12 feb 200
8
Onderdeel: Animal Sciences Group
In een quick scan heeft de Animal Sciences Group van Wageningen UR, in
opdracht van de Raad voor het Landelijk Gebied, de state of the art
beschreven rond megabedrijven voor varkens en pluimvee. Megabedrijven
onderscheiden zich op het gebied van milieu, diergezondheid,
dierenwelzijn, volksgezondheid en arbeidsomstandigheden nauwelijks van
reguliere bedrijven. Wel beschikken megabedrijven over meer
economische ruimte om te innoveren en te investeren. Daarmee kunnen ze
versneld vooruitgang in duurzaamheid boeken, bijvoorbeeld door extra
maatregelen in milieu. De beeldvorming van de burger speelt een
belangrijke rol bij de discussie over megabedrijven. Onzekerheden over
de gevolgen van schaalvergroting op bijvoorbeeld dierenwelzijn en
landschappelijke inpassing voeden de discussie over de
maatschappelijke aanvaardbaarheid van megabedrijven.
Effecten op de fysieke omgeving
Zonder technologische toepassing leidt clustering van bedrijven met
meer dieren op een bepaalde locatie tot meer puntbelasting. Door
nieuwe technologische ontwikkelingen hebben megabedrijven echter de
mogelijkheid om veel van de emissies van geur, ammoniak en fijnstof te
reduceren.
Voor mest en mineralen vindt een ontwikkeling plaats naar
mestverwerking (varkens) en in sterkere mate mestverbranding
(pluimvee). Voor de varkenshouderij kunnen technologische
ontwikkelingen nog verder perspectief bieden, met name gericht op
afzet van mestproducten. Aandachtspunt is of de productie van biogas
opweegt tegen de fossiele energie die nodig is om de biogasinstallatie
draaiende te houden.
Vestigingslocatie, logistiek en transport
Op regionaal niveau kunnen megastallen voordelen bieden voor landschap
en milieu. Door een sterkere concentratie van de veehouderij met meer
dieren per locatie kan de omvang elders verminderen, waardoor deze
gebieden worden ontlast. Op lokaal niveau neemt de belasting van de
leefomgeving mogelijk wel toe als gevolg van megastallen. Daarbij gaat
het vooral om de impact van toepassing van technologie en slimme
infrastructuur met optimalisatie van transport van voer en dieren. Dit
is echter niet onderzocht.
Landschapskwaliteit
Megabedrijven hoeven geen problemen op te leveren mits ze zorgvuldig
op nieuwe locaties worden ingepast. De omvang van de bouwkavel kan wel
van invloed zijn op de mogelijkheid de bedrijven goed landschappelijk
in te kunnen passen. Geadviseerd wordt te beschikken over voldoende
ruimte om open elementen/doorkijk te kunnen creëren zodat de
massaliteit afneemt. Aandachtspunt is het sluipend proces van
verstening wanneer nieuwe megastallen of -bedrijven worden gebouwd
zonder dat oude stallen worden afgebroken.
Effecten op mens, dier en volksgezondheid
Mogelijke verschillen hangen vooral af van de ondernemer, de locatie
waar hij bouwt en in welke mate hij/zij daarbij ook maatschappelijke
eisen meeneemt. Bovendien is de kans op uitbraak van een besmettelijke
dierziekte op megabedrijven waarschijnlijk kleiner dan op reguliere
bedrijven omdat megabedrijven minder contact hebben met andere
bedrijven. Wel is de schade groter bij een uitbraak.
Beeldvorming in de samenleving
Het landschap heeft voor de burger een grote cultuurhistorische waarde
waarmee men zich identificeert. Een megabedrijf mag dus geen negatieve
effecten hebben op het landschap. Alle genoemde beelden raken de
burger echter in meer of mindere mate. Daarom leiden megabedrijven tot
maatschappelijke discussie. Ondanks dat de wetenschap eerder positieve
dan negatieve effecten van megabedrijven laat zien, leidt de
maatschappelijke discussie vooralsnog tot een negatief beeld.
Onderzoeksrapport
Rapport 105 'State of the art megabedrijven intensieve veehouderij'
kunt u gratis downloaden via de website www.asg.wur.nl onder
publicaties.