Partij voor de Dieren
12-02-2008
Megastallen gevaar voor volksgezondheid, slecht voor milieu en dieren
schieten er niets mee op
Rapport bevestigt vrees Partij voor de Dieren: mens, dier, natuur en
milieu zullen schade ondervinden van varkensflats en kippentorens
Den Haag, 12 februari 2008 - Een gezamenlijk advies van het Milieu- en
Natuurplanbureau, de Raad voor Dieraangelegenheden, het Rijksinstituut
voor Volksgezondheid en Milieu en de Raad voor het Landelijk Gebied
over de effecten van megastallen wijst uit dat milieu, natuur en
volksgezondheid schade kunnen ondervinden van grootschalige
veehouderijbedrijven. Bovendien zal het dierenwelzijn niet worden
verbeterd. Het advies is opgesteld op verzoek van de Tweede Kamer, die
de gevolgen van megastallen voor het welzijn van dieren, het milieu,
de volksgezondheid en natuur in kaart wilde laten brengen. Het rapport
wordt vanmiddag gepresenteerd.
Marianne Thieme: `Het is geen garantie dat dieren het beter zullen
hebben in een varkensflat of kippentoren, maar het wordt wel vaak als
lokkertje gebruikt. Juist bij dit soort megalomane projecten waar
winstbejag en lage kosten leidend zijn, zullen dieren weer het
onderspit delven. En niet alleen dieren. Wij maken ons grote zorgen
over de gevaren voor de volksgezondheid. Grote concentraties dieren
vormen een verhoogd risico op ziekten zoals vogelpest, Q-koorts, MRSA
en stafylokokken die ook gevaarlijk kunnen zijn voor mensen. De Partij
voor de Dieren heeft er daarom expliciet op aangedrongen
gezondheidsaspecten mee te nemen in de adviesaanvraag van de Tweede
Kamer.'
Er zijn momenteel 60 plannen voor megabedrijven en veel omwonenden,
huisartsen en bezorgde burgers maken bezwaar tegen deze megabedrijven
waarin vele tienduizenden dieren zullen worden gehouden. Zij vrezen
gevaren voor de gezondheid, aantasting van het milieu en overmatige
geluidshinder. De Partij voor de Dieren deelt deze zorg en heeft ook
grote twijfels over de mate van dierenwelzijn in deze bedrijven.
In het rapport bevestigen de onderzoeksinstituten de vrees van burgers
en de Partij voor de Dieren. Zij stellen dat in de naaste omgeving van
nieuwe bedrijven de uitstoot van stank en fijnstof zal toenemen, dat
de ammoniakuitstoot schadelijk zal zijn voor de natuur in de omgeving
en dat het landschap verder zal worden aangetast. Ook schrijven zij
dat megabedrijven een bron vormen van infectieziekten die voor mensen
gevaarlijk zijn en dat allerlei ingewikkelde maatregelen genomen
moeten worden om de risico's voor de volksgezondheid te verkleinen.
Deze conclusie werd al eerder getrokken door de
Wereldvoedselorganisatie (FAO). De Raad voor Dieraangelegenheden
concludeert dat het voor een varken of kip niet uitmaakt of zij op een
gangbaar groot bedrijf of megabedrijf wordt gehouden. De mate van
dierenwelzijn is afhankelijk van de verstrekte verzorging en die
verschilt van bedrijf tot bedrijf.
Marianne Thieme: `het is duidelijk dat megabedrijven geen enkel
maatschappelijk belang dienen. Het dierenwelzijn blijft net zo beroerd
als nu het geval is, terwijl de samenleving vraagt om juist nu een
grote stap te zetten naar een beter leven voor dieren. Deze
megabedrijven vormen zelfs een gevaar voor de volksgezondheid.
Varkensflats en kippentorens vullen alleen de portemonnee van de grote
ondernemers die letterlijk over de ruggen van dieren en ten koste van
gezinsbedrijven hun geld verdienen. Voor zo'n veehouderij is wat de
Partij voor de Dieren betreft geen plek in Nederland. De
industrialisering van het platteland moet een halt worden
toegeroepen.'