Gaan de regio's shoppen? (http://www.minbuza.nl:80/nl/actueel/speeches,2008/01/Gaan-de-regio-s-shoppen-.html) 24-01-2008 | | Toespraak: Timmermans - Staatssecretaris voor Europese Zaken
De minister van Binnenlandse Zaken en ik willen echt iets nieuws doen en dat
moet in deze kabinetsperiode gebeuren. Dat doen we niet om alles weer naar ons
toe te trekken, maar juist om de regio's de ruimte te geven. Als ik iets wil
bereiken dan is het dat in Den Haag het besef postvat dat grensoverschrijdende
samenwerking het best gediend wordt met loslaten. Regio's zelf de keuzes laten
maken die zij voor de regio's moeten maken.
Ik heb het afgelopen jaar heel wat bezoeken aan de regio's gebracht, en het
is me opgevallen dat problemen ook onderling verschillen. Wat misschien aan onze
kant van de grens in het zuiden een knelpunt is, is misschien aan Duitse kant
meer een probleem in het noorden, of andersom. Een 'one size fits all'
benadering voor de knelpunten is er niet. In Limburg is er bijvoorbeeld met het
rapport van de commissie Hermans al een hele slag gemaakt. Laten we daar
concrete zaken uithalen. In andere regio's zijn er weer andere prioriteiten. Dat
moeten wij in Den Haag niet willen bepalen. Dat stel ik voorop.
In de tweede plaats, hoe zit het met de Europese dimensie? Ook dat is voor
mij glashelder. Op dit moment is er in Europa véél belangstelling voor
grensoverschrijdende samenwerking, met de Europese Commissie als partner. Ik zou
willen voorstellen, laat hier in Nederland zien hoe het kan en dat voorbeeld kan
dan elders in Europa worden gebruikt. Maar we moeten het niet omdraaien. We
moeten niet de verantwoordelijkheid bij Europa leggen terwijl het bij onszelf en
bij onze buren ligt. In die wisselwerking met Europa moeten we echter
voorzichtig zijn, zodat we geen vertragingen creëren waar die niet nodig zijn.
Simpelweg omdat we zitten te wachten op iemand die er geen rechtstreeks belang
bij heeft.
Ik heb gemerkt dat zowel bij mijn Duitse en Vlaamse collega's ontzettend veel
belangstelling is om echt meters te maken op dit onderwerp. Dat is een dynamiek
die we moeten gebruiken. Natuurlijk, in de praktijk zullen er altijd
hindernissen zijn waarom iets niet kan, maar laten we nou eens uitgaan van wat
wèl kan. Ik heb daar op dit moment vertrouwen in. Zeker aan onze zuidgrens, waar
de Vlaamse regering van samenwerking een topprioriteit wil maken. Met Duitsland
is het altijd iets lastiger, omdat zowel Berlijn als de deelstaatregering
zeggenschap heeft. Maar nog gisteravond verzekerde mij in Berlijn
staatssecretaris van Binnenlandse Zaken Peter Altmeijer dat ook Duitsland het
als een prioriteit beschouwt. Laten we die dynamiek dus gebruiken om kansen te
benutten.
U geeft natuurlijk uw prioriteiten aan. Maar als ik een prioriteit zou mogen
noemen, één die breed in het kabinet wordt gesteund, dan is dat de
grensoverschrijdende arbeidsmarkt. Ik merk dat ook de minister voor Sociale
Zaken dat als een knelpunt ziet. Ook andere leden van het kabinet, de ministers
van Economische Zaken en Financiën bijvoorbeeld, erkennen dat daar een probleem
zit. De gevoelde urgentie wordt breed gedeeld. Laten we daar proberen eerste
concrete resultaten te halen. Want daar zullen in de praktijk voor alle 7
grensprovincies veel baat bij hebben.
Dus er is erkenning, het is een probleem dat we willen oplossen. Dat is stap
één, maar dan lopen we tegen wet- en regelgeving aan. Waarbij de reactie is: ho,
maar die wet- en regelgeving moet zo blijven! Hier in Den Haag zou het de
grootste revolutie zijn als dit Kabinet er in slaagt om gemeentes, provincies,
regio's en burgers zelf hun oplossingen te laten kiezen? Wat kan er dan zo
vreselijk misgaan? Dan zal de reactie zijn: ja, maar dan gaan ze shoppen. Nou
en? Is dat zo slecht? En als ze gaan shoppen en er lopen zaken vast, moeten we
dan niet eerder de regelgeving aanpassen dan dat we mensen verhinderen om te
shoppen en naar oplossingen te zoeken? Zou dat geen hele andere benadering zijn
van het onderwerp dan om eerst te roepen, shoppen kan niet? Ik denk dat dat een
heel interessante benadering is, juist ook in de contacten met de meest
betrokken departementen. Het zou heel mooi zijn als we dat voor elkaar zouden
kunnen krijgen. En ik zal mij daar persoonlijk zeer voor inzetten.
Tot slot nog een opmerking of mensen tegenwoordig nog grenzen ervaren. Ik
moet daarbij denken aan mijn ouders toen ik denk een jaar of acht, negen was.
Toen we met het hele gezin voor de feestdagen vanuit Brussel naar Maastricht
reden. In die dagen werd je nog aan de grens gestopt. Mijn vader had aan die
grens gestaan als marechaussee, dus die dacht dat hij zich wel een grapje kon
permitteren. En er werd aan hem gevraagd, 'heeft u iets aan te geven'? Mijn
vader zei, en de kinderen zaten écht afgeladen, klem tussen de cadeaus en tassen
in, toen zei hij: 'ja, een pakje pudding'. Toen mochten we de hele auto
uitladen. En dat heeft wel een uur geduurd. Voor mijn kinderen is dit verhaal
absurd, want wij gaan nu in Luik een hapje eten, in Maasmechelen naar het
outlet-centrum en in Aken naar de boekhandel. En dat allemaal met één munt. Dat
soort fysieke barrières zijn dus weg.
Tegelijkertijd constateer ik dat de mensen in Limburg Hollandser zijn
geworden, en minder Rijnlands. En de mensen in het Duitse Rijnland zijn Duitser
geworden, minder Rijnlands. Vlaamse Limburgers zijn Vlaamser geworden, minder
Limburgs. Dus cultureel zijn de grenzen sterker geworden dan die in het verleden
waren. Dat vind ik toch wel een interessante paradox. Wij denken namelijk
meestal in termen van fysieke grenzen. Maar de culturele grenzen, vooral onder
invloed van de televisie, zijn er wel degelijk. Wij weten van onze buren over de
grens minder dan onze ouders en grootouders van ze wisten. Dus in die zin moeten
we ons geen illusies maken. Waar ik ook mee wil zeggen dat bijvoorbeeld de
economische oriëntatie, bijvoorbeeld in Limburg, overdreven gericht is op de
Randstad. Op de as Amsterdam-Maastricht. Terwijl de kansen veel meer in een
andere richting liggen. En dan vraag ik mij af waarom die niet worden benut.
Komt dat door regelgeving? Jazeker. Maar ook door een mentale instelling. En
culturele verschillen die groter zijn geworden in plaats van kleiner.
Dus onze klus gaat verder dan alleen maar regelgeving. Gaat verder dan alleen
maar technische zaken. Ik wilde dat even benadrukken omdat we soms maar al te
gemakkelijk zeggen dat er geen grenzen meer zijn. Die zijn er wel degelijk.
U hebt twee bewindslieden voor u, die zoals de minister zei, de komende tijd
echt de nek willen uitsteken. Aan u om te bepalen wat de agenda is. Wij
accepteren dat wij zullen moeten loslaten. Dat 'one size fits all' niet werkt,
en dat Europees commitment, voornamelijk mijn klus, erg belangrijk is om
resultaten te halen. En zoals de Benelux in het verleden een vliegwiel is
geweest voor verdere Europese samenwerking maak ik me sterk dat de
grensoverschrijdende samenwerking zowel met Duitsland en België een vliegwiel
kan zijn voor grensoverschrijdende samenwerking elders in Europa.
Dank u wel.
Ministerie van Buitenlandse Zaken