Radboud Universiteit Nijmegen


De zaag in het ooibos, op aanwijzing van Nijmeegse onderzoekers

Op de Ewijkse Plaat en in de Beuningse uiterwaarden worden vanaf 12 februari op een aantal plaatsen de bomen weggehaald in het kader van het project Cyclische Verjonging. Onderzoekers 'ecosysteemgericht waterbeheer' van de Radboud Universiteit spelen een belangrijke rol in dit project.

De Ewijkse Plaat, een uiterwaardengebied in de Waal tussen Nijmegen en Ewijk, is in de afgelopen decennia enkele decimeters opgezand. Bovendien heeft zich op diverse plekken ooibos ontwikkeld. Deze combinatie zorgt voor een verhoging van de lokale hoogwaterstanden met enkele centimeters. Uit veiligheidsoverweging heeft de overheid bepaald dat dit effect teniet moet worden gedaan.

Om de veiligheid te waarborgen maar tegelijkertijd ook de natuur de kans te geven zich te blijven vernieuwen, ontwikkelden de Radboud Universiteit, Ark Natuurontwikkeling, Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer gezamenlijk de beheerstrategie Cyclische Verjonging. Deze visie is verwoord in het handboek 'Cyclisch Beheer in Uiterwaarden'.

Rivier met natuurlijke loop lost het probleem zelf op `We hebben onderzocht hoe de natuur zelf dit probleem oplost', vertelt Emiel Kater van het Centre for Sustainable Management of Resources van de Radboud Universiteit. Hij is projectleider Cyclische Verjonging. `We bekeken rivieren als de Loire en de Allier, die een natuurlijkere loop hebben, met minder kribben, dijken en dammen dan de Waal. Die ruimen eens in de zoveel tijd zelf de overtollige bomen op: ze verleggen hun stromen. Cyclische Verjonging imiteert die aanpak.'

Over de Ewijkse Plaat worden een paar diagonaalgeulen gegraven, waardoor het water de benodigde extra ruimte krijgt. Een flink deel van het bos kan daardoor gespaard blijven, terwijl in de geulen een pioniermilieu ontstaat, waar karakteristieke planten van natuurlijke uiterwaarden straks nieuwe mogelijkheden vinden.

Verbreding van de brug bij Ewijk
Op de Ewijkse Plaat en in de Beuningse uiterwaarden gaat het in totaal om ongeveer 4 hectare bos. Het rooiwerk moet rond half maart 2008 gereed zijn. Het graven van de geulen is gekoppeld aan de verbreding van de brug bij Ewijk, vermoedelijk in 2009 of 2010. Vooruitlopend op het graafwerk wordt de komende weken al het bos in het geultracé verwijderd. Op de onderstaande kaart/luchtfoto zijn de contouren van de toekomstige geulen aangegeven door de lichtblauwe punten.

De lichtblauwe punten geven de toekomstige geulen aan.

Bij wijze van experiment worden de stobben (wortelkluiten) deels uitgegraven en deels uitgetrokken, om te kijken welke methode het meest effectief is. Alleen afzagen van de bomen werkt averechts, omdat de stronk heel snel weer uitloopt en de nieuwe takken de doorstroming van het water weer zouden belemmeren.

Eerder maakten de milieukundigen van het Centre for Sustainable Management of Resources al een plan om ook de uiterwaarden van de Millingerwaard volgens de uitgangspunten van Cyclische Verjonging te beheren. Dat ging ruim een jaar geleden van start. `Over een paar jaar kunnen we zien of de natuur hierdoor inderdaad een nieuwe impuls krijgt', aldus Kater.

Projectpartners: Radboud Universiteit, Rijkswaterstaat, ARK Natuurontwikkeling, Staatsbosbeheer. De werkzaamheden zijn onderdeel van de projecten 'Symbiose tussen Veiligheid en Natuur' (onderzoeksprogramma Leven met Water) en 'Freude am Fluss' (EU-Interreg IIIb)