BouwNed

Bedrijfsleven en overheid werken beter samen dankzij benchmarks 12-02-2008

Benchmarks zijn het instrument bij uitstek om de samenwerking tussen overheid en bedrijfsleven te verbeteren. Door bestaande benchmarks te combineren en gezamenlijk nieuwe benchmarks te ontwikkelen kunnen beide partijen tot betere prestaties komen. Wel is het daarbij van belang om openheid te betrachten en een gezamenlijke visie te ontwikkelen.

Aldus Elco Brinkman, voorzitter van Bouwend Nederland tijdens het StrategiePlatform Overheid dat eind januari in Zeist werd gehouden. Benchmarking is in de bouw uitgegroeid tot een belangrijk instrument voor bouwbedrijven om hun prestaties te verbeteren. In de afgelopen jaren heeft Bouwend Nederland bijvoorbeeld in samenwerking met het Economisch Instituut Bouwnijverheid een online benchmarksysteem ontwikkeld: www.bouwmaatlat.nl. Aan deze Bouwend Nederland Benchmark nemen jaarlijks 1250 bouw- en infrabedrijven deel. Zij werken met elkaar samen om hun prestaties te vergelijken én verder te verbeteren. Daarnaast wordt vanuit de bouw op dit moment met overheidsopdrachtgevers en klanten gewerkt om prestaties en verbetermogelijkheden inzichtelijk te maken. Met PianOo, Regieraad Bouw, Rijkswaterstaat en de Rijksgebouwendienst wordt samengewerkt binnen het (pilot)project Past Performance. In het kader daarvan worden prestaties van een bouwproject gemeten, vergeleken en besproken. Zo kan de ketensamenwerking en -beheersing ten worden verbeterd.
Met Vereniging Eigen Huis werkt Bouwend Nederland samen binnen de Stichting Klantgericht Bouw. Deze benchmark richt zich op een verbetering van de klantgerichtheid in de sector.

Samenwerken
Tijdens de bijeenkomst stelde Brinkman dat er nog veel winst is te behalen op het terrein van samenwerking tussen bedrijfsleven en overheid. Benchmarking is daar een goed middel voor. Het instrument wordt immers ook binnen veel onderdelen van de overheid al enkele jaren toegepast. Indien overheid en bedrijfsleven meer op dit terrein samenwerken, kan van elkaar worden geleerd waardoor weer beter kan worden gepresteerd.
Overheid en bedrijfsleven zouden er dan ook wijs aan doen bestaande benchmarks meer te combineren. Ook zouden zij gezamenlijk nieuwe benchmarks kunnen ontwikkelen. Hierbij is openheid en een gezamenlijke visie van beide partijen van groot belang. Gezamenlijke benchmarks zullen bovendien op neutraal terrein ontwikkeld moeten worden. Het valt te overwegen om hier een gezamenlijke stichting voor in het leven te roepen.
Met name op het gebied van administratieve lasten ziet Bouwend Nederland mogelijkheden. De overheid beschikt al over veel informatie. De uitdaging is om deze verzamelde informatie éénmalig uit te vragen om zo administratieve lasten te beperken.
Het CBS speelt hier al actief op in, in reactie op een in de Tweede Kamer aangenomen motie. Daarin wordt gevraagd de verplichte statistische uitvraag door het CBS bij het MKB te laten vervallen. Het CBS wil hier invulling aan geven door benchmarkinformatie aan ondernemers te verstrekken, een enquêtevakantie in te richten en gegevens van bijvoorbeeld de Belastingdienst te gebruiken. Bezien wordt of de gegevens die het CBS krijgt aangeleverd ook gebruikt kunnen worden voor de Bouwend Nederland Benchmark. Zo zijn er veel meer terreinen te vinden waarop het devies "samen, slimmer, sneller" van toepassing is. Het is de uitdaging voor zowel het bouwend bedrijfsleven als de overheid om daar maximaal gebruik van te maken.