29-1-2008
Senator Duthler over Elektronisch Kinddosier: 1984 komt wel erg
dichtbij
De VVD in de Eerste Kamer, bij monde van Anne-Wil Duthler, heeft grote
moeite met het Elektronisch Kinddossier. De poging van minister
Rouvoet van Jeugd en Gezin om geen enkel kind in Nederland aan het lot
over te laten, heeft volgens de senator alle kenmerken van een
horrorscenario.
De overheid komt volgens haar op deze manier te veel achter de
voordeur. Dit stelde Duthler bij het themadebat Jeugdzorg in het kader
van de behandeling van de begrotingsstaat Jeugd en Gezien op 29
januari 2008.
Vanaf 2008 krijgt ieder kind dat in Nederland wordt geboren een
elektronisch kinddossier (EKD). Het motto is: `geen kind buiten
beeld'. In het programma `alle kansen voor alle kinderen' staat dat
voor elk kind in de eerste vier jaar na de geboorte een
risico-inventarisatie van opgroei- en opvoedproblemen wordt gemaakt,
en dat waar nodig hulpverlening wordt ingezet. Duthler: "Ik schrik
hier van. Komen de uitkomsten van deze risico-inventarisatie ook echt
in het EKD terecht? Ik hoop over enkele weken zelf een kind op de
wereld te zetten. Vormt mijn lidmaatschap van de Eerste Kamer een
risicofactor of is dat juist positief? En het feit dat ik daarnaast
nog ondernemer ben, is dat bedreigend voor de ontwikkeling van het
kind? En hoe risicovol is mijn burgerlijke staat van ongehuwd
samenwonend? Of mijn lidmaatschap van de Haagse Kloosterkerk? Levert
dat een extra aantekening op? Ik sta totaal niet te wachten op een
dossier dat de overheid van mijn kind gaat aanleggen. `1984' komt zo
wel erg dichtbij. Waarom zou in het ziekenhuis niet ook direct na de
geboorte van mijn kind een chip worden geïmplanteerd? Dan heb je pas
echt een goed kind volg systeem waar `geen kind buiten beeld' raakt.
Dit alles in het kader van `de overheid weet alles van u, maar heeft
het beste met u voor'. Voor ons liberalen een horrorscenario."
Het uitgangspunt, volgens de VVD, hoort te zijn dat ouders in staat
zijn om kinderen goed op te voeden en op te laten groeien. Opvoeding
hoort primair de eigen verantwoordelijkheid van de ouders te zijn, en
hoort in eerste instantie tot de privésfeer van ouders en gezinnen.
Daar hoort de overheid zich niet in te mengen. Op het moment dat
daarin toch problemen ontstaan, dan zullen de meeste ouders de weg
weten te vinden naar professionals die hen daarin kunnen ondersteunen
of zal deze weg door het consultatiebureau, de school of misschien
zelfs wel een kerk, worden gewezen. Pas op het moment dat dat niet
lukt, komt de overheid in beeld.
De VVD fractie is van mening dat de overheid met het EKD veel te ver
gaat en te veel intervenieert in de vrije persoonlijke levenssfeer van
ouders en kinderen.
29 januari 2008
VVD