Ministerie van Buitenlandse Zaken

Beantwoording vragen van het lid Van der Staaij over persbericht vondst kaliumnitraat op de Westelijke Jordaanoever

31-01-2008 | Kamerstuk | Nederlands Ministerie van Buitenlandse Zaken

Graag bieden wij u hierbij de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van der Staaij inzake een persbericht over de vondst van kaliumnitraat in zakken met EU-opdruk op de Westelijke Jordaanoever. Deze vragen werden ingezonden op 8 januari 2008 met kenmerk 2070807720.

De minister van Buitenlandse Zaken,De minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

drs. M.J.M. Verhagen drs. A. G. Koenders

Antwoord van de heer Verhagen, minister van Buitenlandse Zaken, en de heer Koenders, minister voor Ontwikkelingssamenwerking, op vragen van het lid Van der Staaij (SGP) inzake een persbericht over de vondst van kaliumnitraat in zakken met EU opdruk in de Palestijnse Gebieden.

Vraag 1

Hebt u kennisgenomen van het bericht dat het Israëlische leger beslag heeft gelegd op verschillende tonnen explosieve chemicaliën, die verpakt waren als EU-hulpmateriaal ten behoeve van de Palestijnen in Gaza? 1)

Antwoord

Ja.

Vraag 2

Hoe valt te verklaren dat dergelijk explosief materiaal, dat terroristen onder meer gebruiken voor aanslagen op Israel met raketten, kon worden binnengesmokkeld onder het mom van EU-hulp?

Vraag 3

Is het vaker voorgekomen, dat explosief materiaal o.i.d. is gevonden, dat is verpakt in dergelijk EU-materiaal? Zo ja, welke consequenties zijn daaraan toen verbonden?

Vraag 4

Welke waarborgen zijn er om te voorkomen dat dergelijk EU-verpakkingsmateriaal wordt misbruikt voor onder meer terroristische doeleinden?

Vraag 5

Bent u bereid om dit zeer betreurenswaardige incident aan te kaarten in EU-verband en erop aan te dringen dat al het mogelijke wordt gedaan om dit in d e toekomst te voorkomen?

Antwoord

De Israëlische autoriteiten hebben de vondst van kaliumnitraat, zoals vermeld in het bericht waaraan wordt gerefereerd, bevestigd. Kaliumnitraat kan gebruikt worden voor meerdere doeleinden, waaronder de productie van kunstmest. Omdat het ook gebruikt kan worden als grondstof voor explosieven heeft de Israëlische regering de stof verboden in de Gazastrook en op de Westelijke Jordaanoever.

De EU heeft kort na publicatie van het bericht over de vondst een verklaring afgegeven waarin duidelijk wordt gemaakt dat het nitraat dat is gevonden op geen enkele wijze gerelateerd kan zijn aan EU-hulp. EU-voedselhulp voor de Palestijnse Gebieden wordt uitsluitend verstrekt via UNRWA en het World Food Programme (WFP). Beide organisaties moeten er zorg voor dragen dat de verstrekte hulp, naast het logo van de Europese Commissie, ook de logo's van UNRWA en WFP draagt. De laatste twee elementen ontbraken op de zakken die zouden zijn onderschept.

De Israëlische autoriteiten hebben de EU noch UNRWA benaderd naar aanleiding van het bericht. Bovendien heeft het Israëlische ministerie van Buitenlandse Zaken de Nederlandse ambassade in Tel Aviv gemeld dat Israël de EU geen enkel verwijt maakt met betrekking tot deze kwestie.

De feiten zoals die mij nu bekend zijn geven geen aanleiding voor het aankaarten van deze specifieke kwestie in EU-verband. Dit laat onverlet dat Nederland voor wat betreft hulp die wordt verstrekt door de EU, maar ook wat betreft bilaterale hulp, voortdurend alert is op het gevaar dat hulp in verkeerde handen terecht komt. Ook geeft een en ander aan dat alertheid en controle ten aanzien van het voorkomen van wapensmokkel of de smokkel van materieel ter productie van explosieven noodzakelijk is en blijft.


1) Ynetnews.com, 31 December 2007

* Ministerie van Buitenlandse Zaken

* Bezuidenhoutseweg 67

* Postbus 20061

* 2500 EB Den Haag

* Tel.: 070-3 486 486

* Fax: 070-3 484 848

* Internet: www.minbuza.nl