Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Inhoud pagina: Antwoorden op kamervragen over geëxpandeerd polystyreenschuim
26 februari 2008
Antwoorden op kamervragen van het lid Van Bochove (CDA) aan de
minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over
geëxpandeerd polystyreenschuim. (Ingezonden 6 februari 2008)
1. Vraag
Bent u bekend met het artikel: 'TU Eindhoven: 'Wetenschappelijk
onderzoek nodig voor rol EPS?' 1)
1. Antwoord
Ja.
2
Hebben brandweerlieden bij het bestrijden van de branden in
respectievelijk Leiden op 3 april 2005 en Heerlen op 25 juni 2005
verwondingen opgelopen? 2)
2. Antwoord
Ja.
3. Vraag
Kunt u het bestaan van de genoemde onderzoeken en de conclusie dat in
ieder geval in Leiden smeltende EPS tijdens de brand een belangrijke
rol heeft gespeeld met betrekking tot de
verwondingen van betrokken brandweerlieden bevestigen?
3. Antwoord
Het bestaan van de genoemde onderzoeken kan ik bevestigen.
Over de rol van EPS met betrekking tot de verwondingen zijn op grond
van deze onderzoeken geen eenduidige conclusies te trekken. Volgens
onderzoeken van brandweer en TNO is smeltend EPS de oorzaak van een
geheel onverwachte explosie. In het definitieve rapport stelt TNO
echter dat de aanwezigheid van EPS niet noodzakelijk is om het
brandverloop te verklaren. Dit betekent dat de explosie ook een andere
oorzaak kan hebben gehad.
4. Vraag
Is de TUE-rapportage 'Thermal decomposition of expanded polystryrene'
3) over de brandkarakteristieken van geëxpandeerd polystyreenschuim
tot stand gekomen op basis van vragen, die zijn ontstaan na de
bovengenoemde branden?
4. Antwoord
Ja.
5. Vraag
Kunt u aangeven wat de conclusies en aanbevelingen zijn in het in
vraag vier genoemde rapport?
5. Antwoord
De conclusies luiden samengevat: EPS ontleedt bij verhitting in
brandbare gassen. Bij brand kan daardoor een brandbaar gasmengsel
ontstaan. Sommige daken bieden een route voor verspreiding van dit
mengsel naar een plaats in het gebouw waar nog geen brand woedt. De
aanwezigheid van brandvertragers in het EPS kan dit niet verhinderen.
Op grond van dit onderzoek zijn geen uitspraken gedaan over de rol van
EPS bij specifieke branden.
De TU Eindhoven beveelt nader experimenteel onderzoek aan naar:
-ontleding in brandbare gassen van EPS afgezet tegen het gedrag van
andere isolatiematerialen of inventarisgoederen;
-specifieke risico's van de toepassing van EPS in dakconstructies in
vergelijking met andere toepassingen.
6. Vraag
Zijn er gelijkluidende conclusies te trekken uit het TNO-onderzoek en
de TUE-rapportage? Zo ja, hoe luiden die en wat gaat u daarmee doen?
Zo neen, wat zijn de verschillen en wat gaat de minister nu doen?
6. Antwoord
-De conclusies en aanbevelingen zijn niet gelijkluidend, omdat de
aanleiding voor beide onderzoeken verschilt. Het onderzoek van TNO is
gericht op de feitelijke gebeurtenissen in Leiden, waarbij de concrete
omstandigheden zijn onderzocht. Het onderzoek van de TUE is gericht op
de abstracte eigenschappen van polystyreenschuim (EPS) zoals die in
wetenschappelijke publicaties zijn beschreven.
-De aanbevelingen van de TUE zijn deels achterhaald door het later
gepubliceerde definitieve TNO-rapport (zie antwoord op vraag 3).
-Ik wil bevorderen dat brandweerkorpsen op systematische wijze
onderzoek verrichten naar branden in hun verzorgingsgebied. Binnen de
onderzoeksprogramma's en opleidingsprogramma's van het NIFV wordt
bekeken hoe en op welke wijze dit onderdeel kan uitmaken van het
lesmateriaal. Op die manier wordt de kennis over oorzaken en verloop
van branden aan de hand van praktijkbranden uitgebreid. Bij het
systematische brandonderzoek is het gedrag van EPS (indien toegepast)
bij brand een specifiek aandachtspunt. Door het delen van de
onderzoeksresultaten tussen de brandweerkorpsen ontstaat een
mogelijkheid om conclusies over het gedrag van (bijvoorbeeld) EPS te
scheiden van conclusies over andere aspecten van een gebouw of de
inventaris.
7. Vraag
Heeft u de andere brandweerkorpsen gewaarschuwd voor risico's bij
branden in panden waar mogelijk EPS-isolatie is gebruikt of bent u
voornemens dat alsnog te doen?
7. Antwoord
In juni 2005 heeft de Inspectie Openbare Orde en Veiligheid naar
aanleiding van de brand in Leiden een Inspectiebericht verzonden naar
alle brandweerkorpsen. Daarin is onder andere aandacht besteed aan de
vermoedens die op dat moment bestonden over de rol die EPS heeft
gespeeld bij de brand. Dat is op dit moment voldoende.
1) Brand en Brandweer, juli/augustus 2007.
2) Zie noot 1.
3) 2007, in opdracht van het ministerie van BZK.
Naar boven
---
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties