheid om een vrijwillige AOW en Anw-verzekering af te sluiten is
gebaseerd op Bijlage VI onderdeel Q artikel 2 sub f van de coördinatieverordening nr.
1408/71. Deze vrijwillige verzekering noemen we de 'vrijwillige medeverzekering op grond
van Vo. 1408/71' (zie 5). Zij is territoriaal beperkt tot de Europese Unie.
Bijlage VI van Vo. 1408/71 (onder Nederland): `vrijwillige medeverzekering op grond van Vo.
1408/71'
f) In afwijking van artikel 45, lid 1 AOW en van artikel 63, lid 1 Anw bestaat voor de in een
andere lidstaat dan Nederland wonende huwelijkspartner van een krachtens genoemde
wetten verplicht verzekerde werknemer of zelfstandige de mogelijkheid om zich ingevolge
die wetten vrijwillig te verzekeren, echter uitsluitend over tijdvakken welke na 2 augustus
1989 zijn gelegen en gedurende welke de werknemer of zelfstandige krachtens genoemde
wetten verplicht verzekerd is geweest. Deze mogelijkheid vervalt met ingang van de dag
waarop de verplichte verzekering van de werknemer of zelfstandige eindigt enz.
3. Voortzettingsregeling AOW-verzekering
De voortzetting van de AOW-premiebetaling op vrijwillige basis is mogelijk in aansluiting op
een eerdere periode van verplichte AOW-verzekering van minimaal één jaar. Betrokkene
moet zich binnen één jaar na afloop van de periode van verplichte verzekering schriftelijk
aanmelden bij de Sociale Verzekeringsbank. (art.36 AOW). De vrijwillige voortzetting van de
verzekering kan - uitzonderingen daargelaten - voor maximaal 10 jaar. Een uitzondering op
de termijn van 10 jaar geldt bijvoorbeeld in het geval van een in het buitenland wonende
WAO-, WIA- of Anw-gerechtigde, die op de dag waarop de verplichte AOW-verzekering
beëindigd werd, 50 jaar of ouder was. Een uitzondering wordt ook gemaakt voor personen
die ontwikkelingswerk verrichten of uitgezonden personen die werkzaamheden in het kader
van het algemeen belang verrichten. Met de vrijwillige voortzetting van de premiebetaling
wordt een (grotere) korting op het toekomstige AOW-pensioen voorkomen. In hoeverre het
aantrekkelijk is om een vrijwillige AOW-verzekering af te sluiten is afhankelijk van de te
betalen premies, de te verwachte pensioenopbrengst (levensverwachting) en de
pensioenvoorziening in het woonland (zie 6) 1.
Voorbeelden:
- Een vroeg-gepensioneerde of WAO-gerechtigde (60 jaar) emigreert - samen met partner
zonder inkomen (ook 60 jaar) - naar Spanje, Portugal, Nieuwe Zeeland of Duitsland. Vanaf
hun 65-ste jaar worden beiden 5 x 2% gekort op hun AOW-pensioen. Beide personen
kunnen zich tot 65 jaar vrijwillig verzekeren.
- Een werknemer verhuist met zijn gezin naar België of Duitsland. De werknemer blijft in
Nederland werken. De niet-werkende partner (40 jaar) is vanaf de datum van vertrek uit
Nederland niet meer AOW-verzekerd. De niet-werkende partner kan zich voor een periode
van 10 jaar vrijwillig AOW verzekeren.
- Een werknemer wordt door zijn Nederlandse werkgever voor 4 jaar gedetacheerd in Milaan.
Hij blijft gedurende die periode sociaal verzekerd in Nederland. De partner - zonder inkomen
- verhuist mee naar Milaan. Op 65 jarige leeftijd wordt de partner 4 x 2% gekort op het AOW-
pensioen. De partner kan zich gedurende deze 4 jaar (maximaal 10 jaar) vrijwillig verzekeren
voor AOW. De duur van de vrijwillige AOW-verzekering is overigens niet afhankelijk van
verzekeringspositie van de gedetacheerde partner.
De vrijwillige verzekeringen gelden niet alleen voor niet-inwoners. Er kan ook een vrijwillige
AOW-verzekering afgesloten worden als men in Nederland woont en niet meer verplicht
verzekerd is voor AOW enz, omdat men bijvoorbeeld een deeltijdse betrekking - als
1 De periodes van vrijwillige verzekering tellen in België mee voor de 35 jaar beroepsloopbaan-voorwaarde om
tussen 60 en 65 jaar in het genot te treden van een rustpensioen, en voor de bepaling van de rechten
minimumpensioen 2/3de loopbaan in België.
3 van 6
grensarbeider - aanvaardt in Duitsland of België2. Indien er als gevolg van de deeltijdse
betrekking een geringe pensioenopbouw in die landen plaats vindt, dan kan het aantrekkelijk
zijn om een vrijwillige AOW-verzekering af te sluiten.
4. Inkoopregeling AOW-verzekering
De vrijwillige inkoopregeling is geregeld in artikel 38 van de AOW. Deze regeling is bedoeld
voor personen die na hun 15e verjaardag voor het eerst verplicht verzekerd zijn geworden op
grond van de AOW. Als deze persoon een korting op het toekomstige AOW-pensioen wil
voorkomen, dan kan hij zich binnen vijf jaar na de aanvangdatum van zijn verplichte
verzekering aanmelden om over de jaren tussen zijn 15e verjaardag en die datum de premie
alsnog op vrijwillige basis te voldoen. In dit soort gevallen gaat het vaak om personen die
voor het eerst in Nederland komen wonen.
Voorbeelden:
- Een Argentijnse bankbediende is op 30 jarige leeftijd in Nederland komen wonen. Wellicht
bestaat er recht op een buitenlands pensioen voor de jaren die zij in Argentinië of een ander
land gewerkt heeft. Deze bankbediende zich toch met terugwerkende kracht AOW-
verzekeren van 15 tot 30 jaar. Doet zij dit niet dan zal zij vanaf haar 65-ste jaar 15 x 2 %
gekort worden op haar AOW-pensioen.
- Een Nederlander heeft vanaf zijn 25-ste jaar 10 jaar in het UK gewoond en gewerkt. Vanaf
het moment dat hij niet meer in het buitenland werkt en terugkeert in Nederland, is hij weer
verplicht verzekerd voor AOW. Hij kan niet deelnemen aan de vrijwillige inkoopregeling voor
die 10 jaar die hij buiten Nederland heeft gewoond, omdat hij voorheen nooit verplicht AOW-
verzekerd was.
- Een Nederlandse IT-specialist (22 jaar) werkt 2 jaar in Berlijn. In die periode heeft hij een
Duitse ouderdomspensioen opgebouwd. Hij keert op zijn 24-ste jaar weer terug naar
Nederland. Hij is inmiddels gehuwd met een Poolse vrouw (20 jaar student). Het echtpaar
verhuist naar Nederland. De Poolse echtgenote kan gebruik maken van de inkoopregeling,
waardoor zij te zijner tijd een AOW-gat van 5 x 2% voorkomt. Haar man kan dit niet. Hij had
zich wel vrijwillige kunnen verzekeren voor AOW tijdens zijn werkzaamheden in Berlijn.Na 3
jaar verhuizen beiden naar Warschau. Binnen een jaar na de beëindiging van de verplichte
AOW-verzekering kunnen beiden voor de duur van 10 jaar een vrijwillige AOW-verzekering
afsluiten.
- Een Inwoner van belgei of Duitsland komt op 22 jarige leeftijd als grensarbeider in
Nederland werken. Hij blijft in België resp. Duistland wonen. Deze grensarbeider kan ook
gebruik maken van de inkoopregeling AOW-verzekering voor de periode voorafgaande aan
zijn verplichte verzekering (van 15 tot 22 jaar).
De naar Nederland komende persoon moet zich voor de AOW-inkoopregeling schriftelijk
aanmelden binnen een periode van vijf jaar na de begindatum (datum van vestiging in
Nederland) van de verplichte verzekering. Het is niet mogelijk op een later tijdstip alsnog tot
vrijwillige verzekering over te gaan.
2 Er moet dan wel niet ook in Nederland gewerkt worden. Werkt men ook nog in Nederland dan blijft men sociaal
verzekerd in Nederland
4 van 7
5. Vrijwillige medeverzekering op grond van Vo. 1408/71
In de EG-Verordening 1408/71 is een bijlage VI een regeling opgenomen waarbij de in een
andere lidstaat dan Nederland wonende niet-werkende huwelijkspartner van een in
Nederland verplicht verzekerde werknemer zich vrijwillig kan verzekeren. Deze regeling biedt
de in Nederland werkende werknemer de mogelijkheid om zijn partner - wonend in een
andere Lidstaat - mee te verzekeren. Indien de huwelijkspartner in het woonland of een
andere Lidstaat zelf verzekerd is voor een wettelijk ouderdomspensioen dan is een vrijwillige
AOW-verzekering niet mogelijk.
De mogelijkheid tot deelname aan de vrijwillige AOW-verzekering op grond van Bijlage VI
van de Verordening eindigt als:
- de werknemer/zelfstandige of de huwelijkspartner 65 jaar wordt; de verzekering eindigt op
de dag voorafgaand aan de 65e verjaardag,
- de huwelijkspartner overlijdt; de verzekering eindigt op de dag na het overlijden,
- de huwelijkspartner verzekerd wordt voor een buitenlands ouderdomspensioen; de
verzekering eindigt op de dag voorafgaand aan de eerste dag van buitenlandse verzekering,
- de huwelijkspartner een ouderdomspensioen uit een buitenlandse wettelijke regeling
ontvangt; de verzekering eindigt op de dag voorafgaand aan de dag waarop het recht op
buitenlands ouderdomspensioen ingaat,
- de werknemer of zelfstandige niet langer verplicht verzekerd is; de verzekering eindigt op
de dag na het einde van de verplichte verzekering.
Als de verplichte verzekering van de werknemer/zelfstandige eindigt als gevolg van
overlijden, kan de huwelijkspartner zich vrijwillig blijven verzekeren. Voorwaarde is dat op
grond van het overlijden als wettelijke uitkering uitsluitend een Nederlandse
nabestaandenuitkering wordt toegekend. Een pensioen uit een particuliere verzekering is
niet van invloed.
Voorbeelden:
- Een in Polen woonachtige loodgieter werkt in Nederlandse loondienst. Zijn echtgenote
zonder eigen inkomen heeft de mogelijkheid om zich vrijwillig mee te verzekeren voor AOW.
Vanaf het moment dat de loodgieter niet meer in Nederland sociaal verzekerd is, wordt de
vrijwillige AOW-verzekering van de echtgenote beëindigd.
- Een internationaal chauffeur - wonend in België of Duitsland - werkt in Nederlandse
loondienst. Zijn echtgenote werkt niet. De echtgenote maakt gebruik van de mogelijkheid om
een vrijwillige AOW-verzekering af te sluiten. De chauffeur (53 jaar) wordt arbeidsongeschikt
en ontvangt een Nederlandse WIA-uitkering. Omdat hij in het buitenland woont is hij niet
meer verplicht verzekerd voor de Nederlandse volksverzekeringen. De vrijwillige verzekering
van zijn echtgenote wordt beëindigd. De WIA-gerechtigde chauffeur kan een vrijwillige AOW-
verzekering afsluiten. Omdat hij ouder is dan 50 jaar kan hij zich tot 65 jaar voor de AOW
verzekeren. Zijn echtgenote heeft die mogelijkheid niet.
- Een Nederlands chemieconcern detacheert een kunststoftechnoloog voor vier jaar naar
Milaan. Op grond van artikel 17 van Vo. 1408/71 blijft de gedetacheerde werknemer
gedurende 4 jaar sociaal verzekerd in Nederland. De kunststoftechnoloog gaat binnen één
jaar geregistreerd samenwonen of trouwen met zijn Italiaanse vriendin. Zij kan zich in
Nederland vrijwillig (mee)verzekeren voor AOW, indien zij zelf in Italië geen
ouderdomspensioen opbouwt omdat zij bijvoorbeeld werkt.
De aanvraag voor de vrijwillige verzekering moet ingediend worden binnen een termijn van
een jaar nadat de migrant in Nederland verplicht verzekerd is geworden. Voor het geval het
een onderdaan van Roemenië of Bulgarije betreft, geldt dat de (huwelijks)partners van de
rechtmatig in Nederland werkende en verzekerde migranten nog tot 1 januari 2009 de tijd
hebben om zich voor vrijwillige premiebetaling aan te melden.
Deze veelal onbekende regeling is aantrekkelijk, omdat het personen - veelal vrouwen -
betreft zonder eigen inkomen. Op deze wijze bouwen zij voor de minimale premie van
37,36 per maand 2% AOW-pensioen per jaar op. Deze vrouwen zijn ook verzekerd voor
Anw.
6. Premieheffing vrijwillige AOW-verzekering
6.1 Premieheffing
Het tarief van de vrijwillige AOW-premie is geregeld in artikel 3 van het Besluit Wet
Financiering Sociale Verzekeringen. Het premiepercentage is gelijk aan het percentage voor
de verplichte verzekering. Deze bedraagt voor de AOW 17,9% (2007) van het belastbare
inkomen uit werk en woning. Eventueel buitenlands inkomen wordt ook betrokken in de
premieheffing. Deze premieheffing is gemaximeerd tot een inkomen van 31.122 (2007). Na
aftrek van een evenredig gedeelte van de algemene heffingskorting bedraagt daardoor de
maximale premie 4.483 per jaar of 373,60 per maand voor de AOW-verzekering. Woont
men in Nederland en heeft men geen inkomen dan bedraagt de premie voor de AOW-
verzekering 0 (`gratis verzekering').
De premie voor de vrijwillige AOW-verzekering is minimaal 10% van de maximale premie. De
minimale premie bedraagt derhalve 10% van 4.483 = 448,30 per jaar of te wel 37,36
per maand. De vrijwillige premie wordt berekend en geïnd door de SVB die na de ontvangst
van een aanmelding een offerte stuurt. Deze bevat een voorlopige premieopgave, gebaseerd
op de opgegeven eigen schatting van het relevante inkomen. Nadat SVB de hoogte van de
premie bekend heeft gemaakt, moet deze in beginsel binnen een termijn van 3 maanden
door de betrokkene worden betaald. De premie moeten vooraf betaald worden. Maar op
verzoek van betrokkene kan een betaling in maandelijkse termijnen plaatsvinden (maximaal
12 maanden). Na afloop van het kalenderjaar volgt - op basis van het definitieve inkomen -
de definitieve premieopgave.
Voor de inkoopregeling geldt dat men zich alleen kan verzekeren voor de periode vanaf 15
jaar. Dit betekent dat een migrant, die op 30-jarige leeftijd verplicht verzekerd wordt, zich met
terugwerkende kracht kan verzekeren voor de periode van 15 tot 30 jaar. Bij het vaststellen
van de hoogte van de premies wordt uitgegaan van het (buitenlands) inkomen van
betrokkene in de voorafgaande periode. Indien betrokkene geen inkomen genoten heeft, dan
moet de minimale premie betaald worden. Deze bedraagt voor de periode tot 2001 slechts
5% van de maximumpremie (bijvoorbeeld voor het jaar 1995: 5% van 2.928 per jaar).
Daarna bedraagt de minimale premie 10% van de maximale premie (bijvoorbeeld voor het
jaar 2005: 10% van 4.447 per jaar).
6.2 Kosten/baten-analyse
a. Voortzettingsregeling AOW-verzekering
In het geval een echtpaar - de man ontvangt een vroegpensioen van 32.000 en de vrouw
heeft geen inkomen - naar het buitenland verhuist, geldt de volgende berekening:
De man betaalt de maximale AOW-premie of te wel 373,60 per maand. Tegenover deze
premiebetaling staat een levenslang AOW-pensioen (2%) van 14,25 (samenwonend) resp.
20,66 (alleenstaanden) per maand. Om de premiebetaling terug te verdienen moet de man
6 van 8
373,60 : 14,25 = ca 26 jaar (samenwonend AOW-pensioen) resp. 18 jaar (alleenstaande
AOW-pensioen) na z'n 65 jaar leven.
De vrouw betaalt de minimale AOW-premie of te wel 37,36 per maand. Tegenover deze
premiebetaling staat een levenslang AOW-pensioen (2%) van 14,25 (samenwonend AOW-
pensioen) resp. 20,66 (alleenstaande AOW-pensioen) per maand.
Om de premiebetaling terug te verdienen moet de vrouw 37,36 : 14,25 = ca 2,6 jaar
(samenwonend) resp. 1,8 jaar (alleenstaande) na haar 65-ste jaar leven.
Betreft het een vroegpensioen of WAO van 20.000 dan bedraagt de AOW-premie 201
per maand en zal betrokkene 79 jaar (samenwonend) resp. 75 jaar (alleenstaande) moet
worden om de premie terug te verdienen. Wanneer het inkomen 10.000 is, dan bedraagt
de AOW-premie 52 per maand en zal betrokkene 68,5 jaar (samenwonend) resp. 67,5 jaar
(alleenstaande) moet worden om de premie terug te verdienen.
In het geval de betrokkene in het buitenland woont dan is het wellicht te overwegen om een
vrijwillige dan wel particuliere verzekering of lijfrente in het woonland af te sluiten. Ook
spelen de fiscale faciliteiten een rol. Zo kunnen inwoners van België de premies voor de
vrijwillige AOW/Anw-verzekering fiscaal aftrekken 3.
b. Inkoopregeling AOW-verzekering
Gezien het feit dat betrokkene zich over de periode vanaf 15 jaar moet inkopen is de
inkoopregeling erg kostbaar voor personen, die voor hun vestiging in Nederland in het
buitenland inkomen genoten hebben. Het is voor een migrant, die op 35-jarige leeftijd naar
Nederland komt en van te voren in het buitenland inkomen heeft genoten vaak onbetaalbaar
om over een periode van 20 jaar alsnog de inkomensafhankelijke AOW-premie te betalen.
De regeling is bijvoorbeeld wel aantrekkelijk voor een jonge kennismigrant van 25 jaar die
zich in Nederland vestigt en voorafgaande aan zijn vestiging in Nederland geen buitenlands
inkomen genoten heeft. Hij zal dan over een periode van 10 jaar de minimumpremie (5% van
de maximumpremie tot het jaar 2001 en 10% van de maximumpremie vanaf het jaar 2001)
moeten betalen. Voor de periode van 1997 t/m 2007 bedraagt de totale premies ca 3.095.
Voor personen, die op latere leeftijd naar Nederland komen of personen die voorafgaande
aan hun vestiging in Nederland in het buitenland inkomen genoten hebben, is de
inkoopregeling niet aantrekkelijk of onbetaalbaar.
7. Mogelijkheden voor 'spijtoptanten'
In een aantal grensoverschrijdende gevallen komt het voor dat betrokkenen niet op de
hoogte zijn van de mogelijkheid om zich vrijwillig te verzekeren. In dit geval is het mogelijk
om met inachtneming van de bestaande wet- en regelgeving de AOW-opbouw alsnog
(deelswijze) te repareren.
Voorbeelden:
Een gezin verhuist naar Duitsland ('net over de grens'). De man blijft als grensarbeider in
Nederland werken. De vrouw - zonder inkomen - heeft niet geweten dat zij niet meer
verplicht verzekerd was voor AOW/Anw. Zij kan zich vanwege het verlopen van de
aanmeldingstermijn ('aanmelden binnen een periode van 12 maanden') niet meer vrijwillig
verzekeren voor AOW. Zij betaalt wel de zorgbijdrage aan het College voor
3 Dit geldt ook voor de premies betaald in België. Zowel de Belgische als de Nederlandse premies zijn aftrekbaar.
zorgverzekeringen (CVZ), omdat zij door Duitsland als meeverzekerd gezinslid ten financiële
laste van Nederland beschouwd wordt.
De man wordt arbeidsongeschikt en ontvangt een WIA-uitkering. De verplichtte
AOW/Anw/AWBZ-verzekering wordt beëindigd, hij woont immers in het buitenland. De man
kan zich alsnog vrijwillig verzekeren voor AOW en/of Anw. Gezien de hoogte van de
uitkering is dit misschien niet aantrekkelijk voor AOW doch wellicht wel voor Anw. Dit is het
geval wanneer de partner geen eigen inkomen heeft en geboren is na 1950, of een kind
jonger dan 18 jaar ten laste heeft of als minstens 45% arbeidsongeschikt erkend werd. De
vrijwillige Anw-verzekering kan opgezegd worden wanneer de jongere partner 65 jaar
geworden is.
De vrouw kan weer verplicht verzekerd worden door bijvoorbeeld een dag per week
gedurende minimaal 1 jaar in Nederland te gaan werken. Zij wordt dan weer verplicht
verzekerd voor Zvw/AOW/Anw/AWBZ. De AOW-premie is - gezien het inkomen - relatief
laag. De vrouw voorkomt zo een hiaat in haar AOW-opbouw. Nadat zij een jaar in Nederland
gewerkt heeft kan zij zich vrijwillig verzekeren. Dit voor maximaal 10 jaar.
Een gezin met 2 kinderen - een dochter van resp. 16 jaar en een zoon van 12 jaar - verhuist
naar België. Beide ouders werken in Nederland. Zolang zij werken wordt hun AOW-
pensioenopbouw gecontinueerd. De dochter kan zich vrijwillig AOW-verzekeren, omdat zij 1
jaar verplicht verzekerd is geweest. Voor de zoon is dit niet mogelijk.
De dochter heeft reeds 2% AOW-pensioen opgebouwd. De zoon heeft geen AOW-pensioen
opgebouwd. In het geval zij in Nederland komen studeren (en inwoner zijn) bouwen zij tot 30
jaar geen AOW-pensioen op. Buitenlandse studenten worden, als zij enkel in Nederland
studeren, uitgesloten van de Nederlandse volksverzekeringen. In het geval men als student
in Nederland werkt, wordt men verplicht verzekerd. Op deze wijze kunnen de dochter resp.
de zoon in Nederland AOW-pensioen opbouwen. Werkt de dochter tijdens haar studie in
Nederland en daardoor verplicht AOW-verzekerd wordt, dan kan de dochter geen gebruik
maken van de inkoopregeling vrijwillige AOW-verzekering, omdat zij voorheen 1 jaar
verplicht verzekerd is geweest. De zoon kan - als hij in Nederland werkt en daardoor
verplicht AOW-verzekerd wordt - wel gebruik maken van de inkoopregeling vrijwillige
verzekering, omdat hij voorheen niet verplicht verzekerd is geweest. Studeert men enkel dan
kan men geen gebruik maken van de AOW-inkoopregeling. Men kan daar slechts gebruik
van maken als men voor de eerste keer verplicht verzekerd wordt. Door als buitenlands
student te werken wordt men verplicht verzekerd.
In zijn algemeen geldt dat er een persoon alleen kan deelnemen aan de inkoopregeling,
indien hij de eerste keer verplicht verzekerd wordt. Op deze voorwaarde geldt een
uitzondering: personen die vóór de 15e verjaardag niet meer verplicht verzekerd zijn en ná
de 15e verjaardag weer verplicht verzekerd zijn geworden kunnen zich toch inkopen. Dit zijn
bijvoorbeeld kinderen die vóór de 15e verjaardag met hun ouders naar het buitenland zijn
vertrokken, en ná de 15e verjaardag in Nederland zijn teruggekeerd.
8. Adressen
Sociale Verzekeringsbank (SVB), kantoor verzekeringen
Vrijwillige verzekering AOW/Anw
T 0031 20 656 52 25 (buiten Nederland)
T 020 656 52 25
Van Heuven Goedhartlaan 1
Postbus 357
1180 AJ Amstelveen
www.svb.nl
Bureau voor Duitse Zaken
Sociale Verzekeringsbank (SVB) vestiging Nijmegen
T 024 343 19 00
T 0031 24 343 19 00 (buiten Nederland)
Postbus 10505
6500 MB Nijmegen
I www.svb.nl/bdz
E bdz@svb.nl
Bureau voor Belgische Zaken
Sociale Verzekeringsbank (SVB) vestiging Breda
T 076 548 58 40
T 0031 76 548 58 40 (buiten Nederland)
Postbus 90151
4800 RC Breda
I www.svb.nl/bbz
E bbz@svb.nl