Nationale Bank van Belgie


2008-02-13

Export en productiviteit ­ vergelijkbare indicaties voor 14 landen door The International Study Group on Exports and Productivity

NBB Working Paper No 128 - Research Series

Het verband tussen export en productiviteit wekt al lange tijd de interesse van de beleidsmakers en onderzoekers. Toch zijn de conclusies van meer dan twee decennia macro-economische studies over deze materie nog steeds het onderwerp van discussie. Sommigen hebben gesteld dat de export de groei bevordert, terwijl anderen deze conclusie in twijfel hebben getrokken. De afgelopen tien jaar is ons inzicht in de causale relatie tussen export en groei aanzienlijk verruimd, dankzij de beschikbaarheid van nieuwe gegevensbronnen op ondernemings- of fabrieksniveau. Aan de hand van deze gegevensbronnen konden de onderzoekers de exportkeuzes van de ondernemingen en de gevolgen daarvan meer gedetailleerd onderzoeken dan voorheen.

Na het pionierswerk van Bernard en Jensen dat in 1995 werd gepubliceerd voor de Verenigde Staten, hebben de onderzoekers in verschillende landen gekeken naar de verschillen tussen exporteurs en niet- exporteurs, en dit voor diverse dimensies van de ondernemingsresultaten. Wat de productiviteit betreft, is de belangrijkste conclusie van tien jaar micro-econometrisch onderzoek dat de exporteurs productiever zijn dan de niet-exporteurs. Dit is vooral toe te schrijven aan het feit dat de productievere ondernemingen aan zelfselectie doen op de exportmarkten, aangezien het verkopen van goederen in het buitenland extra kosten impliceert - voor marktonderzoek, vervoer, een distributienetwerk, ... - die minder productieve ondernemingen niet kunnen dragen. De alternatieve hypothese van "al doende leren", waarbij de intrede op de exportmarkten leidt tot productiviteitsverbeteringen die door de internationale concurrenten worden teweeggebracht, werd slechts door een minderheid van de studies bevestigd. Deze globale conclusie verhult echter heel wat heterogeniteit tussen de verschillende studies onderling. De resultaten die werden verkregen met behulp van gegevens afkomstig van verschillende landen, of zelfs voor hetzelfde land, zijn moeilijk te vergelijken omdat de details van de gehanteerde benadering verschillen van studie tot studie.

Om deze moeilijkheid te omzeilen gaat deze paper in op de resultaten van een poging om te komen tot daadwerkelijk vergelijkbare resultaten tussen de verschillende landen onderling. Teams die werken op basis van gegevens op microbasis voor 14 landen hebben de handen in elkaar geslagen om The International Study Group on Exports and Productivity te vormen, met de bedoeling een reeks van internationaal vergelijkbare resultaten te produceren op basis van identiek gespecificeerde empirische modellen en met behulp van dezelfde computerprogramma's. De Nationale Bank van België is toegetreden tot dit internationale onderzoeksproject, dat gebruik maakt van een uitgebreide reeks van gegevens voor de Belgische ondernemingen, verkregen door de ondernemingsgegevens uit het register van de Balanscentrale samen te voegen met de statistieken van de buitenlandse handel. Op basis van dit databestand kunnen de exporteurs en niet-exporteurs worden geïdentificeerd, en kunnen hun prestatiekenmerken worden getoetst aan de in de balans vervatte informatie. Voor een gedetailleerde beschrijving van de dataset voor België, zie NBB Working Paper - 1141.

Deze paper overloopt de resultaten van deze internationale vergelijking, en onderneemt ook een poging om de verschillen inzake productiviteit tussen de diverse landen te verklaren met behulp van meta- analysetechnieken. De algemene resultaten van deze denkoefening zijn de volgende: 1) exporteurs zijn productiever dan niet-exporteurs na correctie voor de waargenomen en niet-waargenomen heterogeniteit op ondernemingsniveau; 2) het positieve productiviteitsverschil tussen exporteurs en niet-exporteurs vertoont de neiging om toe te nemen naarmate het aandeel van de export in de totale verkoop groter wordt; 3) er zijn sterke aanwijzingen die de hypothese van de zelfselectie ondersteunen voor de minder ontwikkelde landen in de steekproef en voor alle EU-landen met datasets die een voldoende aantal exportstarters omvatten om deze materie te onderzoeken, met uitzondering van Duitsland. Anderzijds vinden we enkel voor Italië aanwijzingen die de hypothese van het leren-door-exporteren ondersteunen. Het dient opgemerkt dat de afwezigheid van aanwijzingen voor het leren-door-exporteren die in deze paper werd vastgesteld, misschien


1
Muûls M. en M. Pisu (2007), "Imports and Exports at the Level of the Firm: Evidence from Belgium", NBB Working Paper 114. Communicatie de Berlaimontlaan 14 tel. + 32 2 221 46 28 BTW BE 0203.201.340 Nationale Bank van België n.v. BE-1000 BRUSSEL www.nbb.be RPR Brussel


---

het gevolg is van de specifieke methodologie die werd gehanteerd, aangezien een aantal recentere werken die gebruik maken van meer geavanceerde ramingstechnieken, een positief effect van de exportervaring op de productiviteit hebben vastgesteld.

De belangrijkste bijdrage van deze studie tot de literatuur is dat zij aantoont dat de omvang van de productiviteitsverschillen in aanzienlijke mate varieert van land tot land, zelfs wanneer gebruik wordt gemaakt van identiek gespecificeerde empirische modellen, zoals hier het geval is. We constateren in het bijzonder dat de Belgische exporteurs, van alle landen die in de studie worden onderzocht, één van de grootste verschillen in productiviteit vertonen in vergelijking met de niet-exporteurs, van gemiddeld 9,8 pct.

We komen tevens tot de bevinding dat de landen die opener zijn - een belangrijke factor voor België - en een efficiëntere regering hebben, grotere productiviteitsverschillen tussen exporteurs en niet-exporteurs laten optekenen. Daarentegen lijkt het productiviteitsvoordeel geen verband te houden met de graad van economische ontwikkeling van de landen ­ de orde van grootte is immers dezelfde voor Chili en China, enerzijds, en voor Frankrijk, West-Duitsland, Ierland en Spanje, anderzijds. Wanneer we een metaregressie- analyse van onze resultaten uitvoeren, stellen we vast dat dit zelfs opgaat na correctie voor de overige land- en steekproefkenmerken. Hoewel de productiviteitsvoordelen voor de exporteurs de neiging vertonen om toe te nemen naarmate het aandeel van de export in de totale verkoop groter wordt, is dit patroon bovendien verre van identiek voor de in onze studie onderzochte landen.

Communicatie de Berlaimontlaan 14 tel. + 32 2 221 46 28 BTW BE 0203.201.340 Nationale Bank van België n.v. BE-1000 BRUSSEL www.nbb.be RPR Brussel


---- --