Ingezonden persbericht


P E R S B E R I C H T

Lelystad, 29 januari 2008

FORNIX PUBLICEERT VOORLOPIGE JAARCIJFERS 2007

FORNIX BOEKT 12% HOGERE NETTOWINST EN KEERT DEZE VOLLEDIG ALS DIVIDEND UIT

Hoofdpunten 2007

* Nettowinst (inclusief boekwinst op verkoop Handelsdivisie) stijgt met 12% tot ¤ 13,9 miljoen (2006: ¤ 12,4 miljoen)
* Resultaat voor rente en belastingen (EBIT), inclusief boekwinst op verkoop Handelsdivisie stijgt met 5% tot ¤ 17,4 miljoen (2006: ¤ 16,6 miljoen) n)
* Start eigen allergieactiviteiten in Duitsland
* Klinisch onderzoek Oralgen(TM) Graspollen afgerond, resultaten binnenkort bekend
* Verkoop Handelsdivisie leidt tot buitengewone bate van 2,1 miljoen
* Netto-omzet daalt door verkoop Handelsdivisie per 1 oktober 2007 met 12% tot ¤ 84,8 miljoen (2006: ¤ 96,0 miljoen)
* Investeringen in R&D stijgen met 37% van ¤ 3,0 tot ¤ 4,1 ,1 miljoen
* Winst per aandeel stijgt met 6% tot ¤ 2,00 (2006: ¤ '¬ 1,88)
* Fornix heeft het voornemen om de volledige nettowinst van ¤ 13,9 miljoen (¤ 2,00 per aandeel) uit te keren als (keuze)dividend

Vooruitzichten 2008 (exclusief Handelsdivisie)

* Handhaving van het nettowinst niveau op circa ¤ 11,8 miljoen, inclusief een voorziene toename van ¤ 0,7 miljoen aan investeringen in Duitsland in vergelijking met 2007
* Verdere stijging netto-omzet met 8% tot circa ¤ 41 miljoen
* Vergelijkbare investeringen in klinische onderzoeken t.b.v. registratie allergeenproducten

Voor biofarmaceutische onderneming Fornix BioSciences N.V. (Euronext Amsterdam: AFORBI) was 2007 een goed maar intensief jaar. De Allergiedivisie presteerde wederom beter dan verwacht ondanks hogere investeringen in R&D. De divisie Medische Hulpmiddelen kende een bevredigend jaar met een lager dan verwachte groei. De zoektocht naar passende acquisities werd met onverminderde inzet voortgezet. Fornix kon in juli starten met een eigen Allergieorganisatie in Duitsland en er is hard gewerkt aan het belangrijke klinische onderzoek naar de effectiviteit van Oralgen(TM) Graspollen. Dit onderzoek is eind 2007 afgerond. De resultaten zullen binnenkort volgen. Daarnaast wijzigde de samenstelling van de groep drastisch door de desinvestering per 1 oktober 2007 van de Handelsdivisie, Fisher Farma, die zich richtte op parallelimport van geneesmiddelen. Daarmee kiest Fornix voor concentratie op haar kernactiviteiten Allergie en Medische Hulpmiddelen. De 12% hogere nettowinst van ¤ 13,9 miljoen zal, vanwege de buitengewoon sterke kaspositie, volledig aan aandeelhouders worden uitgekeerd in de vorm van een keuzedividend.

Lagere omzet door verkoop Handelsdivisie
Door de desinvestering per 1 oktober 2007 werd de omzet van de Handelsdivisie voor slechts negen maanden in de consolidatie opgenomen. Over de eerste drie kwartalen van 2007 bedroeg de omzet van deze divisie ¤ 46,6 miljoen tegen ¤ '¬ 61,2 miljoen over geheel 2006. Dit leidde voor Fornix BioSciences als geheel in 2007 volgens voorlopige berekeningen tot een 12% lagere omzet van ¤ 84,8 miljoen vergeleken met ¤ 96,0 ,0 miljoen in 2006. Exclusief de Handelsdivisie zou de omzet van Fornix (Allergie en Medische Hulpmiddelen) met 9,7% gestegen zijn van ¤ 34,8 miljoen naar ¤ 38,2 ,2 miljoen.

Nettowinst beïnvloed door extra bate en R&D-kosten De nettowinst van Fornix steeg met 12% tot ¤ 13,9 miljoen. Dit resultaat is echter inclusief de eenmalige bate van netto ¤ 2,1 miljoen uit de verkoop van de Handelsdivisie, een niet operationele bate vanwege vrijval van voorzieningen met een netto effect van ¤ 0,3 miljoen en een negatief EBIT resultaat van de Handelsdivisie van ¤ 0,2 miljoen. Zonder bovengenoemde baten en het verlies na belastingen van de Handelsdivisie mee te rekenen, zou de nettowinst in 2007 op ¤ 11,8 miljoen zijn uitgekomen, circa 8% hoger dan de ¤ 10,9 miljoen in 2006, waarbij soortgelijke correcties zijn doorgevoerd.

Nettowinst-normalisatie voor vergelijkingsdoeleinden:

In ¤ mln

2007
2006
Totaal resultaat
13,9
12,4
Baten beëindigde activiteiten (o.a. Fisher)
2,1
0,4
Resultaten handelsdivisie
(0,3)
0,7
Niet operationele baten
0,3
0,4
Operationeel resultaat voortgezette activiteiten
11,8
10,9

Deze stijging is nog gedempt als gevolg van de veel hogere investeringen in 2007 in R&D van ¤ 4,1 miljoen (2006: ¤ 3,0 miljoen) en het voorziene aanloopverlies (EBIT) van ¤ 0,6 miljoen in Duitsland. Gecorrigeerd voor het netto-effect van deze R&D investeringen en het aanloopverlies in Duitsland, zou het nettoresultaat over 2007 zonder de Handelsdivisie mee te rekenen echter ¤ 13,0 miljoen hebben bedragen, een toename van 19,3% ten opzichte van 2006. Hiermee werd ruimschoots voldaan aan de begin 2007 uitgesproken verwachting van een netto winststijging van ten minste 5%.

Volledige winst als dividend
Fornix zal tijdens de komende Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 18 april 2008 aan de aandeelhouders voorstellen evenals over 2006 de volledige nettowinst over 2007 als (keuze)dividend uit te keren. Ondanks onverminderde inspanningen om acquisities te doen op het gebied van allergie en of medische hulpmiddelen, is de onderneming van mening dat de buitengewoon sterke liquiditeitspositie voldoende ruimte laat om de volledige winst in de vorm van een keuzedividend uit te keren. Derhalve zal het voorgestelde dividend per aandeel over 2007 circa ¤ 2,00 bedragen, vergeleken met ¤ 1,88 over 2006. Het reeds in september 2007 uitgekeerde interim-dividend ad ¤ 0,65 zal uiteraard hierop in mindering worden gebracht.

Allergiedivisie
Vanwege de start van de allergieactiviteiten in Duitsland per 1 juni 2007 worden de allergieactiviteiten in Nederland en in Duitsland separaat behandeld.

Nederland
De Allergiedivisie Nederland presteerde in 2007 overeenkomstig de trend in de afgelopen jaren boven verwachting. De omzet liet een toename zien van bijna 10% (2006: 6%), van ¤ 26,4 miljoen tot ¤ 28,9 miljoen. Deze hogere omzetgroei, in vergelijking met het voorgaande jaar, werd voornamelijk gedragen door een sterke groei van het immunotherapeutische product Oralgen(TM) (+13%) en Artuvetrin (veterinair allergieproduct; +26%). Dit ondanks een aanwezige terughoudendheid in de markt na de teleurstellende resultaten van de STARDROP-studie eind 2005, toegenomen concurrentie en het feit dat er nog steeds sprake is van een voorziene toename van de uitstroom van Oralgen(TM) patiënten die de reguliere behandelperiode van drie tot vijf jaar hebben voltooid. De EBIT van de Allergiedivisie Nederland nam zelfs met 6,9% toe van ¤ 13,1 miljoen tot ¤ 14,0 ,0 miljoen. Dit ondanks substantieel hogere investeringen van circa ¤ 4,1 miljoen (2006: ¤ '¬ 3,0 miljoen) in het Clinical Development Plan ter ondersteuning van de registratieaanvraag van de verschillende Oralgen(TM) producten. Zonder het effect van deze investeringen zou de EBIT met 15% zijn toegenomen. Ondanks de toegenomen concurrentie heeft Fornix ook in 2007 haar Nederlandse marktleiderschap van ruim 70% op het gebied van sublinguale (toediening onder de tong) immunotherapeutische producten weten te consolideren. Zeer recent heeft het Ministerie van VWS alle licentiehouders van allergeenproducten bericht over het voornemen om de huidige vergoedingstatus van allergeenproducten te herzien. Wij zullen terzake met de betrokken instanties in overleg treden.

Duitsland
Over de periode 1 juni t/m 31 december 2007 realiseerde de per 1 juni geacquireerde allergieactiviteiten in Duitsland een omzet van ¤ 0,7 miljoen en een negatieve EBIT van ¤ 0,6 ,6 miljoen. Naar verwachting zullen deze activiteiten ook de komende jaren nog een negatieve EBIT laten zien. De opbouw van een duurzame positie in de grootste markt van Europa zal de komende jaren nog de nodige investeringen vergen.

Divisie Medische Hulpmiddelen
De verkopen van de divisie Medische Hulpmiddelen namen in haar tweede jaar binnen Fornix minder snel toe dan volgens het aanvankelijke groeiscenario. De omzet steeg met 4% van ¤ 8,4 miljoen naar ¤ 8,7 miljoen. De EBIT ontwikkelde zich met een toename van 19% evenwel veel beter. Stringente kostenbeheersing leidde tot een stijging van de EBIT van ¤ 2,1 miljoen tot ¤ 2,5 miljoen. Gedurende het tweede halfjaar van 2007 zijn verschillende maatregelen voorbereid en geïmplementeerd die tot een acceleratie van de autonome groei van de divisie zullen moeten leiden. Zo is een nieuwe general manager aangesteld die met name in de marketing en sales belangrijke aanscherpingen zal doorvoeren. Ondanks het feit dat hier additionele kosten mee gemoeid zijn voorziet Fornix reeds in 2008 een positief effect op de omzetgroei van deze divisie. Daarnaast zullen mogelijk nieuwe acquisities de groei van de divisie Medische Hulpmiddelen extra stimuleren. Streven blijft een omzet van deze divisie eind 2009 van circa ¤ 20 miljoen.

Handelsdivisie
Het boekjaar 2007 stond voor de Handelsdivisie bestaande uit Fisher Farma uiteraard in het teken van de verkoop aan het farmaceutische groothandelsbedrijf Mosadex uit Elsloo per 1 oktober 2007. De resultaten van de divise stonden al meerdere jaren onder druk, zij het dat altijd positief aan de winst werd bijgedragen. De concurrentie op het gebied van parallelimport van gepatenteerde medicijnen nam hand over hand toe en prijsmaatregelen van overheden, quoteringmaatregelen van patenthouders alsmede de invoering van het nieuwe zorgstelsel hebben de omstandigheden verder verslechterd. Nederland is hierdoor nog slechts een doorvoerland geworden. Dit maakte dat Fornix de Handelsdivisie niet langer tot de kernactiviteiten van de groep rekende en met Mosadex in onderhandeling is getreden over de verkoop. De transactie werd 31 december 2007 afgerond.

In het eerste halfjaar van 2007 stonden de resultaten van de Handelsdivsie nog verder onder druk dan in het voorgaande jaar, getuige een EBIT van slechts ¤ 0,2 miljoen vergeleken met ¤ 0,5 miljoen over der eerste zes maanden van 2006. Over de eerste drie kwartalen van 2007 werd nog wel een licht hogere omzet gerealiseerd van ¤ 46,6 miljoen (2006: ¤ 45,1 miljoen), een toename van 3%. De EBIT over dezelfde periode is echter uitgekomen op ¤ 0,2 miljoen negatief (2006: ¤ 0,5 miljoen positief). Hierbij dient aangetekend te worden dat hierin een effect van ¤ 0,1 à 0,2 miljoen aan extra kosten is verwerkt, rechtstreeks verband houdende met de verkoop van de Handelsdivisie. Zoals bekendgemaakt in het persbericht van 2 januari 2008 is de opbrengst van de verkoop van de Handelsdivisie uitgekomen op ¤ 13,4 miljoen, verdeeld in ¤ 2,4 miljoen en goodwill en ¤ 11,0 miljoen volledige aflossing van het door Fornix gefinancierde werkkapitaal en activa. Rekening houdend met de transactiekosten (waaronder fairness opinion, juridisch en financieel advies) van ruim ¤ 0,3 miljoen leverde de verkooptransactie een bijdrage van ¤ 2,1 miljoen aan het nettoresultaat over 2007.

Clinical Development Plan
In 2007 is belangrijke vooruitgang geboekt in de uitvoering van het Clinical Development Plan (CDP) ten behoeve van de Oralgen(TM) producten. Een van de belangrijkste onderdelen van het CDP bestaat uit een pan-Europese klinische Fase III studie ­ AB0602 - bij circa 600 allergische patiënten ter onderbouwing van de effectiviteit en veiligheid van Oralgen(TM) Graspollen. Het onderzoek omvat eveneens een evaluatie van de invloed van verschillende doseringsregimes van het product op bijwerkingenprofiel en effectiviteit. Studie AB0602 is eind 2006 van start gegaan en is uitgevoerd in 41 klinische centra in 7 Europese landen. Na afloop van het graspollenseizoen 2007 is een analyse van de verkregen resultaten inzake effectiviteit en veiligheid voorzien. Deze analyse zal binnen enkele weken zijn afgerond.

De onderzoekers en patiënten die deelnamen aan studie AB0602 zijn na beëindiging van deze studie, dat wil zeggen na afloop van het 2007 graspollenseizoen, verzocht deel te nemen aan een zogeheten follow-up studie, codenaam AB0602/1, teneinde de effectiviteit en veiligheid van de behandeling met Oralgen(TM) Graspollen gedurende een tweede behandeljaar te kunnen beoordelen. Studies met vergelijkbare producten wijzen namelijk op een verdere afname van allergische klachten bij een meerjarige behandeling. De opzet van AB0602/1 is zodanig dat het placebo gecontroleerde, dubbelblinde karakter van de voorafgaande AB0602 studie blijft gehandhaafd; de follow-up studie zal doorlopen tot het pollenseizoen 2008 is beëindigd.

Het ontwerp van de in het najaar 2005 in het Erasmus Medisch Centrum gestarte klinische studie met Oralgen(TM) Mijten kent mogelijk een aantal tekortkomingen die vergelijkbaar zijn met de minder succesvol verlopen Stardrop-studie. De onderneming overweegt dan ook volgens het ontwerp van het lopende Oralgen(TM) Graspollenonderzoek een tweede parallelle studie te starten naar de effectiviteit en veiligheid van Oralgen(TM) Mijten. De definitieve besluitvorming hieromtrent zal plaatsvinden nadat de analyse van de AB0602 studie is afgerond.

De resultaten van de klinische studies die met de Oralgen(TM)-producten worden uitgevoerd in de context van het CDP, zullen worden aangewend ter onderbouwing van de registratieaanvragen van de betreffende producten.

Vooruitzichten voor 2008

Fornix BioSciences voorziet voor 2008, onvoorziene omstandigheden daargelaten, een nettowinst van ¤ 11,8 miljoen (2007: ¤ 13,9 miljoen, genormaliseerd naar voortgezette activiteiten eveneens ¤ 11,8 miljoen). De geconsolideerde omzet zal naar verwachting met 8% groeien naar circa ¤ 41 miljoen. Deze vooruitzichten zijn gebaseerd op een naar verwachting betere winst- en omzetgroei bij de divisie Medische Hulpmiddelen dan in 2007 en een voortgaande groei van de Allergiedivisie, gecombineerd met substantieel grotere investeringen in Duitsland. Fornix houdt bovendien voor 2008 rekening met vergelijkbare investeringen als in 2007 in het Clinical Development Plan ten behoeve van de registratie van de allergeenproducten.

Agenda

Dit persbericht is gebaseerd op voorlopige cijfers en gegevens over het boekjaar 2007. De definitieve door de accountant gecontroleerde resultaten over 2007, inclusief de winst- en verliesrekening, de balans en overige financiële informatie, zullen op 13 maart 2008 voorbeurs bekend worden gemaakt. De Algemene Vergadering van Aandeelhouders vindt plaats op 18 april 2008 in Lelystad.

E I N D E P E R S B E R I C H T


---

Voor nadere informatie: Fornix BioSciences N.V. C.L. Bergman, CEO Fornix BioSciences N.V. Tel. (0320) 26 77 99 Website: www.fornix.nl

Profiel Fornix BioSciences N.V.

Fornix BioSciences N.V. is een beursgenoteerde onderneming (Euronext Amsterdam: AFORBI) die zich richt op de ontwikkeling en verkoop van diagnostische en therapeutische allergeenproducten en de distributie van medische hulpmiddelen en medische en verpleegkundige verbruiksartikelen. Fornix BioSciences N.V. heeft vestigingen in Lelystad, Beuningen en Hamburg. De onderneming heeft momenteel circa 130 medewerkers in dienst en is voornamelijk actief in Nederland en Duitsland.

De activiteiten zijn onderverdeeld in twee divisies, die weer bestaan uit werkmaatschappijen.

De Allergiedivisie is de meest winstgevende divisie en wordt gevormd door Artu Biologicals Europe en vanaf 1 juni 2007 door Artu Biologicals Deutschland. Deze divisie concentreert zich onder andere op de ontwikkeling, de productie en verkoop van een breed scala aan patiëntvriendelijke immunotherapeutische producten onder meer onder de merknamen Oralgen(TM) en Igevac(TM). Deze producten worden toegepast bij de causale behandeling van allergieën veroorzaakt door verschillende allergenen, zoals gras- en boompollen en huisstofmijt. De ontwikkeling wordt ondersteund door hoogwaardige R&D-activiteiten en pan-Europees uitgevoerde klinische onderzoeken naar de werking van de verschillende producten.

De divisie Medische Hulpmiddelen wordt gevormd door het in Beuningen gevestigde Laprolan. Deze divisie richt zich op de verkoop, marketing en distributie van een breed assortiment medische hulpmiddelen en medische en verpleegkundige verbruiksartikelen.