OM eist een jaar gevangenisstraf tegen medeverdachten Samir A.
26 februari 2008
In de strafzaak tegen twee medeverdachten van Samir A. heeft het
Openbaar Ministerie (OM) vanmiddag gevangenisstraffen van een jaar
geëist. Het tweetal, het echtpaar Lahbib B. (30) en Hanan S. (26),
wordt vervolgd vanwege deelneming aan een terroristische organisatie,
de voorbereiding van aanslagen en het bezit van meerdere vuurwapens.
Het grootste deel van de op te leggen straf is voorwaardelijk. Het
onvoorwaardelijke deel is gelijk aan het voorarrest dat enkele maanden
duurde.
Het echtpaar heeft volgens het OM met hand- en spandiensten
bijgedragen aan het voortbestaan van een terroristische groep en
actief bijgedragen aan de voorbereiding van een aanslag. Dat het niet
daadwerkelijk tot een aanslag is gekomen, is slechts te danken aan het
ingrijpen door politie en veiligheidsdienst.
Volgens de officier van justitie is het aannemelijk dat beide
verdachten uit angst voor het netwerk van Samir A. hebben gehandeld.
Toch zijn ze strafbaar, omdat ze wel degelijk hun wil in vrijheid
hebben kunnen bepalen, zij het in verminderde mate.
Bij het bepalen van de strafeis heeft het OM laten meewegen het lange
tijdsverloop tussen de aanhouding van de verdachten en oktober 2005 en
hun berechting. Daarnaast is van belang dat het echtpaar, in
tegenstelling tot de medeverdachten, besloot om openheid van zaken te
geven. Zij hebben belastende verklaringen afgelegd, zowel over henzelf
als over anderen. Zij hebben daar zelf meer nadeel dan voordeel van
ondervonden en zitten al geruime tijd in een beschermingsprogramma.
Hun bestaande contacten met vrienden en kennissen hebben ze moeten
verbreken. Slechts moeizaam en beperkt kunnen ze contact onderhouden
met hun familieleden. Hoewel ze niet gedetineerd zitten, is hun leven
maar in zeer beperkte mate vrij te noemen.
Het proces Piranha II wordt donderdag vervolgd met de pleidooien van
de advocaten. De rechtbank doet op 25 maart uitspraak.
Openbaar Ministerie