Woonbond


25-02-2008

Corporatie De Veste wil uit het bestel stappen

Woningcorporatie De Veste heeft minister Vogelaar officieel gevraagd wat de condities zijn om uit het bestel te treden. De corporatie vindt dat de vennootschapsbelastingplannen (vpb) van het kabinet corporaties op een achterstand zetten ten opzichte van gewone ondernemingen. De Woonbond is heel benieuwd naar de reactie van Vogelaar. Die zal nog wel even op zich laten wachten, want opvallend genoeg is nog nergens geregeld hoe dat in zijn werk zou moeten gaan. 'Laten we ervan uitgaan dat Vogelaar in ieder geval de voorwaarde stelt dat de woningen in de sociale huursector blijven', aldus Woonbonddirecteur Ronald Paping.

Paping vindt dat het woningbezit van een uittredende woningcorporatie moet worden ondergebracht bij een andere corporatie. 'Desnoods worden ze voor een deel aan de zittende huurders verkocht onder een TeWoon formule, zodat ze bij verkoop weer terug gehaald kunnen worden in de sociale huursector.' Er zitten wel de nodige haken en ogen aan een dergelijke operatie. Het blad Building Business van februari noemt er een aantal. Stel bijvoorbeeld dat de Veste uit het bestel zou kunnen treden, moet er dan worden afgerekend met het Rijk? En welke rentetarieven moet een uitgetreden corporatie gaan betalen als zij zich niet meer kunnen beroepen op de WSW achtervang (Waarderingsfonds Sociale Woningbouw)? Die konden wel eens flink omhoog gaan.

Volgens De Veste blijft ook na uittreding een gezonde bedrijfsvoering mogelijk. Directeur Jan Sinke stelt dat het eigen vermogen van de Veste samen met het directe en indirecte rendement zodanig is, dat een voldoende groot deel ervan aan volkshuisvestelijke doelen besteed kan worden. In plaats van een deel van de winst aan aandeelhouders uit te keren, wordt dat besteed aan lagere huren.