Ingezonden persbericht


PERSBERICHT

Meppel, 31 januari 2007

Integratie en kwaliteit van leven van mensen
met Downsyndroom kunnen niet zonder AWBZ

Reactie op advies RVZ `Beter zonder AWBZ ?'

De Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) heeft op 31 januari 2008 in Den Haag een advies aan de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport gepresenteerd met als titel `Beter zonder AWBZ ?'. De SDS was aanwezig bij de presentatie van het advies en heeft op hoofdlijnen onderstaande reactie gegeven. De SDS constateert dat de RVZ tijdens de presentatie zelf heeft aangegeven dat de plannen voor overheveling van de AWBZ naar ZWV en WMO voor mensen met een verstandelijke beperking grote risico's met zich mee brengen. De bezorgdheid van de SDS op dit punt werd gedeeld door vertegen- woordigers van andere patiëntenorganisaties en de Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie (NPCF).
Samen met vertegenwoordigers van drie andere patiëntengroepen heeft de SDS meegewerkt aan het adviestraject over de toekomst van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ). Het meest vergaande toekomst- scenario is de afschaffing en volledige overheveling van zorg naar de Zorgverzekeringswet (ZVW) en de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO).

De SDS onderschrijft met kracht de bij de presentatie herhaalde conclusie van de RVZ dat voor bepaalde patiëntengroepen, vooral in de gehandicaptensector, het eindresultaat van afschaffing en overheveling van de AWBZ, waarschijnlijk slechter zal zijn. De SDS waardeert het dat de RVZ onderzoek heeft gedaan naar de behoeften van mensen met een verstandelijke beperking en de risico's die voor hen zijn verbonden aan aanpassingen of afschaffing van de AWBZ ­ en waardeert het bij dit onderzoek te zijn betrokken.

In de visie van de SDS zijn de continuïteit en (rechts)zekerheid van de ondersteuning en begeleiding die mensen met Downsyndroom gedurende hun hele leven nodig hebben, bij de bedoelde overheveling uiterst onzeker. Om deze reden staat voor de SDS vast dat deze er niet op vooruit zullen gaan. Sterker nog: Afschaffing van de AWBZ en overheveling van zorg brengt voor deze groep ­ en voor de gehele groep mensen met een verstandelijke beperking ­ grote en onaanvaardbare risico's met zich mee.

Niet voor niets spreekt het RVZ-advies in dit geval over een nachtmerriescenario en worden verschillende risico's hiervan geschetst. De AWBZ geeft recht op zorg. Deze (rechts)zekerheid is bij een eventuele overgang naar de ZVW en de WMO beslist niet gegarandeerd. Om alleen de meest in het oog lopende risico's aan te stippen: Nieuwe afhankelijkheid van de inhoud van de basisverzekering, van het (toelatings)beleid van een zorgverzekeraar (ZVW) en van (financieel) gemeentelijk beleid (WMO). Voorkeursbeleid van gemeenten. Levensgrote kans op willekeur, rechtsonzekerheid en -ongelijkheid tussen de verschillende zorgverzekeraars en gemeenten van Nederland. Om nog maar te zwijgen van het ontbreken van garanties voor kwalitatief goede hulpverlening als de zorgverzekeraars en gemeenten ieder voor zich autonoom het inkoopbeleid gaan bepalen.

De SDS beantwoordt de centrale vraag `Beter zonder AWBZ ?' voor mensen met Downsyndroom, zonder nuance met een krachtig: Nee ! De AWBZ is nog hard nodig voor het waarborgen en de verdere verbetering van de integratie en de kwaliteit van leven van mensen met Downsyndroom. In de woorden van de RVZ zelf `De AWBZ voorziet bepaalde groepen patiënten van betrouwbare en op de behoefte afgestemde zorg van voldoende omvang en kwaliteit'. De SDS relativeert wel dat er nog veel verbeterd moet worden aan de AWBZ. Niettemin heeft de SDS een sterke voorkeur voor continuering van de AWBZ boven afschaffing en overheveling. Met andere woorden: De SDS wil de AWBZ niet afschaffen maar verbeteren, bijvoorbeeld door een sterke en broodnodige vereenvoudiging van de indicatiestelling.

De RVZ adviseert om de AWBZ op te heffen zodra de zorgverzekering en de WMO goede zorg en ondersteuning kunnen bieden aan mensen met een chronische beperking. Aan deze voorwaarde die de RVZ terecht stelt, kan echter in de verste verte nog niet worden voldaan. Op dit moment is er geen enkel reëel perspectief dat via de zorgverzekering en de WMO goede zorg en ondersteuning voor mensen met Downsyndroom gewaarborgd kan worden.

Integendeel: De SDS vreest dat een nieuwe stelselwijziging voor een nieuwe periode van grote onrust en spanning zal leiden voor mensen met Downsyndroom, hun ouders, leerkrachten, begeleiders en anderen die bij hen betrokken zijn. De RVZ schetst niet voor niets enkele belangrijke bedreigingen van een stelselwijziging: onzekerheid door verandering bestaande relaties, procedures en afspraken; tussentijds stranden van de veranderingsoperatie en het gevaar dat (doordat voor de kosten van de verandering zelf onvoldoende geld wordt uitgetrokken) de stelselwijziging ontaardt in een botte bezuinigingsoperatie waarbij ingeleverd moet worden op de zorg, begeleiding en ondersteuning zelf. Daar moet de SDS zelf nog aan toevoegen dat bij overheveling niet te ontkomen zal zijn aan nieuwe afbakeningsdiscussies tussen zorgverzekeraars en gemeenten.

De SDS is - anders dan de RVZ - van opvatting dat de AWBZ wel noodzakelijk is om de in de afgelopen decennia met veel inzet opgebouwde integratie en kwaliteit van leven van mensen met Downsyndroom niet verder in de gevarenzone te laten komen. Voor mensen met Downsyndroom - en in feite voor alle mensen met een verstandelijke beperking - opteert de SDS uitdrukkelijk voor de AWBZ, eventueel te vervangen door een nieuwe landelijke wettelijke regeling die inhoudelijk equivalent is, oftewel een rijksregeling, aldus de RVZ. Er dient een verzekerd recht op zorg te blijven. De sociale ontwikkeling en integratie in de (reguliere) samenleving van mensen met Downsyndroom en van alle mensen met een verstandelijke beperking is voor een belangrijk deel direct afhankelijk van de zorg uit de AWBZ. Dit maakt hen tot een uiterst kwetsbare groep die niet blootgesteld mag worden aan de zoveelste stelselwijziging.

Het advies van de RVZ om de organisatie van de zorg te verbeteren door o.a. met prioriteit een zorg-keten te ontwikkelen en een goed functionerende eerste lijn tot stand te brengen, kan rekenen op enthousiaste bijval van de SDS.

Voor verdere vragen over dit onderwerp kunt u contact opnemen met:

Mw. drs. M.W. Hodes, voorzitter
Tel. 06 5155 0031

Mr. M.J. Slooff, secretaris,
Tel. 06 2417 0323

Ir. E.A.B. de Graaf, senior consultant,
Tel. 06 5321 5511

Rob Goor, hoofdredacteur Down+Up
Tel 06 1323 9788

Stichting Downsyndroom
Hoogeveenseweg 38
Gebouw U
7943 KA Meppel
t (0522) 281337
f (0522) 281799
info@downsyndroom.nl
www.downsyndroom.nl


---- --