Gemeente Leeuwarden

EMBARGO TOT 4 FEBRUARI 2008, 16.45 UUR

Landelijk proefproject voor de mensen die minder kansrijk zijn, gaat van start in Arnhem en Leeuwarden

Tweejarig landelijk proefproject met steun van ministerie voor Sociale Zaken

Mensen aan de onderkant, die de minste kans hebben op een plaats op de arbeidsmarkt, doen straks weer mee aan de maatschappij. Dat is het doel van een project van de gemeenten Arnhem en Leeuwarden. De klant krijgt een coach die hem thuis bezoekt en die samen met hem vanuit zijn mogelijkheden activiteiten onderneemt zodat hij weer aan de slag gaat. Klanten gaan ook in groepen aan het werk om maatschappelijk actief te worden.

Staatssecretaris Aboutaleb van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft Leeuwarden en Arnhem op basis van hun plannen aangewezen als de plaatsen van dit experiment, dat twee jaar loopt. Het ministerie en de beide gemeenten investeren er samen 2,7 miljoen euro in. De staatssecretaris en de wethouders Sociale Zaken: Rita Weeda (Arnhem) en Marco Florijn (Leeuwarden) geven het startsein voor het project tijdens een werkconferentie op 4 februari in Leeuwarden. Landelijk wordt de uitvoering van het project begeleid door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en DIVOSA, de vereniging van sociale diensten.

Het is een zogenoemd Innovatie Programma Werk en bijstand (IPW). Leeuwarden en Arnhem zoeken naar nieuwe manieren om de Wet Werk en Bijstand goed uit te voeren. Daarbij richten ze zich op het begeleiden van uitkeringsgerechtigden naar werk en naar hun actieve deelname aan de maatschappij. Een vorm van participatie in Arnhem is Werken voor de Stad, bijvoorbeeld in het onderhoud van de openbare ruimte. Participatie staat voorop in het IPW-project. Arnhem en Leeuwarden gaan ermee aan het werk in de wijken met de meeste mensen met een uitkering: in Arnhem zijn dat om te beginnen Malburgen en de Geitenkamp, daarna Het Broek, Klarendal en Presikhaaf, in Leeuwarden zijn het Bilgaard en Heechterp-Schieringen.

Het project wordt uitgevoerd binnen de wijken zelf. Beide gemeenten stellen tien coaches aan die bij in totaal 500 mensen per gemeente op huisbezoek gaan. De Arnhemse wethouder Rita Weeda: "Met de klant bespreekt de coach zijn persoonlijke situatie, beperkingen en mogelijkheden, vanuit zijn perspectief. Met hulp van de coach gaat de klant zelf aan de slag. Dat noemen we 'empowerment': mensen ontwikkelen zelf de kracht om de regie over hun leven in eigen handen te nemen. De coach helpt hen daarbij helemaal op weg. Hij staat in contact met werk- en uitkeringsinstanties, het onderwijs, welzijnsinstellingen en woningcorporaties."
Een aantal klanten: 60 tot 80 per gemeente, gaat in groepsverband werken aan het verbeteren van de eigen positie. Wethouder Weeda: "In Arnhem doen we dat in het buurtservice- en participatiecentrum. Dat is een centrum in de wijk, van waaruit de klanten eenvoudige en zinvolle klussen in de wijk en voor mede-wijkbewoners uitvoeren, waarmee zij maatschappelijk actief worden."

Minder mensen in de bijstand

De gemeente Arnhem gaat het aantal bijstandsgerechtigden (nu 6.000) in vier jaar tijd met één kwart terugbrengen, in de wijken met de hoogste aantallen zelfs met 30%. De eerste twee jaar wil Arnhem 800 mensen uit de bijstand halen en 600 nieuwe participatieplaatsen bieden.

De gemeente Leeuwarden zet ook in op 600 participatieplaatsen en over het geheel op 10% minder bijstandscliënten. Het IPW-project richt zich niet alleen op inwoners met een bijstands- of andere uitkering, maar ook op andere inwoners zonder of met een laag inkomen uit betaald werk. De Leeuwarder wethouder Marco Florijn: "Het project met dit experiment biedt ons de mogelijkheid precies in beeld te krijgen wat nodig is om iemand een sterkere maatschappelijke positie te geven. Van uitkering naar werk, van werk naar werk, en als werk niet mogelijk is, dan andere manieren van deelname aan de samenleving zoals vrijwilligerswerk. Met onderwijsinstellingen en werkgevers gaan we vanuit het begrip "persoonlijk leiderschap" kijken wat het beste aanbod is. Persoonlijk leiderschap betekent dat iemand altijd zelf verantwoordelijk is voor het verbeteren van zijn of haar situatie. Dat betekent voor een uitkeringsgerechtigde dat hij de kansen maximaal pakt die er zijn, waarbij de overheid hem wel op zijn verantwoordelijkheden aanspreekt. Tegenover een uitkering staat een zo maximaal mogelijke deelname aan de samenleving. Werk voor wie dat kan, andere vormen van deelname voor wie (nog) niet kan werken." Florijn vervolgt: "Persoonlijk leiderschap staat ook voor (overheids)medewerkers in de wijken die risico's durven nemen en veranderding durven aanjagen. Niet bij de pakken neerzitten als de eigen organisatie, het UWV of het CWI vervalt in bureaucratische argumenten, maar doorbijten en desnoods opschalen! Die ambitie moeten we met zijn allen hebben om mensen uit de bijstand te helpen."

---