Unicef vraagt 856 miljoen dollar voor hulp aan vrouwen en kinderen in crisisgebieden
12 februari 2008, Den Haag - Unicef publiceert vandaag haar Humanitarion Action Report 2008, dat aandacht vraagt voor de vrouwen en kinderen die lijden onder de gevolgen van noodsituaties in 39 landen. Unicef heeft 856 miljoen dollar nodig om noodhulp te kunnen verlenen.

Onder de landen die kampen met een crisis zijn Tsjaad en Kenia, die recentelijk te maken kregen met politieke onrust waardoor tienduizenden mensen huis en haard hebben moeten verlaten. Maar ook langlopende conflicten die de kranten niet meer halen komen in het rapport aan bod, net als de landen die lijden onder de gevolgen van natuurrampen, zoals Mozambique dat te maken heeft met ernstige overstromingen.

In het rapport staat welke hulp Unicef biedt en hoeveel geld er nodig is om vrouwen en kinderen in deze landen te kunnen helpen. Het gaat in totaal om een bedrag van 856 miljoen dollar.

300.000 ontheemden in Kenia "Als gevolg van de crisis in Kenia zijn 300.000 mensen ontheemd geraakt. Ongeveer de helft van hen is kind. Unicef schat dat ongeveer 80.000 van hen jonger zijn dan vijf jaar. In Tsjaad is wat minder duidelijk hoe de zaken ervoor staan, maar men denkt dat van de 52.000 burgers die op de vlucht zijn er 30.000 dringend hulp nodig hebben. Unicef zorgt voor noodhulp op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs en voeding," zei Hilde Johnson, vice-directeur van Unicef Internationaal, tijdens de presentatie van het rapport in Genève.

Meisje in Rusland. Unicef richt zich hier en in Centraal- en Oost-Europa op het beschermen van kinderen. Foto: UNICEF/HQ04-1063/Pirozzi
Meisje in Rusland. Unicef richt zich hier en in Centraal- en Oost-Europa op het beschermen van kinderen. Foto: UNICEF/HQ04-1063/Pirozzi

Unicef heeft 150 miljoen dollar nodig voor Sudan. Het land maakt aan de ene kant herstel en ontwikkeling door, aan de andere kant is er voor grote delen van de bevolking sprake van een almaar voortdurende lijdensweg. In de Sudanese regio Darfur zijn 2,1 miljoen mensen op de vlucht voor geweld, maar het conflict beperkt zich niet alleen tot dit gebied. Het heeft gevolgen voor landen in de hele regio, waaronder de Centraal-Afrikaanse Republiek en Tsjaad waar grote aantallen vluchtelingen uit Darfur verblijven. Hier hebben duizenden kinderen hulp en bescherming nodig.

Het Humanitarian Action Report vestigt ook de aandacht op de erbarmelijke levensomstandigheden van vrouwen en kinderen in landen en regio's die niet kunnen rekenen op grote belangstelling van de rest van de wereld. In West-Afrika zijn bijna een miljoen mensen door conflicten ontheemd geraakt. De levens van kleine kinderen worden hier door ondervoeding bedreigd. In de Democratische Republiek Congo, waarvoor Unicef 106 miljoen dollar vraagt, is ruim de helft van het aantal sterfgevallen onder kinderen jonger dan vijf jaar toe te schrijven aan ondervoeding.

Seksueel geweld als wapen Een andere zorgwekkende ontwikkeling is dat vrouwen en kinderen in toenemende mate het slachtoffer worden van systematische verkrachtingen. Gewapende groeperingen gebruiken seksueel geweld steeds vaker als oorlogswapen.

Het rapport laat zien dat conflicten en natuurrampen vaak tegelijkertijd plaatsvinden. De gevolgen van de ene ramp versterken de gevolgen van de andere. Dat gebeurt bijvoorbeeld in Kenia, waar delen van de bevolking al te lijden hadden onder aanhoudende droogte en de aidsepidemie, toen na de verkiezingen van eind vorig jaar politieke rellen uitbraken die voor nog meer ellende zorgden.

Toch is bij een aantal rampen de hoeveelheid slachtoffers lager uitgevallen dan bij vergelijkbare rampen die eerder plaatsvonden. Dit komt doordat de betrokken landen beter voorbereid waren. Cycloon Sidr, die in november 2007 over Bangladesh raasde, eiste circa 1.400 mensenlevens. Dat is nog steeds een onacceptabel hoog aantal, maar tijdens de cyclonen die het land in 1970 en 1991 troffen, kwamen respectievelijk 500.000 en 140.000 mensen om het leven. Bangladesh is tegenwoordig dus beter in staat om met dit soort natuurrampen om te gaan.

Ondervoed jongetje in de Centraal-Afrikaanse Republiek. Foto: UNICEF/HQ06-2583/Kamber Ondervoed jongetje in de Centraal-Afrikaanse Republiek. Foto: UNICEF/HQ06-2583/Kamber

Geleerd van tsunami

Volgens het rapport zijn er lessen getrokken uit de tsunami van 2004. Partijen die bij rampen zijn betrokken - overheid, hulporganisaties en gemeenschappen - moeten op alle niveau's met elkaar samenwerken. De financiering van noodhulp via het in 2006 opgerichte 'Central Emergency Response Fund' (CERF) zorgt ervoor dat VN-hulporganisaties sneller in actie kunnen komen. Iedereen moet voorbereid zijn op eventuele rampen. Ook gemeenschappen zelf moet worden geleerd wat de voorbodes van natuurrampen zijn.

"De ervaring heeft ons geleerd dat gemeenschappen gewapend moeten worden met kennis en vaardigheden, zodat ze zich beter kunnen voorbereiden op een ramp en beter met de gevolgen kunnen omgaan," aldus Johnson. "Daarom zijn samenwerkingsverbanden tussen gemeenschappen, overheden, VN-organisaties, non-gouvernementele organisaties en de private sector van cruciaal belang. Niet alleen om ervoor te zorgen dat hulp op de juiste plek terechtkomt, maar ook om levensreddende informatie met elkaar te delen."

Mozambique is hiervan een goed voorbeeld. Voor het tweede achtereenvolgende jaar kampt het land met ernstige overstromingen. Nadat de autoriteiten de bevolking in de getroffen gebieden opriepen om die te verlaten, bundelden hulporganisaties hun krachten zodat noodhulpgoederen tijdig klaar stonden voor distributie. Op deze manier konden 95.000 mensen die door de overstromingen ontheemd waren geraakt (voornamelijk vrouwen en kinderen), snel worden geholpen.

52 procent gefinancierd
Vorig jaar heeft Unicef 52 procent van de gevraagde financiering voor noodhulp rond gekregen, doordat er wat meer geld is binnengekomen. Dit is mede te danken aan het financieringssysteem CERF. Unicef hoopt dat de samenwerking met donoren en partners leidt tot een nog grotere verbetering van de voorbereiding en respons in het geval van rampen.

Download het rapport (PDF, 14,7 MB)