Kamerbrief inzake stand van zaken implementatie Europese richtlijnen en
kaderbesluiten in vierde kwartaal 2007
30-01-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken
Hierbij leg ik Uw Kamer het overzicht voor van de stand van zaken met
betrekking tot de implementatie van EG-richtlijnen en
EU-kaderbesluiten in de Nederlandse wet- en regelgeving aan het einde
van het vierde kwartaal van 2007.
Voorts informeer ik Uw Kamer in deze brief over het nieuwe
elektronische Termijnbewakingssysteem implementatie Europese
regelgeving, kort aangeduid als de i-Timer. Ook
ingebrekestellingsprocedures die de Europese Commissie tegen Nederland
is gestart als gevolg van niet-tijdige implementatie zullen hieronder
worden besproken. Met deze informatie wordt tevens gevolg gegeven aan
verzoeken zoals deze zijn geformuleerd in de brief van de vaste
commissie voor Europese Zaken van de Tweede Kamer (d.d. 5 december
2007) met betrekking tot de kabinetsappreciaties van de stand van
zaken rondom de implementatie van richtlijnen.
Dalende achterstand
De totale implementatie-achterstand is in het vierde kwartaal van 2007
met 6 richtlijnen gedaald ten opzichte van het derde kwartaal van
2007. Daarmee bedraagt de totale achterstand ultimo vierde kwartaal
2007 12 richtlijnen. Daarbij zijn in dit afgelopen kwartaal 22
richtlijnen en kaderbesluiten tijdig geïmplementeerd. In heel 2007
zijn 73 richtlijnen en kaderbesluiten op tijd verwerkt - dit op een
totale hoeveelheid van 136 tijdig en te laat geï mplementeerde
richtlijnen en kaderbesluiten.
Implementatie van richtlijnen en kaderbesluiten blijft een belangrijk
aandachtspunt voor het kabinet. Het feit dat ook het laatste kwartaal
van 2007 weer een daling laat zien ten opzichte van het voorgaande
kwartaal is bemoedigend; de huidige stand van zaken laat een reductie
van de implementatie-achterstand van ruim 55% zien ten opzichte van
het begin van 2007 - het moment waarop de achterstand nog 27
richtlijnen en kaderbesluiten omvatte.
Terwijl de implementatie-achterstand in 2006 nog gestaag toenam,
wijzen de cijfers over 2007 duidelijk op een dalende trend. Deze
prestatie als gevolg van de inzet van de betrokken ministeries stemt
het kabinet optimistisch over de mogelijkheid tot verdere reductie van
de achterstanden in de toekomst.
De i-Timer
In het afgelopen jaar heeft het ministerie van Buitenlandse Zaken de
i-Timer ontwikkeld. Dit elektronisch systeem geeft onder andere per te
laat geï mplementeerde richtlijn of kaderbesluit exact aan wat de
lengte van de overschrijdingstermijn is. Maar de i-Timer heeft nog een
andere functie, namelijk die van early warning ingeval overschrijding
van de implementatietermijn dreigt. Anders dan de tot nog toe bekende
kwartaaloverzichten volstaat het nieuwe termijnbewakingssysteem niet
met het signaleren waar implementatietermijnen van Europese
richtlijnen en kaderbesluiten zijn overschreden, maar geeft het ook
aan waar termijnoverschrijding dreigt. Juist hiermee wordt het
implementatieproces inzichtelijker gemaakt. Eind november 2007 is de
i-Timer in gebruik genomen. Met ingang van heden zal uw Kamer
overzichten ontvangen die hieraan rechtstreeks zijn ontleend. Voor de
centrale invoer van gegevens in de i-Timer en de algemene coördinatie
is het ministerie van Buitenlandse Zaken verantwoordelijk; het betreft
hier de gegevens die betrekking hebben op de richtlijn of het
kaderbesluit zelf. Voor de decentrale invoer is het implementerende
ministerie verantwoordelijk; hier gaat het om gegevens die betrekking
hebben op het implementatieplan en het nationale wetgevingstraject.
Het kwartaaloverzicht met betrekking tot de implementatie wordt
rechtstreeks ontleend aan de i-Timer en daarmee aan de door de
ministeries aangeleverde informatie.
Overigens zijn enkele van de commissies uit de Tweede Kamer er recent
toe overgegaan ten aanzien van implementatie-achterstanden de
eerstverantwoordelijke bewindspersoon direct aan te spreken. Zo hebben
de ministers van Financiën en VROM inmiddels de Tweede Kamer
geïnformeerd over de oorzaken van te late impl ementatie en dreigende
overschrijding van de implementatietermijn. Deze aanpak acht ik
efficiënt, ook voor de beantwoording van een aantal andere vragen als
gesteld in bovengenoemde brief van de vaste commissie voor Europese
Zaken, zoals bijvoorbeeld over de toepassing van de zogenaamde
voorrangsregel.
Nadere toelichting op het kwartaaloverzicht
Onderdeel 1 van het kwartaaloverzicht betreft de Europese regelgeving
waarvan de implementatie nog onder handen is. Dit onderdeel werkt met
een aantal kleuren. Ter toelichting op het gebruik hievan dient het
volgende:
* de kleur rood wordt gebruikt in geval de termijn voor het zetten
van een stap is overschreden; wordt deze kleur gebruikt in de
rechterbovenhoek van de desbetreffende pagina, dan is de voor de
richtlijn of voor het kaderbesluit geldende implementatietermijn
verstreken;
* de kleur oranje wordt ten aanzien van een Europese regeling alleen
gebruikt, indien de voor die regeling geldende
implementatietermijn dreigt te worden overschreden; daarmee komt
deze kleur ook alleen voor in de rechterbovenhoek van de op de
desbetreffende regeling betrekking hebbende pagina;
* wordt een bepaalde stap in het wetgevingsproces met groen
aangegeven, dan betekent dit dat de termijn die voor die stap
geldt is gehaald; groen komt in de rechter bovenhoek niet voor,
omdat onderdeel 1 van het kwartaaloverzicht alleen qua
implementatie onder handen zijnde Europese besluiten betreft.
Achterstanden en hun oorzaken
De achterstand van 12 richtlijnen ultimo vierde kwartaal 2007
concentreert zich bij de ministeries van Financiën en Justitie (met
respectievelijk 5 en 4 richtlijnen die nog niet zijn geïmplementeerd).
Daarnaast hebben de ministeries van OCW, VROM en V&W elk een
achterstand van één richtlijn.
Deze totale achterstand vormt 16% van de totale te implementeren
hoeveelheid, die 75 richtlijnen betreft (waarvan 63 waarvoor de
implementatietermijn ultimo 2007 niet was verstreken).
De overschrijdingstermijn varieert hierbij sterk: op 31 december 2007
bedroeg de kleinste overschrijding ruim twee weken (voor twee
richtlijnen bij het ministerie van Financiën en één bij het ministerie
van Justitie), terwijl de uiterste implementatiedatum van een andere
richtlijn (bij het ministerie van V &W) met bijna 16 maanden was
overschreden. Voor een exacte aanduiding van de overschrijding per
richtlijn met een achterstand wordt verwezen naar bijgevoegd
kwartaaloverzicht.
Van de 12 richtlijnen waarvoor geldt dat ultimo vierde kwartaal de
implementatietermijn overschreden is, zijn er vijf `nieuw', dat wil
zeggen dat de implementatietermijn gedurende het vierde kwartaal van
2007 is overschreden. Dit geldt voor de ministeries van Financiën (3
richtlijnen), Justitie en OCW.
Voor wat betreft de oorzaken voor de bestaande
implementatie-achterstand ultimo vierde kwartaal van 2007 speelt een
aantal factoren een rol. Deze factoren zullen hieronder - per
ministerie - worden toegelicht.
Financiën: Richtlijn 2004/109 hangt samen met een andere richtlijn,
2007/14, waarvoor een implementatiedatum van 9 maart 2008 geldt
(richtlijn 2007/14 bevat concrete uitvoeringsvoorschriften). De
richtlijnen 2005/60, 2006/70 en 2005/68 zijn momenteel in behandeling
in de Tweede Kamer.
In zijn algemeenheid geldt dat door de grote implementatiedruk en het
daarmee gepaarde gaande capaciteitsgebrek bij het ministerie van
Financiën een prioriteitenstelling noodzakelijk was. De keuze is
gemaakt om bepaalde richtlijnen met voorrrang te implementeren. De
richtlijnen die voor het Nederlandse bedrijfsleven het belangrijkst
zijn, hebben hierbij prioriteit gekregen. Richtlijn 2006/101 is nog
niet geïmplementeerd vanwege het ontbreken van definitieve afstemming
tussen betrokken ministeries. Deze richtlijn wijzigt een aantal
bestaande richtlijnen, waarvan een gedeelte op het terrein van het
ministerie van Financiën ligt (deze wijzigingen geven geen aanleiding
tot verandering van de Nederlandse financiële wetgeving). Naast
wijziging van richtlijnen op het terrein van het ministerie van
Financiën wordt echter ook een aantal richtlijnen veranderd dat buiten
het bereik van dit ministerie valt.
Justitie: Met betrekking tot richtlijn 2005/29 kon de tekst van het
wetsvoorstel pas worden gefinaliseerd nadat de parlementaire
behandeling van de Wet handhaving consumentenbescherming (Whc) in de
Tweede Kamer was afgerond (dit is gebeurd in juni 2006). In de Whc
zijn keuzes gemaakt ten aanzien van de wijze van handhaving en deze
systematiek van handhaving is ook toegepast op deze richtlijn. In de
Eerste Kamer zijn vragen gesteld over de bij amendement gewijzigde
handhavings-systematiek.
De implementatie van richtlijn 2004/83 heeft onder andere vertraging
opgelopen door onduidelijkheden over de interpretatie van de richtlijn
(bijvoorbeeld over de betekenis van bepaalde begrippen, de vraag of de
richtlijn dwingt tot imperatief geformuleerde bepalingen in het
nationale recht en de mogelijkheden om eventueel gunstigere normen
vast te stellen). Deze en andere kwesties aangaande de richtlijn zijn
besproken tijdens verschillende bijeenkomsten van een 'contact
committee' van het directoraat-generaal Justitie, vrijheid en
veiligheid van de Europese Commissie. Pas nadat meer duidelijkheid
over de interpretatie van de richtlijn was verkregen, kon op adequate
wijze worden geï nventariseerd en beoordeeld op welke wijze de
richtlijn dient te worden omgezet in de nationale wet- en regelgeving
(overigens zullen de gevolgen van de niet-tijdige implementatie van de
richtlijn in het Nederlandse recht beperkt zijn; het Nederlandse
beleid inzake de toelating van asielzoekers, zoals dat is neergelegd
in de Vreemdelingencirculaire 2000, voldoet namelijk in hoofdlijnen
reeds aan de bepalingen van de richtlijn). Het
implementatiewetsvoorstel ligt thans in de Eerste Kamer. De
concept-memorie van antwoord is vrijwel gereed en zal nog in januari
2008 aan de Eerste Kamer worden aangeboden, die heeft toegezegd in dat
geval de mondelinge behandeling met voorrang te willen agenderen. Het
implementatietraject van richtlijn 2005/56 is volgens plan verlopen.
De vertraging is ontstaan doordat de behandeling van het voorstel door
de Tweede Kamer, anders dan gepland, pas na de zomer heeft
plaatsgevonden.
Het wetsontwerp bij richtlijn 2006/24 betreft een technisch
gecompliceerd en niet onomstreden onderwerp. In verband daarmee heeft
de noodzakelijke afstemming met het veld (internetproviders en
opsporingsinstanties) veel tijd gekost, hetgeen tot vertraging in de
fase van het opstellen van het wetsontwerp heeft geleid.
VROM: Richtlijn 2004/35 is nog niet geïmplementeerd doordat uitvoerige
afstemming met andere ministeries, overige overheden, het
bedrijfsleven en milieu-organisaties meer tijd heeft gekost dan
aanvankelijk was voorzien.
V&W: Aan de implementatie van richtlijn 2003/59 bleken na overleg met
de uitvoeringsorganisaties dusdanig veel praktische consequenties te
zitten, dat het opstellen van de uitvoeringsregelgeving niet tijdig
kon worden afgerond.
OCW: De implementatie van richtlijn 2005/36 heeft vertraging opgelopen
door de omvang en complexiteit van de betreffende materie; deze
richtlijn vervangt namelijk 15 eerdere richtlijnen. Intensieve
afstemming met andere ministeries en overleg met de Europese Commissie
(over de nadere uitleg van specifieke bepalingen in de richtlijn)
hebben geleid tot overschrijding van de implementatietermijn.
Bij een aantal richtlijnen en kaderbesluiten dreigt in meer of mindere
mate overschrijding. Hiervan is sprake wanneer de implementatietermijn
niet is verstreken, maar waarvoor, op basis van de stand van zaken van
het implementatieproces ten opzichte van de planning, aangenomen kan
worden dat tijdige omzetting in nationaal recht extra aandacht
behoeft. Ik verwijs u hierbij naar het bijgevoegd kwartaal-overzicht.
Daarin wordt, als hierboven gemeld, met de kleur oranje aangegeven dat
van dreigende overschrijding sprake is. Overigens dient hierbij nog
wel te worden opgemerkt dat de i-Timer reeds bij een discrepantie van
één dag tussen de actuele stand van zaken en de planning de
implementatie van de desbetreffende richtlijn of het kaderbesluit met
oranje markeert. Derhalve is hier de opmerking op haar plaats dat het
aantal richtlijnen waarvoor werkelijk overschrijding van de
implementatietermijn dreigt minder groot is dan het aantal dat in dit
overzicht door de i-Timer wordt aangegeven. Vooralsnog is de dreiging
van overschrijding van de implementatietermijn voor de richtlijnen
2006/32 (EZ) en 2006/38 (V&W) echter dusdanig serieus, dat rekening
gehouden dient te worden met de mogelijkheid dat deze twee richtlijnen
niet tijdig kunnen worden geï mplementeerd.
Ingebrekestellingsprocedures
Tenslotte meld ik uw Kamer hierbij, dat op 31 december 2007 van een
vijftal ingebrekestellingsprocedures tegen Nederland sprake is vanwege
overschrijding van de implementatietermijn. Dit betreft de richtlijnen
2004/109 van het ministerie van Financiën (ruim 11 maanden te laat),
2004/83 en 2005/29 van Justitie (waarvan de termijnen respectievelijk
met bijna 15 maanden en bijna 7 maanden zijn overschreden), 2004/35
van VROM (ruim 8 maanden te laat) en 2003/59 van V&W (bijna 16 maanden
voorbij de uiterste datum).
Zoals hierboven reeds is gemeld, is de implementatie-achterstand in
het afgelopen jaar duidelijk afgenomen. Het kabinet zal het
implementatieproces uiteraard nauwlettend in de gaten blijven houden,
opdat het in 2007 vergaarde momentum bij het wegwerken van
achterstanden behouden blijft. Aangezien het tijdig implementeren van
richtlijnen en kaderbesluiten tot de gezamenlijke verantwoordelijkheid
van kabinet en Staten-Generaal behoort, blijft het kabinet vertrouwen
op de medewerking van Uw Kamer hierbij.
De staatssecretaris voor Europese Zaken,
Frans Timmermans
* Ministerie van Buitenlandse Zaken
* Bezuidenhoutseweg 67
* Postbus 20061
* 2500 EB Den Haag
* Tel.: 070-3 486 486
* Fax: 070-3 484 848
* Internet: www.minbuza.nl
Ministerie van Buitenlandse Zaken