Louwes lezing
Toespraak | 13-12-2007 | Leiden | Staatssecretaris Tineke
Huizinga-Heringa
Alleen de uitgesproken tekst geldt.
Dames en heren,
Water en voedsel. Onlosmakelijk met elkaar verbonden. Water is een
bron van leven en een sleutel tot voortbestaan.
De Griekse filosoof Heraclitus zei het al: "alles stroomt en niets
blijft". Deze relativerende uitspraak verbond hij niet voor niets aan
water. Water is niet zomaar een grondstof. Het is een vluchtige
grondstof, steeds in beweging. Een watermolecuul laat zich moeilijk
vangen in termen van eigendomsverhoudingen. Het is ook een duurzame
grondstof, die voortdurend in kringloop is: water wordt continu
gebruikt en hergebruikt, maar nooit vèrbruikt. De hoeveelheid water
die wereldwijd beschikbaar is, blijft dan ook steeds hetzelfde.
Eigenlijk is de term "waterconsumptie" dus met zichzelf in
tegenspraak.
Water wordt voor veel verschillende doelen gebruikt: voor de
voedselproductie, voor onze vochtbalans, voor de natuur, transport,
recreatie, sport en ga zo maar door. Water is daarmee essentieel voor
zowel people, planet als profit. Kortom, water is een sleutel tot
duurzame ontwikkeling.
Ik maak graag van deze gelegenheid gebruik om u mee te nemen in de
wereld van water, de functie van water voor de voedselvoorziening en
de rol die mijn ministerie daarin speelt, ook internationaal.
Nederland, waterland. Onlosmakelijk met elkaar verbonden. Ons land
heeft een eeuwenlange ervaring in de strijd met én tegen het water. Al
in de 15e en 16e eeuw bogen onze voorvaderen zich over de strijd tegen
het water. De Nederlandse bodem is voor een groot deel op het water
veroverd. En nog steeds is een heel groot deel van mijn ministerie
bezig om op korte, middellange en de lange termijn, Nederland tegen
het water te beschermen. Aan water geen gebrek zou je bijna denken.
Toch gaat dat niet altijd op. In de 20e eeuw staan we voor een heel
nieuw dilemma: niet alleen Afrika heeft te maken met
droogteproblematiek, ook Nederland verdroogt. Al is dat in deze natte
herfstige dagen nauwelijks voor te stellen, maar het is waar. Door de
veranderingen in het klimaat, de druk van de landbouw en de
voortschrijdende bebouwing van ons land verandert de waterhuishouding.
Hierdoor hebben we enerzijds te veel en anderzijds te weinig water.
Hoog tijd om onze waterhuishouding onder de loep te nemen.
Ik wil in mijn lezing een paar onderwerpen aan de orde stellen.
Ten eerste: Een onderwerp dat hoog op de agenda staat en ons voor
nieuwe uitdagingen stelt. Nu en zeker ook in de verre toekomst. De
"Climate Change". De gevolgen van global warming voor onze
internationale waterhuishouding en watermanagement.
Ten tweede kan ik in deze lezing niet voorbijgaan aan het thema
sanitatie. Vorige maand heeft onze kroonprins in New York het
internationale jaar van de sanitatie geopend. Een thema waar ik me
heel betrokken bij voel en ik hoop dat dit UN initiatief bijdraagt aan
een verbetering van de levensstandaard van vele miljoenen mensen! Het
is bijna niet te geloven dat er anno 2007 nog steeds 2,6 miljard
mensen zijn die geen toegang hebben tot veilig water en basale
sanitaire voorzieningen. Ik zal in ieder geval mijn best doen om in
deze kabinetsperiode mijn steentje bij te dragen.
Ten derde zal ik ingaan op de noodzaak om meer gebruik te maken van
het regenwater en minder van het grondwater. Want met alleen het
grondwater kunnen we de wereldbevolking niet van voldoende voedsel
voorzien.
Als eerste Climat Change
Onze wereld ondergaat grote veranderingen. Demografie, verstedelijking
en ontvolking van het platteland, bodemdaling en, misschien nog wel
het meest tastbaar: klimaatverandering, met zijn zeespiegelrijzing,
afsmelting van gletsjers en extremere weersomstandigheden. Soms
ontstaan deze processen door menselijke, soms door natuurlijke
factoren; vaak door een samenspel. Zij spelen op een lange
termijnschaal. Ze zijn moeilijk te sturen, zo niet onomkeerbaar en
grijpen diep in op ons leefpatroon.
Wij moeten ons aan deze processen aanpassen, onze cultuur veranderen.
Niet simpel, want dat betekent: oude zekerheden inleveren. Zekerheden
die we soms zijn gaan beschouwen als verworven rechten. Maar nood
breekt wet.
Het staat vast dat we in termen van duurzaamheid moeten denken en dat
we het ons niet kunnen permitteren om de lange termijn uit het oog te
verliezen. Dat heeft ook voordelen: het zorgt ervoor dat dingen
mogelijk worden die anders moeilijk te verwezenlijken zouden zijn.
Zo wordt bijvoorbeeld de noodzaak evidenter om onze infrastructuur
robuuster te maken. We moeten zorgen dat onze voornaamste verbindingen
niet als eerste onderlopen bij een overstroming. We moeten zorgen dat
onze drinkwaterproductiebedrijven en waterzuiveringsinstallaties tegen
een stootje kunnen. Dat we lekkende leidingen aanpakken. Allemaal
kapitaalintensieve maatregelen die ook nu al nodig zijn, maar die niet
allemaal morgen al gerealiseerd hoeven te zijn. We kunnen ze op
langere termijn budgettair inplannen. En dat maakt het meteen een stuk
minder confronterend. Maar wel noodzakelijk.
Zo moeten we ook anders omgaan met water in relatie tot de
voedselproductie. Als voorbeeld kan ons dichtbevolkte deltaland
dienen. Door de eeuwen heen werden de veenbodems hier ontwaterd ten
behoeve van de landbouw, met als gevolg dat de veenbodem steeds verder
is ingeklonken. Op sommige gebieden ligt het land nu zelfs 7 meter
beneden zeeniveau. Zulke extreem lage gebieden zijn natuurlijk het
meest kwetsbaar voor overstromingen en wateroverlast. En juist daar
staan steeds meer tuinbouwkassen. Wij zullen bijvoorbeeld die kassen
drijvend moeten aanleggen, zodat ze beter tegen binnenstromend water
bestand zijn en zelfs gecombineerd kunnen worden met een bestemming
als wateropvanggebied. Dit is een typisch voorbeeld van water als
sturend element bij de ruimtelijke ordening! We kunnen bij onze
vraagstukken van ruimtelijke ordening niet meer om water heen!
In het verleden hebben wij veel natte gebieden in onze estuaria
ingepolderd, om meer landbouwgrond te krijgen. Maar met een rijzende
zeespiegel hebben wij meer ruimte nodig om ingeval van storm de golven
te weerstaan. We kunnen dat niet meer alleen oplossen met verhoging
van onze dijken, want de toenemende druk van het water daarop maakt
hen - en het achterland - kwetsbaarder.
Ik heb de handschoen hier in Nederland al opgepakt, en begin september
de Deltacommissie ingesteld onder leiding van oud-minister Veerman.
Deze moet binnen een jaar met slimme manieren komen om het land op
lange termijn klimaatbestendig te maken. En met de lange termijn
bedoel ik dat de blik gericht is op de komende 100 jaar. Ik ben
uitermate benieuwd naar de uitkomsten, en hoop de resultaten te zijner
tijd met de wereldgemeenschap te kunnen delen. Het Vijfde
Wereldwaterforum in Istanbul, dat in maart 2009 zal plaatsvinden, is
een aangewezen moment om hiervoor mondiaal aandacht te vragen: de
politieke discussie daar zal immers in het teken staan van de "global
change".
Ten Derde het belang van regenwater
Het regenwater. We klagen erover, de statistieken wijzen het ook uit:
er valt steeds meer regen. Zomers is het droger, 's winters regent het
meer en langer. Waar laten we al dat water? En hoe zorgen we ervoor
dat we in droge periodes genoeg drinkwater hebben en dat onze
landbouwgewassen niet staan te verdrogen?
Waar we vroeger alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat het
regenwater zo snel mogelijk via de rivieren werd afgevoerd naar zee,
proberen we nu het water `op te slaan'.
Dat wil nog niet zeggen dat er geen schaarsteprobleem bestaat. Dat is
er wel degelijk. Denk aan de groei van de wereldbevolking: hoe meer
mensen, hoe minder water er beschikbaar is per hoofd van de bevolking.
Maar door onze manier van leven, zorgen wij er ook voor dat een steeds
kleiner deel van de totale watervoorraad op aarde geschikt is voor
menselijk gebruik. Wij zullen dus moeten leren om duurzamer met water
om te gaan. Duurzaam voor de mens, zodat iedereen stelselmatig toegang
heeft tot water om zijn dorst te lessen, om zijn voedsel te produceren
en om van onze afbraakproducten te worden verlost. Duurzaam voor de
aarde, om onze aquatische ecosystemen te handhaven, om erosie te
vermijden en om kooldioxide op te vangen. En duurzaam voor de
economie, om ons te verplaatsen, om watersport en toerisme te
exploiteren, om energie op te wekken.
Het gaat er dus om, ieder druppeltje zoveel mogelijk, en voor zoveel
mogelijk doelen tegelijk, te hergebruiken. Vragen over landbouw en
voedselvoorziening zijn een paar jaar geleden hoog op de agenda
gekomen van internationale organisaties en onderzoekers. Tijdens het
Wereld Water Forum dat in 2000 in Den Haag is gehouden, is de aanzet
gegeven tot een multidisciplinaire en internationale studie, waarvan
Nederland een substantiële donor is geweest. Een half jaar geleden is
het resultaat verschenen van dit Comprehensive Assessment of Water
Management in Agriculture. Aan dit grondige onderzoek, dat
vooruitkijkt tot 2050, ontlenen we het nieuwe inzicht dat er tot 2050
voldoende water beschikbaar is voor de levensbehoeften van de
groeiende wereldbevolking. Dit relatief gunstige beeld ontstaat echter
alleen als we ook het regenwater in de berekeningen betrekken. Het
grondwater en oppervlaktewater maakt slechts 30 procent uit van de
totale hoeveelheid waarover de mensheid kan beschikken. De andere 70
procent is regenwater.
De mogelijkheden van dat regenwater zijn in de afgelopen decennia
verwaarloosd. De nadruk lag immers op irrigatiesystemen.
Dat moet anders. De aandacht voor rainfed agriculture zal veel groter
moeten worden. Het Comprehensive Assessment heeft aangetoond dat de
voedselproductie in veel landen aanzienlijk omhoog kan als mensen op
een doordachte manier omgaat met regenwater. Dit is een belangrijke
conclusie, een paradigmawijziging in de benadering van de mondiale
waterproblematiek. Nederland onderschrijft deze conclusies.
Aan veel vraagstukken van rainfed agriculture zit niet alleen een
technische kant. Wanneer we regen gaan beschouwen als belangrijkste
waterleverancier, wordt het landgebruik, hoe gek dat ook klinkt, een
belangrijk aspect van watermanagement. Dit betekent dat
waterbeheerders alle landeigenaren in hun werk moeten betrekken.
Wanneer er bijvoorbeeld ergens een gebied is met bomen die veel
bodemwater verdampen, kan het belangrijk zijn dat zoveel mogelijk
grondeigenaren besluiten die bomen te vervangen zodat er meer water in
de bodem achterblijft. Een ander voorbeeld: door een eenvoudige
bodembedekker die voorkomt dat de bodem dichtslaat bij een forse
regenbui, kan al bereikt worden dat water netjes infiltreert in plaats
van wegstroomt.
Dit laat zien dat ook de organisatie en het functioneren van het
openbaar bestuur van belang zijn. De handen moeten in één geslagen
worden!! Vaak zijn technische oplossingen bekend maar liggen er
hindernissen in het organiserend vermogen van het openbaar bestuur.
Vanuit het buitenland bestaat dan ook niet alleen belangstelling voor
de kennis van onze wateringenieurs maar ook voor onze bestuurlijke
deskundigen die een relatie kunnen leggen tussen techniek en
besluitvorming over beheer van watersystemen. Nederlandse
waterschappen, drinkwaterbedrijven en Rijkswaterstaat zijn daarom
actief in Afrika en in Indonesië. De vraag naar deze kennis in het
buitenland is soms overweldigend.
Nederlandse waterexperts dragen op tal van manieren bij aan een beter
waterbeheer in diverse delen van de wereld. Ik geef u twee concrete
voorbeelden van projecten in Zuidelijk Afrika en Indonesië.
Tijdens de Wereldtop voor Duurzame Ontwikkeling in 2002 hebben
Mozambique, Zuid-Afrika en Swaziland een overeenkomst voor gezamenlijk
beheer van de Incomati rivier ondertekend. Nederland steunt dit
initiatief als onderdeel van het Nederlandse actieprogramma 'Duurzame
Daadkracht'. Het belangrijkste doel hiervan is het reduceren van de
negatieve gevolgen van overstromingen voor Mozambique. Nederland is in
Mozambique de belangrijkste bilaterale donor in de watersector en zet
zich ook in om regionaal wateroverleg tot stand te brengen, dat
onmisbaar is om afspraken te maken over het terugdringen van
overstromingsgevaar.
En in het laagland van Sumatra loopt een project met als doel om door
beter waterbeheer en betere landbouwmethoden, hogere en duurzamere
productie te scheppen. Daarmee kan de levensstandaard van de mensen
flink omhoog. Nederlandse adviseurs begeleiden op Sumatra het
totstandkomen van afspraken over waterbeheer tussen overheden op
verschillende niveaus. Er vinden proeven plaats met nieuwe gewassen en
teelten. Er komt een organisatie van alle watergebruikers, die ook een
taak krijgt bij de planning en uitvoering van het onderhoud van het
systeem. En ook ontwikkeling van moerasgebieden wordt opgenomen in de
ruimtelijke ordeningsprocessen.
Dames en heren,
Ook al zijn we op veel plaatsen heel praktisch bezig met projecten om
het waterbeheer te verbeteren, toch is er nog veel nieuwe kennis
nodig.
Universiteiten en onderzoekers kunnen ons helpen om een goede afweging
te maken tussen de gebruiksmogelijkheden van het schaarse water. De
wetenschap zou aan alle functies van het watergebruik een economische
waarde toe moeten kennen zodat een scherpe afweging kan worden gemaakt
tussen de verschillende gebruiksmogelijkheden. Waar het nog niet
mogelijk is de economische waarde onomstreden te bepalen, zullen we
ons moeten inspannen om mensen inzicht te geven in de veelzijdige
waarden van water. Zodat waterbeheerders betere afwegingen kunnen
maken over de aanwending van het water. Soms zijn er bijvoorbeeld
bossen met een lage natuurwaarde waar veel water verdampt, terwijl dit
water heel goed van nut kan zijn voor de landbouw.
Het is heel goed dat de Louwes-stichting aan jonge onderzoekers de
gelegenheid biedt om zich enige tijd aan deze fundamentele
vraagstukken te wijden. Ik hoop dat ik duidelijk heb gemaakt dat ook
de Nederlandse overheid zich inspant voor toepassing van deze nieuwe
inzichten over het belang van regenwater voor voedselvoorziening.
Ik dank u voor uw aandacht.
Verwante onderwerpen
* Water internationaal
Ministerie van Verkeer en Waterstaat