Gemeente Westvoorne
Reacties burgers geven sturing aan WMO Westvoorne
0121-wmo2.jpg
Op ludieke wijze heeft het publiek dat vorige week naar de
informatieavonden over de Wmo was gekomen kennis gemaakt met twee
herkenbare situaties die zich in de samenleving kunnen voordoen.
Theatergroep Kapok voerde hiervoor sketches op over de mogelijke
problemen rond hangjongeren en de moeilijkheden die mensen die zorg
nodig hebben kunnen ondervinden. Het publiek kreeg de gelegenheid
tijdens de opvoering te reageren, waarna de acteurs hun spel
aanpasten. Op deze wijze kwam het spel, zonder dat de aanwezigen zich
dat wellicht realiseerden, vanzelf terecht op de omstandigheden zoals
ze in Westvoorne zijn en door burgers ervaren worden. Voor veel van de
aanwezigen een wat ongebruikelijke manier van informatie uitwisselen.
Zij hadden verwacht te horen te krijgen wat de Wmo voor henzelf of hun
(vrijwilligers)organisatie kan betekenen. Zover is het echter nog
niet. Deze samenspraak, in de vorm van interactief theater, was juist
nodig om te bepalen hoe het Wmo-beleid in Westvoorne moet worden
opgesteld. Dit beleid moet gaan gelden voor iedereen, ongeacht
leeftijd of beperking en is erop gericht dat allen mee kunnen doen in
de samenleving. Waar mogelijk op eigen kracht en waar nodig met
ondersteuning van anderen en de gemeente.
Eerste akte
Het item rondhangende jeugd, die rommel maakten op een speeltuintje,
werd door velen in de zaal herkend, doch heel verschillend ervaren en
tegemoet getreden. Zo had de één hele goede ervaringen met het direct
aanspreken van de jeugd op hun verantwoordelijkheden en de ander
voelde zich daarna bedreigd. Over het algemeen vond men dat de
verantwoordelijkheid voor een groot deel bij de ouders lag, maar dat
volwassenen op zich ook het goede voorbeeld moeten geven. Het
aanspreken van bekende jongeren vond men makkelijker dan vreemde
jongeren, waarna gesuggereerd werd dat er meer gezamenlijke
activiteiten ondernomen moesten worden in een buurt of een wijk.
Hierdoor leert men elkaar beter kennen, waarna de sociale controle
vanzelfsprekender verloopt. Ook versterkt dit de aandacht voor elkaar.
Als je in een buurtje woont, kun je collectief, samen proberen iets te
veranderen. In het algemeen vond men dat de mentaliteit verbeterd
moest worden. Weer anderen vonden dat de gemeente een actievere rol
moest spelen om de problemen grootschaliger op te lossen, de kar moest
trekken en meer politietoezicht regelen. De jongeren aanspreken bleef
cruciaal, doch een positieve sfeer creëren en contact maken op het
moment dat er nog niets verkeerds gebeurt, zag men ook als heel
belangrijk. Alleen al gedag zeggen als er niets aan de hand is en als
je ergens nieuw komt wonen je aan elkaar voorstellen horen daarbij.
Tweede akte
De tweede akte speelde rond een hulpvaardige- en hulpvragende
dorpsgenoot. De een staat altijd klaar voor iedereen en de ander is
herstellend van een operatie en weet niet hoe zij bij de
fysiotherapeut kan komen. Ook hier was de situatie herkenbaar voor de
aanwezigen in de zaal, waaronder veel vrijwilligers en mantelzorgers.
Vooral open en directe communicatie werd aangegeven als van groot
belang. Niet alleen tussen de buurtbewoners zelf, maar ook tussen de
gemeente en de burgers. Er zijn mensen die niet geholpen willen
worden, anderen die zichzelf weg cijferen en er zijn er die de juiste
weg niet weten naar zorg of geen familie hebben die kan helpen.
Daarnaast sprak men uit ervaring dat het moeilijk is om de juiste hulp
voor elkaar te krijgen, want je wordt door de instanties van het
kastje naar de muur gestuurd. Men verwacht dat dit met de komst van de
Wmo wel beter zal worden geregeld. Een van de toehoorders gaf aan dat
men in Brielle zelf actief op zoek gaat naar mensen die hulp nodig
hebben. Een ander punt van aandacht was dat er een spanningsveld is
tussen de plicht om melding te maken van je zorgen wanneer je
bijvoorbeeld signaleert dat het met een buurtbewoner niet goed gaat en
dat het misschien niet gewenst is door de persoon in kwestie. Toen
gevraagd werd hoe onze gemeente daarmee omgaat en bleek dat Westvoorne
hier een multidisciplinair team voor heeft, dat samenwerkt met de
huisartsen, sociale zaken en maatschappelijk werk was de zaal verrast.
Waarom weten de burgers dit niet? Hieruit concludeerde men dat
informatievoorziening door de gemeente een essentieel punt van
aandacht is. De verantwoordelijkheid voor elkaar als gemeenschap werd
breed gedragen door de aanwezigen. De mensen die niet weten waar ze
terecht kunnen moeten worden opgezocht. Daar heeft de lokale overheid
wel een taak in. Het zorgloket en de Columbus (informatie bus) vond
men niet voldoende. Het idee om mensen vanaf een bepaalde leeftijd te
bezoeken sprak de zaal wel aan. Dan kom je in contact met de mensen.
Energieke gemeente
Na afloop bedankte wethouder Van Lith de acteurs en de mensen in de
zaal voor de actieve inbreng en deelname. Er is veel energie in onze
gemeente, het is belangrijk de verschillende burgergroepen bij elkaar
te krijgen. Steeds meer individualisme is de realiteit en daarom moet
de gemeente hier een belangrijke rol in spelen. De Adviesraad
Maatschappelijke Ondersteuning heeft hier ook een verbindende rol in.
De nodige aandacht moet worden geschonken aan het opzoeken van de
mensen achter de deur die hulp nodig hebben, dat is wat prominent op
beide avonden naar voren is gekomen en daar gaat de gemeente mee aan
de slag. De Wet maatschappelijke ondersteuning is in werking sinds 1
januari 2007. Tot nu toe heeft de gemeente gewerkt aan het vormgeven
van het zorgloket, hulp bij het huishouden, het collectief vervoer
geregeld en de Adviesraad Maatschappelijke Ondersteuning opgericht.
Dit jaar is de gemeente bezig met het maken van een Wmo-beleidsplan.
Met dit plan wordt de koers uitgezet voor de komende vier jaar op het
gebied van wonen, zorg en welzijn. De inbreng van burgers,
maatschappelijke organisaties en cliënten maakt hier deel van uit. De
opmerkingen en suggesties van inwoners tijdens de bijeenkomsten in
Rockanje en Oostvoorne worden als input gebruikt bij de samenstelling
van het beleidsplan.