Provincie Noord-Holland

Datum

30-1-2008

Onderwerp

Ondergronds tracé Zuidtangent via Houtplein kansrijk

Nieuwsredactie

Een ondergrondse verbinding voor de Zuidtangent in Haarlem is maatschappelijk, ruimtelijk, vervoerskundig en technisch haalbaar. Een tracé vanaf de Schipholweg via het Houtplein en het centrum naar het NS-station, zou het meest doelmatig en kansrijk zijn. Dit is de conclusie van de eindrapportage van de Tunnelstudie, waartoe de gemeente Haarlem en de provincie Noord-Holland opdracht gaven. In het onderzoek is nauw samengewerkt met marktpartijen, belangengroeperingen, ondernemers en bewoners uit de stad. Het college van Gedeputeerde Staten en het college van B&W hebben ingestemd met de conclusie en stellen Provinciale Staten en de gemeenteraad voor de voorkeursvariant nader uit te werken. Met deze conclusie wordt door provincie en gemeente gezamenlijk een ambitie voor de toekomst uitgesproken. Het voorstel betreft geen besluit tot aanleg maar een besluit tot verder onderzoek van de voorkeursvariant (vervolgstap). Met andere woorden, het betreft hier géén go / no-go beslissing voor een tunnel.

Aanleiding voor de studie is de onder druk staande bereikbaarheid van de stad en de regio. Haarlem wil de functie die het vervult als dé regionale hoofdstad van Zuid-Kennemerland behouden en versterken. Een goede bereikbaarheid is vanwege de verbondenheid met de regio essentieel. Haarlem wil daarom alert reageren op bijvoorbeeld teruglopende bezoekersaantallen in de binnenstad en een relatief geringe economische groei. Tegelijkertijd werken veel Haarlemmers in de economische centra buiten Haarlem als de IJmond, Schiphol en de Zuidas. Tevens is het van belang een adequaat antwoord te formuleren op de groei van het aantal woningen in Haarlem en, meer nog, in de regiogemeenten. In toenemende mate zijn deze nieuwe bewoners afhankelijk van de bereikbaarheid en ontsluiting van Haarlem. Investeren in bereikbaarheid is veiligstellen van de toekomst van Haarlem. Met de Zuidtangent beschikt Haarlem weliswaar over een hoogwaardige openbaar-vervoerverbinding, maar zodra deze de stad binnenrijdt, loopt de lijn vast en is er van snelheid en betrouwbaarheid geen sprake meer.
De provincie ziet de ondergrondse verbinding daarom ook als een belangrijke schakel in het regionale netwerk hoogwaardig openbaar vervoer, waar de Zuidtangent onderdeel van uitmaakt. Samen met andere overheden wil de provincie hiermee een goed alternatief te bieden voor de auto, door bussen vaker te laten rijden en zo veel mogelijk vrije doorgang te bieden (bijvoorbeeld door vrijliggende busbanen). De provincie heeft een bedrag van 100 miljoen beschikbaar gereserveerd.

Een ondergrondse verbinding: wat levert het op? Een ondergrondse verbinding levert een forse verbetering op van de kwaliteit van het (hoogwaardig) openbaar vervoer: de reistijd binnen de gemeente Haarlem wordt aanzienlijk bekort, terwijl betrouwbaarheid en comfort sterk verbeteren. Daarnaast kan het aantal busritten door de stad fors afnemen. Voor het milieu en de leefbaarheid in de binnenstad is dat grote winst. Met een ondergrondse Zuidtangent en een vloeiende overstapmogelijkheid op (onder) het Houtplein zullen minder regionale bussen nodig zijn. Dit betekent dagelijks honderden busritten minder door de stad. Stadslijnen voor de lokale vervoerbehoefte blijven uiteraard in stand en worden waar nodig aangevuld.
De aanleg leidt tot een aanzienlijke versterking van de economische structuur van Haarlem. De stad en de regio worden beter bereikbaar. Een ondergrondse verbinding schept bovengronds ruimte voor andere functies en biedt daarmee kansen voor een kwalitatief hoogwaardiger inrichting van de openbare ruimte en (her)ontwikkeling bij de haltelocaties.
Met een ondergrondse verbinding komen bovendien o.a. een snelle OV-verbinding van Haarlem naar de IJmond en naar de Amsterdamse Zuidas (via de mogelijk toekomstige 2e terminal van Schiphol) binnen bereik.

Vervolgstappen
Om de ondergrondse verbinding voor hoogwaardig openbaar vervoer in Haarlem te realiseren, moet in een vervolgstap een aantal randvoorwaarden worden ingevuld. Voor draagvlak en met het oog op financiering is steun van publieke partijen landelijk en regionaal onontbeerlijk. In dit stadium zijn de kosten voor de voorkeursvariant slechts heel globaal te bepalen. De huidige inschatting varieert van 500 tot 800 miljoen euro. In dit stadium is nog niet in een gemeentelijke bijdrage voorzien. Of en hoe dat mogelijk wordt, zal onderdeel moeten gaan worden van het onderzoek naar een haalbare business case.
Daarnaast zal de voorkeursvariant nader uitgewerkt moeten worden. Bij een uiteindelijke keuze voor de variant, weegt de economische potentie van de variant zeer zwaar. Daarnaast moet een keuze worden gemaakt voor gebruik van de tunnel door bus of tram of beide. De locatie van de centrumhalte moet worden bepaald en de haltelocaties (Schipholweg, Houtplein, centrum en stationsomgeving) nader uitgewerkt. Pas als deze vervolgstappen zijn uitgezocht, is er inzicht in de termijn waarop een eventuele aanleg wordt gerealiseerd. Een eventuele bouw zal op zijn vroegst in 2012 van start gaan. Met een bouwtijd van zon vijf jaar zou dit betekenen dat de tunnel in 2017 operationeel is. Alvorens deze vervolgstappen te kunnen nemen zullen Provinciale Staten en de gemeenteraad goedkeuring moeten verlenen. Naar verwachting zullen deze in maart het voorstel bespreken.