MER goede basis voor keuze tracé Westfrisiaweg
13-2-2008
Het advies van de Commissie voor de MER bevestigt dat het Milieu
Effect Rapport Westfrisiaweg voldoende informatie bevat om een keuze
te maken voor het voorkeurstracé.
Gedeputeerde Staten hebben besloten dat de aanbevelingen van de
commissie worden overgenomen in het vervolgonderzoek. Dit betekent
onder meer dat in het westelijk deel het traject ten zuiden van
Heerhugowaard nader wordt uitgewerkt of onderbouwd.
Het Milieu Effect Rapport (MER) beschrijft de milieueffecten van de
opwaardering van de Westfrisiaweg. Doel is om deze effecten volwaardig
mee te laten wegen in het besluitvormingsproces over de tracékeuze.
Het rapport heeft vorig jaar ter inzage gelegen. Hierop zijn 111
inspraakreacties bij de provincie binnen gekomen. De Commissie voor de
MER is gevraagd een advies uit te brengen. Bij dit advies zijn ook de
inspraakreacties betrokken.
Alternatieven doorsteek Enkhuizen
Naar aanleiding van de discussie over de positie van de
zaadveredelingsbedrijven is op aanbeveling van de commissie onderzoek
gedaan naar een extra alternatief voor een doorsteek bij Enkhuizen.
Hierbij is gezocht naar een variant die de grond van de
zaadveredelingsbedrijven zou sparen. Dit heeft geleid tot een
doorsteekalternatief direct ten oosten van Stede Broec. De conclusie
van GS is dat bij deze variant de voordelen voor het milieu niet
opwegen tegen de nadelen op het gebied van kosten, consequenties voor
de woningbouw en de gevolgen van doorsnijding van de Bandstad
(verstedelijking van het gebied tussen Hoogkarspel en Enkhuizen). GS
houden dan ook vast aan de doorsteek Hoogkarspel, zoals opgenomen in
het Regioakkoord N23 Westfrisiaweg.
Vervolgonderzoek
De overige aanbevelingen die zijn gedaan door de Commissie voor de
MER., zijn door GS vastgesteld als richtlijnen voor het
vervolgonderzoek. Dat wil zeggen dat de uitwerking hiervan wordt
meegenomen in het op basis van het voorkeurstracé op te stellen
inrichtings-MER. Het gaat onder meer om het uitwerken van de
tracéalternatieven ten zuiden van Heerhugowaard, dan wel te
onderbouwen waarom deze alternatieven niet als reëel kunnen worden
beschouwd. Ook worden bij de uitwerking van het aspect geluid de
mogelijkheden voor een lagere ligging en het nut van een lagere
maximum snelheid bij Hoorn onderzocht.
Besluitvorming
Het huidige MER is één van de bouwstenen om te komen tot een keuze
voor het voorkeurstracé. Afspraken over het voorkeurstracé en de
regionale bijdrage zijn vastgelegd in het Regioakkoord. Inmiddels
heeft bij het grootste deel van de betrokken gemeenten besluitvorming
over het Regioakkoord plaatsgevonden. Op 17 maart nemen Provinciale
Staten hierover een besluit. Na ondertekening van het Regioakkoord
vindt in een inrichtings-MER de gedetailleerde uitwerking plaats van
de milieueffecten van het gekozen tracé. Dit inrichtings-MER maakt
deel uit van de onderbouwing van het eind dit jaar te nemen ruimtelijk
besluit (provinciaal bestemmingsplan).
Nieuwsredactie
Provincie Noord-Holland