Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Brief aan Tweede Kamer over dubbelfuncties HEC en ICTU
30 januari 2008
Naar aanleiding van het besluit van de Kamer een spoeddebat te houden
over de
"dubbelfuncties HEC en ICTU" schets ik u in deze brief enige
achtergronden.
De casus die de aanleiding vormt voor het spoeddebat, de aanbesteding
van een aantal mantelovereenkomsten door de stichting ICTU, heeft
geheel conform de Europese richtlijnen plaatsgevonden. Dit wordt door
niemand betwist.
Een deel van de mantelovereenkomsten is mede gegund aan de stichting
HEC. De suggestie is gewekt dat door de dubbelfuncties van
bestuursleden van de stichting HEC en de stichting ICTU sprake is
geweest van belangenverstrengeling. Deze suggestie wijs ik krachtig
van de hand. Allereerst is de persoonlijke integriteit van de
secretaris-generaal van BZK voor mij boven elke twijfel verheven.
Bovendien heeft de concrete beoordeling van de offertes plaatsgevonden
door multidisciplinaire teams van werknemers en niet door leden van
het bestuur van de stichting ICTU. Het bestuur staat immers op afstand
van de dagelijkse gang van zaken en stuurt op hoofdlijnen. Het is de
professionaliteit van de medewerkers van HEC geweest die er toe heeft
geleid dat aan HEC de genoemde mantelcontracten zijn gegund.
De stichting ICTU (opgericht in 2001) is een belangrijke partij in het
veld van de e-overheid. Ze ontwikkelt een substantieel deel van de
e-overheid-software. Dit maakt een goede vertegenwoordiging van het
BZK-belang in het bestuur noodzakelijk. Daarom is in de
oprichtingsstatuten van ICTU bepaald dat er altijd twee BZK-ambtenaren
qualitate qua in het stichtingsbestuur zitting dienen te hebben.
Binnen het bestuur zijn afspraken gemaakt over de wijze van handelen
indien zich potentiële belangenverstrengeling zou voordoen.
Ook de stichting HEC is een belangrijke partij in het veld van de
e-overheid. De stichting HEC is een onafhankelijke expert, die aan de
overheid professionele adviesdiensten levert op het snijvlak van
bestuur en ICT. Bij de oprichting van de stichting in 1988 is
statutair vastgelegd dat de minister van BZK verantwoordelijk is voor
de benoeming van drie bestuursleden, waarvan één expliciet als
vertegenwoordiger van het ministerie van BZK. Door deze
vertegenwoordiging wordt bewerkstelligd dat er in het bestuur
voldoende voeling met de actuele beleidsontwikkeling blijft. Ter
voorkoming van mogelijke belangenverstrengeling dienen de leden van
het HEC bestuur een protocol te ondertekenen, waarin onder andere
staat dat ze geen bemoeienis met concrete adviesopdrachten zullen
hebben.
Gelet op bovenstaande ben ik in de volstrekte overtuiging dat de
dubbelfuncties van bestuursleden van de stichting HEC en de stichting
ICTU niet hebben geleid tot belangenverstrengeling.
DE STAATSSECRETARIS VAN BINNENLANDSE ZAKEN EN KONINKRIJKSRELATIES,
drs. A.Th.B. Bijleveld-Schouten
Naar boven
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties