Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Instellingsbesluit Stuurgroep Nationaal Historisch Museum
DCE/08/4350
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Besluit:
Artikel 1. Begripsbepalingen
In dit besluit wordt verstaan onder:
a. minister: Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
b. Nationaal Historisch Museum: een zelfstandige rijksgesubsidieerde instelling die voor het publiek
toegankelijk is en een overzicht biedt van de geschiedenis van Nederland,
c. stuurgroep: stuurgroep als bedoeld in artikel 2.
Artikel 2. Instelling en taak
1. Er is een Stuurgroep Nationaal Historisch Museum.
2. De stuurgroep heeft tot taak:
a. het verkennen van de mogelijkheden voor en het adviseren aan de minister over zaken die het (doen)
realiseren van het Nationaal Historisch Museum betreffen;
b. het bewaken dat het Nationaal Historisch Museum tot stand komt binnen gestelde randvoorwaarden
en budgettaire kaders, met inachtneming van de van toepassing zijnde (aanbestedings)regelgeving;
c. het (doen) oprichten van een rechtspersoon ten behoeve van het Nationaal Historisch Museum met
inachtneming van de voor het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geldende regelgeving;
d. het zorgdragen voor een vlekkeloze overdracht van de door de stuurgroep vergaarde kennis en
informatie aan de, in het derde lid, bedoelde rechtspersoon.
Artikel 3. Instellingsduur
De stuurgroep wordt ingesteld met ingang van 1 februari 2008 en wordt opgeheven bij de oprichting
van de rechtspersoon, bedoeld in artikel 2, derde lid, onder c.
Artikel 4.Informatieplicht
De stuurgroep verstrekt aan de minister desgevraagd de door hem gewenste inlichtingen.
Artikel 5. Leden
1. De stuurgroep bestaat uit een onafhankelijke voorzitter en ten hoogste vier leden.
2. Als voorzitter van de stuurgroep wordt benoemd de heer mr. drs. A. Nicolaï. De overige leden
worden bij separaat besluit benoemd.
3. Benoeming en beëindiging van de benoeming geschiedt door de minister.
4. De benoeming geschiedt voor de periode, bedoeld in artikel 3.
5. De voorzitter en leden brengen op persoonlijke titel hun kennis en ervaring in en treden niet op
als vertegenwoordiger van een specifieke belangengroep.
6. De stuurgroep wordt bijgestaan door een secretaris. De secretaris is geen lid van de
stuurgroep.
Artikel 6. Werkwijze
1. De stuurgroep stelt haar eigen werkwijze vast.
2. De stuurgroep kan zich door andere personen doen bijstaan voor zover dat voor de vervulling van
zijn taak nodig is, waaronder, op persoonlijke titel, ambtelijke deskundigen.
Artikel 7. Rapportage
1. De stuurgroep biedt de minister twee keer per jaar een rapport aan waarin verslag wordt gedaan
over de activiteiten van het voorafgaande half jaar.
2. Uiterlijk zes maanden na afronding van de werkzaamheden biedt de stuurgroep de Minister een
eindrapportage aan waarin verslag wordt gedaan van de activiteiten over de totale periode dat de
stuurgroep werkzaam is geweest.
Artikel 8. Vergoeding
1. Met uitzondering van de voorzitter ontvangen de leden van de stuurgroep, voor zover geen
ambtenaar, per vergadering een beloning op basis van artikel 1 van het Vacatiegeldenbesluit 1988 en
de daarop gebaseerde voor het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap geldende bepalingen,
waarbij de stuurgroep als een zware commissie in de zin van het Vacatiegeldenbesluit 1988 is
aangemerkt.
2. De voorzitter ontvangt een vaste vergoeding op basis van artikel 3 van het Vacatiegeldenbesluit
1988.
Artikel 9. Kosten van de stuurgroep
1. De kosten van de stuurgroep komen, voor zover goedgekeurd, voor rekening van de minister. Onder
kosten worden in ieder geval verstaan:
a. de kosten voor vergaderingen en voor secretariële ondersteuning,
b. de kosten voor het inschakelen van externe deskundigheid en het laten verrichten van onderzoek.
2. De stuurgroep biedt zo spoedig mogelijk na haar instelling een begroting en een planning aan de
minister aan.
Artikel 10. Intellectuele eigendom
De leden van de stuurgroep werken mee aan het tot stand komen van een overeenkomst indien dit naar
het oordeel van de minister noodzakelijk is om te komen tot het kosteloos overdragen aan de minister
van rechten met betrekking tot intellectuele eigendom.
Artikel 11. Openbaarmaking
Rapporten, notities, verslagen en andere producten die door of namens de stuurgroep worden
vervaardigd, worden niet door de stuurgroep openbaar gemaakt, maar uitsluitend aan de minister
uitgebracht.
Artikel 12. Archiefbescheiden
De stuurgroep draagt zo spoedig mogelijk na beëindiging van haar werkzaamheden of, zo de
omstandigheden daartoe aanleiding geven, zoveel eerder, de bescheiden betreffende die
werkzaamheden over aan de directie Cultureel Erfgoed van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap.
Artikel 13. Geheimhouding
Een ieder die betrokken is geweest bij de werkzaamheden van de stuurgroep en daarbij de beschikking
krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden en
voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een
geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig
wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij deze werkzaamheden de
noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.
Artikel 14. Inwerkingtreding
1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant,
waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 februari 2008.
2. Dit besluit vervalt met de oprichting van de rechtspersoon, bedoeld in artikel 2, derde lid, onder c.
Artikel 15. Citeertitel
Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit Stuurgroep Nationaal Historisch Museum.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Dr. R.H.A. Plasterk
Toelichting
Historisch besef en kennis van de geschiedenis van Nederland zijn de afgelopen decennia sterk
afgenomen. In het regeerakkoord wordt het belang van historisch bewustzijn en gedeelde geschiedenis
benadrukt als onmisbaar element voor een visie op het heden en de toekomst en om elkaar te
begrijpen.
Naar aanleiding van de breed gesteunde motie Verhagen c.s. (kamerstukken II, 2006-2007, 30300VIII,
nr. 249) heeft het kabinet besloten dat er een Nationaal Historisch Museum (hierna: NHM) komt dat
als doelstelling heeft het historisch besef en de kennis van de geschiedenis van Nederland te
bevorderen.
Het NHM heeft de taak een overzicht te geven van de geschiedenis van Nederland aan de hand van de
Canon van Nederland. Als vestigingsplaats is gekozen voor de gemeente Arnhem, naast het Openlucht
Museum en als openingsdatum is genoemd 1 maart 2011. De randvoorwaarden, waaronder de van
toepassing zijnde (aanbestedings)regelgeving en de budgettaire kaders, zijn vermeld in mijn brieven
van 2 juli 2007 (DCE/07/26244) resp. 31 augustus 2007 (DCE/07/33064).
Het NHM wordt een zelfstandige rijksgesubsidieerde instelling. Provincie Gelderland en de gemeente
Arnhem werken bestuurlijk en financieel mee aan het tot stand komen van het NHM.
Het realiseren van het NHM is een prestigieus en politiek gevoelig project. Het is daarbij van belang
dat ik mijn verantwoordelijkheid ten volle waar kan maken en dat de bestuurlijke partners Arnhem en
Gelderland adequaat bij de uitwerking worden betrokken. Om het tot stand komen van het NHM zo
goed mogelijk te waarborgen, stel ik met dit besluit een stuurgroep in, die ondermeer als taak heeft de
voortgang te bewaken en mij waar nodig van advies te dienen over de noodzakelijke stappen binnen het
wordingsproces van het NHM.
Deze stuurgroep krijgt tevens de opdracht om tijdig een rechtspersoon op te richten, conform het
`cultural governance' model dat ook voor de andere rijksgesubsidieerde musea wordt gehanteerd. Deze
rechtspersoon wordt ondermeer verantwoordelijk voor de exploitatie van het NHM.
De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Dr. R.H.A. Plasterk