Openbaar Ministerie

Verdachten samenscholingsverbod vandaag voor de rechter

30 januari 2008

Vandaag heeft de kantonrechter te Utrecht zeven zaken behandeld van jongeren die ervan worden verdacht zich schuldig te hebben gemaakt aan overtreding van het samenscholingsverbod dat op 15 oktober is ingegaan in het gebied Kanaleneiland noord. De drie minderjarigen en vier meerderjarigen krijgen op 13 februari de uitspraak te horen. De officier eiste geldboetes van 240 euro.

De officier van justitie beschreef in haar requisitoir wat de aanleiding was tot het instellen van het samenscholingsverbod in het gebied dat gebukt gaat onder wat wel een creeping crisis wordt genoemd, een crisis die langzaam is ontstaan en zich voortsleept. Toenemende criminaliteit en overlast, en tal van maatregelen die niet het gewenste effect brachten, maakten dat de tijd rijp was "voor harde maatregelen om het gezag op straat en de rust in de wijk te herstellen, de criminaliteit terug te dringen en bewoners het gevoel van veiligheid terug te geven." De ernst van de situatie rechtvaardigde naar de mening van het openbaar ministerie een dergelijke verstrekkende maatregel, als onderdeel van een pallet aan maatregelen gericht op toeleiding naar hulpverlening, onderwijs en werk, opvoedingsondersteuning en vrijetijdsbesteding. Aanvullend op het samenscholingsverbod is het handhavingsbeleid en de doelgroep van de maatregel geformuleerd: risicojongeren, leden van een criminele jeugdgroep en veelplegers. Zorgvuldige screening in het Veiligheidshuis Utrecht resulteerde in een lijst van tachtig jongeren. Deze tachtig jongeren hebben een brief van de burgemeester ontvangen met de mededeling dat de maatregel op hen van toepassing is en uitleg over het samenscholingsverbod.

Het was de eerste keer dat dergelijke verdachten voor de rechter moesten komen en de vraag was dan ook of de samenscholingen waar het in deze gevallen om ging, kunnen worden aangemerkt als overtredingen van artikel 10 van de APV. Immers, de APV geeft geen definitie van het begrip samenscholing. De weinige jurisprudentie die erover is, geeft aan dat een zekere mate van vaagheid onvermijdelijk is omdat het begrip allerlei verschijningsvormen kan aannemen. Gezien de problematiek in de wijk en de groep waar het verbod voor geldt, is het openbaar ministerie van mening dat er in geval vijf of meer jongeren op straat bij elkaar komen of staan, sprake is van een schending van de openbare orde of een dreiging daarvan en dus van samenscholing..

Ook ging de officier van justitie in op de eerste resultaten van de maatregelen die het afgelopen half jaar extra zijn ingezet. Het doel, meer rust en minder criminaliteit, is in de eerste periode gerealiseerd, ook door tal van andere maatregelen. Zo is de criminaliteit in het laatste kwartaal van 2007 met 29 procent gedaald ten opzichte van de criminaliteit in het laatste kwartaal in 2006 en 35 procent lager dan in de rest van 2007. Opmerkelijk is dat het jongerencentrum beter wordt bezocht waar de hulpverlening onder handbereik is.

Sinds de invoering van het samenscholingsverbod zijn elf verdachten aangehouden. Deze zijn uitgenodigd op een TOM-zitting in het Veiligheidshuis Utrecht en hebben daar een taakstraf (15 uur) of transactie (200 euro) aangeboden gekregen. Twee hebben inmiddels een taakstraf uitgevoerd, een gaat dit binnenkort doen en een heeft de transactie betaald. Tegen de zeven resterende verdachten, die hebben gekozen voor behandeling door de rechter, eiste de officier van justitie een geldboete van 240 euro, te vervangen door vier dagen jeugddetentie dan wel hechtenis. De uitspraak van de kantonrechter is over twee weken, op 13 februari om kwart over een in het gerechtsgebouw te Utrecht.