European Union



Brussel, 31 januari 2008

"Persoonlijke adoptietaal" bevorderlijk voor meertaligheid en interculturele dialoog, aldus de EC-groep van intellectuelen

De Groep van intellectuelen die in het leven werd geroepen om de Commissie te adviseren over de bijdrage van meertaligheid aan de interculturele dialoog , heeft vandaag aan commissaris Orban haar verslag met de titel "Een heilzame uitdaging" uitgebracht. In het kader van het Europees Jaar van de interculturele dialoog 2008 komt de groep, onder voorzitterschap van Amin Maalouf, met voorstellen over hoe talen de interculturele dialoog en het wederzijds begrip kunnen bevorderen, waarbij zij een duidelijke relatie legt tussen taalverscheidenheid en Europese integratie. Deze conclusies moeten stof geven voor de discussie op de eerste ministerconferentie ooit over meertaligheid, die op 15 februari zal plaatsvinden. De groep richt zich vooral op burgers met een "tweede moedertaal", ook "persoonlijke adoptietaal" genoemd, waarmee zij zich om persoonlijke of beroepsredenen identificeren.

"De door de Groep van intellectuelen bepleite benadering zal het startschot geven voor de discussie in dit jaar van de interculturele dialoog", aldus commissaris Leonard Orban. "De voorstellen sluiten aan bij de in 2002 in Barcelona door de Europese staatshoofden en regeringsleiders geuite wens om in het Europese onderwijs het concept 'moedertaal plus twee' te introduceren. Een goede kennis van andere talen bouwt bruggen en bevordert het begrip tussen culturen."

De persoonlijke adoptietaal is voor een groeiend aantal EU-burgers die zich in hun persoonlijke, culturele of beroepsleven met een andere taal identificeren, al realiteit.

Uit de voorstellen kunnen twee hoofdpunten worden uitgelicht:
1. De bilaterale betrekkingen tussen de EU-landen moeten bij voorkeur verlopen in de talen van de twee betrokken landen, en niet in een derde taal. Elke taal moet in elk land over voldoende competente sprekers beschikken.

2. De EU moet het concept van een "persoonlijke adoptietaal" promoten, die moet worden gezien als een "tweede moedertaal", en iedere Europeaan moet worden gemotiveerd om er een te leren. Die moet deel uitmaken van het opleidings- en beroepscurriculum van iedere Europese burger. Tijdens het leren van die taal moet men zich tevens vertrouwd maken met de geschiedenis, cultuur en literatuur die met die taal verbonden zijn. Deze adoptietaal is normaal gesproken niet de internationale voertaal.

Deze punten werden ingegeven door een aantal praktische overwegingen:
1. De immigratie heeft toenemende gevolgen voor het politieke, economische, sociale en intellectuele leven in Europa. Voor immigranten zal de persoonlijke adoptietaal normaal gesproken de taal zijn van het land waar zij besloten hebben zich te vestigen.
2. De EU-burgers zouden moeten worden aangemoedigd de talen van immigranten van buiten de EU te leren.

3. Voor die Europeanen wier moedertaal een dominerende positie in de wereld inneemt, is de verwerving van een persoonlijke adoptietaal van bijzonder belang om te voorkomen dat zij zich in eentaligheid opsluiten.

4. Om ervoor te zorgen dat deze taalverscheidenheid in stand wordt gehouden, zouden de landen een gemeenschappelijke organisatie in het leven moeten roepen die ermee wordt belast de kennis van elkaars taal en cultuur te bevorderen.

Het volledige verslag van de Groep van intellectuelen voor de interculturele dialoog is in 22 talen beschikbaar op:

http://ec.europa.eu/education/policies/lang/languages_en.html

Zie voor meer informatie over de talen in de EU:

http://europa.eu/languages/
---

Zie IP/07/972 van 29 juni 2007