Leefbaar Rotterdam

woensdag, februari 13, 2008

Reactie René Schuurman opiniestuk Schrijer

Met verbazing las LR raadslid René Schuurman het opiniestuk van wethouder Schrijer (Zelfs moeilijk plaatsbaren vinden een baan, Volkskrant 5 februari) over de vermeende successen van re-integratietrajecten. Volgens Schrijer heeft Rotterdam de afgelopen 20 maanden door middel van strikte handhaving en een persoonsgericht re-integratiebeleid meer dan 5.000 mensen de bijstand uit geholpen. Een conclusie die de Rekenkamer Rotterdam NIET deelt.

De Rekenkamer Rotterdam heeft vorig jaar een onderzoek uitgevoerd naar aanleiding van een aangenomen motie door de Rotterdamse raad, resulterend in het rapport Zicht op werk. De conclusies van dit onderzoek liegen er niet om: jaarlijks wordt door de dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid ruim 21 miljoen euro uitgegeven aan diverse re-integratietrajecten, maar weet de gemeente niet wat ze ervoor terug krijgt. De informatie over re-integratietrajecten blijkt voornamelijk afkomstig te zijn van de re-integratiebedrijven zelf, dus éénzijdig en gekleurd en wordt niet door de dienst systematisch gecontroleerd. In hoeverre een re-integratietraject succesvol is verlopen, weet de gemeente gewoonweg niet. Ook is niet altijd duidelijk wat onder succesvol wordt verstaan: een (tijdelijke) plaatsing uit de bijstand of een duurzame plaatsing (minstens 6 maanden aan het werk)?

De Rotterdamse gemeenteraad is momenteel niet in staat om te sturen op de in te zetten re-integratietrajecten, omdat het Rotterdamse stadsbestuur hierover geen expliciete doelstelling wil opnemen. Een voorstel van Leefbaar Rotterdam om de effectiviteit van re-integratiebedrijven met een doelstelling vast te leggen, wilde Schrijer niet overnemen. Het is daarom des te vreemder dat hij nu de loftrompet steekt over deze vermeende effectiviteit.

In zijn stuk maakt Schrijer melding van een spectaculaire daling van het aantal mensen dat afhankelijk is van een bijstandsuitkering: sinds het aantreden van zijn college is dat aantal met meer dan vijfduizend gedaald. Overigens is er al sinds 2004 sprake van een daling, ook toen zijn partij (PvdA) nog niet aan het Rotterdamse bestuur deel nam. Trots meldt de wethouder tevens hoe succesvol de projecten Werkdirect en Exit zijn. Ook deze projecten zijn door het vorig college in het leven geroepen. In 2006 (over 2007 zijn nog niet alle gegevens bekend) zijn in totaal 529 bijstandsgerechtigden opgeroepen voor Werkdirect, waarbij 47 uitkeringen zijn beëindigd door de bijstandsgerechtigde zelf en 153 uitkeringen zijn door de dienst beëindigd. Er zijn dus minder uitkeringen stopgezet dan de wethouder wil doen geloven.

Wat mij overigens wel bevreemd is dat Rotterdam nog steeds ruim 30.000 mensen telt, die afhankelijk zijn van een uitkering terwijl Rotterdam ruim 30.000 Polen huisvest, die bijna allemaal werkzaam zijn in Rotterdam en omgeving. Hoezo zijn de Rotterdamse re-integratietrajecten succesvol?

René Schuurman
Raadslid Leefbaar Rotterdam, woordvoerder Sociale Zaken

Hieronder het opiniestuk van wethouder Schrijer

Reïntegratieprojecten zijn geen geldverspilling. In Rotterdam lukt het Dominic Schrijer wél het aantal mensen dat afhankelijk is van een uitkering te doen dalen.
Opiniestuk door Dominic Schrijer, verschenen in de Volkskrant van dinsdag 05 februari 2008

De kranten meldden de afgelopen dagen dat re-integratie zelden leidt tot werk (Economie, 30 januari). Miljarden aan re-integratiegelden zouden nagenoeg zonder effect blijven. Toch heeft Rotterdam de afgelopen 20 maanden door middel van strikte handhaving en een persoonsgericht reïntegratiebeleid meer dan vijfduizend mensen de bijstand uit geholpen. Hoezo is het re-integratiebeleid geen succes?

Aanleiding voor de berichtgeving was een recente doorlichting van het re-integratiebeleid door het ministerie van SZW. Wat blijkt: de inzet van re-integratie heeft maar een klein effect op de doorstroom naar werk. Gelijk gingen er stemmen op ook in de Tweede Kamer - die riepen dat hier 2 miljard over de balk werd gegooid. Zonder de inzet van al dat geld zouden de betrokken bijstandsgerechtigden ook wel aan het werk zijn gekomen.

Een dergelijke harde conclusie vraagt om een duidelijk weerwoord. Het grootste bezwaar tegen het evaluatieonderzoek is dat het allerlei vormen van reïntegratie op één hoop gooit. Er is alleen gekeken naar hoeveel mensen uitstromen naar betaald werk, terwijl veel reïntegratie trajecten gericht zijn op activering naar bijvoorbeeld een vrijwilligers- en participatieplaatsen. Van een basisschool stroomt alleen groep acht door naar het middelbaar onderwijs. Het is toch onzin om te zeggen dat de effectieve uitstroom van een basisschool maar 12,5% bedraagt en dus veel te laag is?
Verder is er geen rekening gehouden met het feit dat het grootste deel van de 2 miljard wordt ingezet voor loonkostensubsidies. Dat is een onontbeerlijk instrument om de toegang tot de arbeidsmarkt te forceren.
Daarnaast geeft het evaluatieonderzoek op essentiële vragen geen antwoord. Zijn de resultaten zo mager dat stoppen onvermijdelijk is of is er voldoende perspectief om door te gaan? Als we in Nederland stoppen met re-integratie, wat zijn dan de alternatieven? Resteert voor gemeenten dan alleen nog de financiële sanctie om mensen uit de bijstand te dwingen? En is dat een gewenste weg? Kortom, gooi nou niet het kind met het badwater weg.

Belangrijkste kanttekening bij het onderzoek is evenwel dat er vooral landelijke cijfers worden gepresenteerd. Hierdoor vallen lokale verschillen niet op, terwijl er in een aantal steden aantoonbaar positieve resultaten worden bereikt en dus succesvol reïntegratie beleid wordt gevoerd.
Rotterdam is zon stad. Vanaf 2006 is daar het roer omgegaan. Een strikt handhavingsbeleid is er gekoppeld aan een persoongerichte re-integratie inzet. Uitgangspunt is dat van iedereen een tegenprestatie verwacht wordt voor de uitkering: hij/zij moet wel meedoen. We leggen de lat voor alle klanten hoog, maar niet voor iedere klant even hoog. In de praktijk betekent dat voor de één vrijwilligerswerk, voor de ander werken met behoud van uitkering, voor een derde een baan met een loonkostensubsidie en voor weer een ander een uitzendbaan.
Ik noem twee projecten die zich richten op het zogenaamde granieten bestand: het deel van de bijstandsgerechtigden waarvan wordt gezegd dat zij niet aan het werk te helpen zijn. Eén project richt zich op niet-kunners en één project richt zich op niet-willers.

Allereerst het project Werkdirect. Dit project zet bijstandsgerechtigden aan het werk die eigenlijk niet willen. Met een strikt handhavingsbeleid wordt paal en perk gesteld aan het gebruik van de uitkering als hangmat. Misbruik wordt aangepakt en smoesjes om niet aan het werk te gaan, worden niet meer geaccepteerd. Een deel van deze mensen verlaat de uitkering als ze onder druk worden gezet 16 procent vrijwillig, 30 procent onvrijwillig tussen 2005 en 2007. Maar het grootste deel (53 procent) ging aan de slag. Het project kostte 5 miljoen euro aan reïntegratiegeld. Daar staan 16 miljoen euro aan besparingen op uitkeringen tegenover.

Ten tweede ons zeer succesvolle project EXIT. In dit project worden klanten met forse persoonlijke problemen intensief begeleid door een eigen multidisciplinair team van de sociale dienst. Door een integrale aanpak van schulden, gezondheid, de thuissituatie en scholing is een uitstroompercentage naar werk van 40% bereikt! 20% verliet de bijstand met een andere reden. Sommigen zullen tegenwerpen dat 40% nog in de uitkering zit. Maar het gaat hier om mensen die een grote afstand tot de arbeidsmarkt hebben of hadden. Waarvan veel mensen van te voren niet hadden gedacht dat ze nog aan de slag zouden komen! Voor mij is het glas dus halfvol en niet halfleeg. Voor mij telt dat er in Rotterdam minder mensen zijn met een uitkering en meer mensen aan het werk.

Beide projecten brengen mij tot de conclusie dat het zogenaamde granieten bestand eigenlijk niet bestaat. Ook moeilijk plaatsbare mensen zoals arbeidsgehandicapten, tienermoeders en ex-gedetineerden zijn aan het werk te krijgen. Dat kost natuurlijk wel meer energie en dat kan niet op een koopje. Er moet wel de bereidheid zijn om ook in deze mensen te investeren. Het is toch geen optie om mensen zomaar in de uitkering te laten zitten en ze niet proberen te helpen.

De combinatie van strikte handhaving en persoongerichte reïntegratie leidt in Rotterdam inmiddels tot een spectaculaire daling van het aantal mensen dat afhankelijk is van een bijstandsuitkering. Sinds het aantreden van dit college is dat aantal met meer dan vijfduizend gedaald. Met een omvang van een kleine 31duizend uitkeringen is het aantal uitkeringen het laagst sinds 1973 (het moment voor de eerste oliecrisis)! Mijn doel is aan het eind van 2010 nog vijfduizend mensen uit de uitkering en aan het werk te helpen. Daarmee is Rotterdam weer een echte werkstad. Dat is belangrijk, want het hebben van werk is essentieel voor geslaagde integratie in de samenleving. Bovendien is het de belangrijkste garantie tegen armoede.

Dominic Schrijer is wethouder Werk, Sociale Zaken en Grotestedenbeleid (PvdA) in Rotterdam.